29 MAART 2018. - Decreet tot wijziging van de artikelen 15, 22 en 27 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in de artikelen 127, § 1, en 128 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 15 van het decreet van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, worden de paragrafen 3 en 4 vervangen door wat volgt:

" § 3. Het lid dat ontslag neemt, blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is beëdigd.

Het ter plaatsvervanging verkozen lid voleindigt het mandaat van het lid dat hij opvolgt.

§ 4. Bij de geboorte of de adoptie van een kind kan het raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn verlof nemen.

Het geeft het vast bureau schriftelijk kennis van zijn verlof, met melding van de begin- en einddatum ervan.

Het verlof duurt maximum 20 weken.

Het eindigt uiterlijk 20 weken na de geboorte of de adoptie.

§ 5. In het kader van een ziekte die een afwezigheid veroorzaakt, en die door een medisch attest van arbeidsongeschiktheid van minstens drie maanden wordt gestaafd, kan het raadslid van de raad voor maatschappelijk welzijn verlof nemen tijdens de hele duur die door het attest gedekt is. Hij deelt zijn verlof schriftelijk aan het vast bureau mede, vergezeld van het medisch attest.

Het raadslid voor maatschappelijk welzijn, waaronder een familielid tot in de tweede graad en op bewijs van een medisch attest :

- lijdt aan een ziekte die een afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid van minstens drie maanden veroorzaakt;

- behoeft bijstands- of zorgverlening;

- behoeft palliatieve verzorging,

kan verlof nemen tijdens de hele duur die door het attest gedekt is. Hij deelt zijn verlof schriftelijk aan het vast bureau mede, vergezeld van het medisch attest.

Bij een verblijf in het buitenland, van minstens drie maanden en hoogstens één jaar, in een beroepskader met het bewijs van de werkgever of bij een verklaring op erewoord in het kader van een vrij beroep of een beroep als zelfstandige, kan het raadslid voor maatschappelijk welzijn verlof nemen. Hij deelt zijn verlof schriftelijk aan het vast bureau mede, vergezeld van de bewijsstukken. Per mandaat kan het verlof één jaar niet overschrijden.

Bij een verblijf in het buitenland, van minstens drie maanden en hoogstens één jaar, in een academisch kader met het bewijs van zijn onderwijsinstelling, kan het raadslid voor maatschappelijk welzijn verlof nemen. Hij deelt zijn verlof...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT