28 MAART 2024. - Koninklijk besluit betreffende het 'Terug Naar Werk-fonds'

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.Gelet op artikel 108 van de Grondwet; Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 80, § 1, 13°, ingevoegd bij de programmawet van 26 december 2022, artikel 100, § 1, negende lid, en artikel 110/2, § 2, ingevoegd bij de programmawet van 26 december 2022 en gewijzigd bij de wet van 16 oktober 2023; Gelet op de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, artikel 10, § 1, tweede lid, hersteld bij de programmawet van 26 december 2022 en artikel 10/1, eerste lid, ingevoegd bij de programmawet van 26 december 2022; Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 2011 tot uitvoering van de artikelen 16, 13°, 17, 20, 63, 70 en 88 van het Sociaal Strafwetboek en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht; Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor werknemers van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 18 oktober 2023; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 november 2023 en op 24 november 2023; Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 1 december 2023; Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; Gelet op het advies nr. 75.086/2 van de Raad van State, gegeven op 12 januari 2024 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. In artikel 239 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1/1, eerste lid, 2°, wordt de bepaling onder b/1) ingevoegd, luidende: "b/1) hetzij daags voor de begindatum van de periode waarin de gerechtigde geniet van een bon geldig voor gespecialiseerde dienstverlening op maat bedoeld in artikel 245noniesdecies, § 2, zesde lid;"; 2° een paragraaf 1/2 wordt ingevoegd, luidende: " § 1/2. Worden geacht de vereiste graad van arbeidsongeschiktheid te behouden, de arbeidsongeschikte erkende gerechtigden tijdens de periode waarin zij de gespecialiseerde dienstverlening op maat kunnen genieten via een tussenkomst van het "Terug Naar Werk-fonds" bedoeld in artikel 110/2 van de gecoördineerde wet. Deze periode van maximum zes maanden die niet kan worden geschorst, gaat in op de datum bedoeld in artikel 245noniesdecies, § 2, zevende lid, en eindigt op de einddatum van de verstrekte gespecialiseerde dienstverlening op maat die door de erkende dienstverlener is meegedeeld.". Art. 2. Aan titel III van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk VII, dat de artikelen 245quinquiesdecies tot 245unvicies bevat, toegevoegd, luidend als volgt: "Hoofdstuk VII. Het "Terug Naar Werk-fonds" Afdeling I. - Kennisgeving en betaling van de bijdrage aan het "Terug Naar Werk-fonds" door de werkgever Art. 245quinquiesdecies. De kennisgeving door de werkgever van de gegevens bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers gebeurt via elektronische weg aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Indien deze kennisgeving niet op elektronische wijze mogelijk is, gebruikt de werkgever een papieren formulier waarvan het model ter beschikking wordt gesteld door het voormelde Instituut. Na de ontvangst van de kennisgeving bedoeld in het eerste lid door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ontvangt de werkgever een uitnodiging om overeenkomstig artikel 10, § 1, eerste lid, 2°, van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT