29 MEI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen en strekkende tot het vermijden van situaties die tot een potentieel passief aan radioactief afval en aan te ontmantelen installaties aanleiding kunnen geven

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Ik heb de eer ter ondertekening van Uwe Majesteit een besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen en strekkende tot het vermijden van situaties die tot een potentieel passief aan radioactief afval en aan te ontmantelen installaties aanleiding kunnen geven.

De Raad van State verleende op 25 januari 2018 het advies nr. 62.742/3 op basis van art. 84, § 1, eerste lid, 2,° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. De tekst werd aangepast rekening houdende met de opmerkingen van de Raad van State.

  1. Inleiding

    Dit koninklijk besluit heeft tot doel om via wijzigingen aan het koninklijk besluit van 20 juli 2001 (hierna ARBIS genoemd), houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, het huidig reglementair stelsel uit te breiden, en dit met het oog op het verhogen van de veiligheid in bestaande of te vergunnen inrichtingen, en hierdoor situaties te vermijden die tot een potentieel passief aan radioactief afval en aan te ontmantelen installaties aanleiding zouden kunnen geven.

    Recente situaties uit de praktijk hebben inderdaad aangetoond dat de huidige regelgeving verbeterd kan worden om opeenstapelingen van passiva aan radioactief afval te vermijden, in het bijzonder in die inrichtingen die failliet zijn gegaan.

    Het beantwoordt tevens gedeeltelijk aan een aanbeveling (nr. 15) die door het IAEA, bij de internationale IRRS-audit van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, met betrekking tot de modaliteiten voor de overdracht van vergunningen tussen exploitanten, werd aangehaald : "The Government should update provisions so that a licence transfer is explicitly approved by the regulatory body after appropriate review. ".

    Tot slot kan het worden beschouwd als een verscherping van de voorwaarden ten aanzien van de exploitanten van nucleaire installaties met betrekking tot het geproduceerd radioactief afval, en zo bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de richtlijn 2011/70/Euratom tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval.

  2. Inhoud van het besluit

    Artikel 1 - Verplichting tot bekendmaking

    Artikel 1 wordt in navolging van het advies van de Raad van State opgenomen in dit besluit om te voldoen aan de verplichting vervat in artikel 15, lid 1 van richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval die stelt dat moet worden verwezen naar deze richtlijn in de tekst zelf van dit besluit of in de officiële bekendmaking.

    Artikel 2 - Definities

    Artikel 2 voorziet in een aantal bijkomende definities.

    Artikel 3 - Overdracht van vergunningen

    In het ARBIS wordt artikel 5.4 aangepast en vervolledigd waarbij voor bestaande inrichtingen de gehele of gedeeltelijke overdracht van de vergunning gekoppeld wordt aan het afleveren van een nieuwe vergunning vanwege de desbetreffende vergunningverlenende instantie. Naargelang de indeling van de inrichting gebeurt dit hetzij via een koninklijk besluit (klasse I inrichting), hetzij via een beslissing van het Agentschap (overige inrichtingen). Zo zal in de toekomst de aanvrager bij de aanvraag dienen aan te tonen dat hij in staat is de bestaande vergunningsvoorwaarden na te leven. In de procedure voor overdracht wordt NIRAS eveneens betrokken. Het Agentschap zal NIRAS vragen om een gemotiveerd advies af te leveren inzake de aspecten die betrekking hebben op haar bevoegdheden. Deze betreffen onder meer haar bevoegdheden met betrekking tot het beheer van het geheel van de gegenereerde, of te genereren radioactieve afvalstoffen in de betrokken inrichting.

    Artikel 4 - Maatregelen ten aanzien van inrichtingen onder curatele of voorlopige bewindvoering

    Een nieuw artikel 5.4bis behandelt het specifieke geval van inrichtingen onder curatele, of geplaatst onder voorlopige bewindvoering. In geval van faillissement of bij een onderneming in financiële moeilijkheden worden de aangestelde curatoren, of voorlopige bewindvoerders door het Agentschap beschouwd als exploitant van de betrokken inrichting. Het Agentschap wint hierbij, met betrekking tot het beheer van de radioactieve afvalstoffen, steeds het advies in van NIRAS inzake de aspecten die betrekking hebben op haar bevoegdheden. Onverminderd de opdracht toegemeten aan de curator, zoals vermeld in het huidig artikel 17.1 van het ARBIS, kan het Agentschap desgevallend bijkomende vergunningsvoorwaarden opleggen.

    Artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 14 - Aanpassing van de vergunningsaanvraagprocedure - deeldossiers radioactieve afvalstoffen en ontmanteling

    Een nieuw artikel 5.8 wordt toegevoegd aan het ARBIS. Dit artikel voorziet dat, bij de aanvraag voor het bekomen van een vergunning voor de oprichting en uitbating van een nieuwe inrichting van klasse I, II of III (ARBIS art 6, 7 en 8), inlichtingen dienen toegevoegd te worden over de gebeurlijke productie van radioactieve afvalstoffen en met betrekking tot de latere ontmanteling van de installaties. Deze inlichtingen worden opgenomen in het deeldossier radioactieve afvalstoffen, respectievelijk in het deeldossier ontmanteling. Beide deeldossiers maken integraal deel uit van het veiligheidsrapport. Dit garandeert hun geregelde actualisering tijdens de ganse uitbatingsperiode.

    Met betrekking tot beide deeldossiers wordt met dit besluit het advies van NIRAS ingewonnen. Dit heeft het voordeel dat NIRAS van bij de aanvang van het vergunningsproces betrokken is, en op basis van de toegeleverde informatie een gemotiveerd advies kan overmaken aan het Agentschap inzake de aspecten die betrekking hebben op haar bevoegdheden. Met uitzondering van het huidig artikel 17.2 van het ARBIS inzake de aanvraag voor de ontmantelingsvergunning, wordt in de huidige vergunningsprocedures het advies van NIRAS niet ingewonnen. De enige betrokkenheid van NIRAS vandaag, beperkt zich tot de ontvangst van een afschrift van de verleende vergunning en van eventuele latere wijzigingen.

    In het bijzonder om situaties te vermijden waarbij de exploitanten, hetzij hun radioactieve afvalstoffen zouden opslaan in onveilige omstandigheden, hetzij zouden gedwongen worden om hun installaties stil te leggen door onbeschikbaarheid van verwerkingsinstallaties of van verhinderd transport, stipuleert het nieuwe artikel 5.8 dat bij de vergunningsaanvraag, via het deeldossier radioactieve afvalstoffen, aangetoond wordt dat voldoende opslagcapaciteit voor de gegenereerde of te genereren afvalstoffen wordt voorzien. Hiertoe specificeert en rechtvaardigt de aanvrager/exploitant een vooropgestelde nominale benuttingsgraad van de opslaginstallaties in normale exploitatieomstandigheden, en dit teneinde een reserve opslagcapaciteit beschikbaar te hebben voor voorzienbare (art. 5.4.8, 1°) en onvoorziene omstandigheden, hierbij rekening houdende met de bestaande gegevenheden. Voor de bestaande inrichtingen voorziet het besluit, rekening houdende met de indeling van de inrichtingen, overgangsmaatregelen voor het indienen van een gemotiveerd voorstel van reserveopslagcapaciteit.

    Artikel 13 - Langdurige onderbreking van vergunde activiteiten

    Artikel 13 van het besluit heeft betrekking op een langdurige onderbreking van een vergunde activiteit. Dergelijke onderbreking moet aan het Agentschap gemeld worden met vermelding van de oorzaak ervan, de genomen maatregelen om de veiligheid te garanderen, evenals een planning van hervatting van activiteiten. Het besluit voorziet dat het Agentschap, na een onderbreking van de vergunde activiteiten van 5 jaar, of minder wanneer geoordeeld wordt dat de veiligheid niet verder gegarandeerd kan worden, het initiatief kan nemen tot het opleggen van bestuurlijke en veiligheidsmaatregelen. Deze kunnen onder meer de stopzetting van activiteiten betekenen, evenals het voorstellen van een ontmanteling van de betrokken installaties.

    Artikelen 15 en 16 - Inventaris van radioactieve stoffen

    Aan het ARBIS wordt een artikel 27bis toegevoegd dat het opmaken van een inventaris van alle radioactieve stoffen aanwezig in de vergunde inrichting oplegt, en dit in overeenstemming met de modaliteiten vastgelegd in een besluit van het Agentschap. De modaliteiten zullen afgestemd worden met NIRAS die belast is met de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT