28 AUGUSTUS 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering over het secundair onderwijs en over de subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, artikel 20;

- het decreet van 30 maart 1999 houdende de subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen, artikel 9, tweede lid;

- het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, artikel 20, vervangen bij het decreet van 3 juli 2020, en artikel 86, § 1, 3°, vervangen bij het decreet van 3 juli 2020;

- de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, bekrachtigd bij het decreet van 27 mei 2011, artikel 115, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de decreten van 21 december 2012 en 4 april 2014, artikel 123/20, ingevoegd bij het decreet van 19 juni 2015 en gewijzigd bij het decreet van 17 juni 2016, artikel 129, § 1, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2013, artikel 133/4, § 1, negende en tiende lid, en artikel 133/5, eerste lid, ingevoegd bij het decreet van 20 april 2018, artikel 144, vervangen bij het decreet van 26 januari 2018, artikel 147/2, tweede lid, 1° en 2°, ingevoegd bij het decreet van 26 januari 2018, artikel 209, § 2, tweede lid, artikel 357/18, ingevoegd bij het decreet van 30 maart 2018, artikel 357/25, § 2, ingevoegd bij het decreet van 30 maart 2018, en artikel 357/65, zevende lid, ingevoegd bij het decreet van 30 november 2018.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft een akkoord gegeven op 5 juni 2020;

- de onderhandelingen met de sociale partners (over artikel 1) hebben plaats gevonden op 16 en 23 juni 2020;

- de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen (SERV) heeft advies gegeven op 29 juni 2020;

- de Raad van State heeft advies nr. 67.721/1/V gegeven op 6 augustus 2020.

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

- de uitrol in al zijn aspecten van respectievelijk de modernisering, het duaal leren en de kwalificatiestructuur in het secundair onderwijs vergt een aantal bijkomende maatregelen. Die maatregelen betreffen het aanbod, de invulling, de toelating en de studiebekrachtiging van of tot opleidingen. Die maatregelen worden genomen in dit besluit;

- de aanbieders van de aanloopfase en van de extra ondersteuning tijdens de invulling van de werkplekcomponent binnen het stelsel van leren en werken moeten worden vastgelegd;

- de subsidiëringswijze van de studenten- en leerlingenkoepelverenigingen wordt aangepast in de richting van meer rechts- en financiële zekerheid;

- enkele aanwendingspercentages bij de vaststelling van de lerarenomkadering worden gealigneerd.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw en de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket "uren-leraar" in het voltijds secundair onderwijs en betreffende de aanvangsbegeleiding in (semi-)internaten en tehuizen

Artikel 1. In artikel 13, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket "uren-leraar" in het voltijds secundair onderwijs en betreffende de aanvangsbegeleiding in (semi-)internaten en tehuizen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2005, wordt in punt 1° het getal "98 %" vervangen door het getal "96,57 %".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2000 houdende de regeling van de procedure en de voorwaarden voor subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen

Art. 2. Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2000 houdende de regeling van de procedure en de voorwaarden voor subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen wordt vervangen door wat volgt:

"Art. 2. Binnen de perken van de hiertoe op de begroting voorziene kredieten kan de minister jaarlijks subsidies toekennen aan studentenkoepelverenigingen die voldoen aan de in het decreet en in dit besluit gestelde voorwaarden.

Indien verscheidene studentenkoepelverenigingen aan de subsidiëringsvoorwaarden voldoen, worden de op de begroting beschikbare middelen over de studentenkoepelverenigingen verdeeld in verhouding tot het aantal raden dat elk ervan overkoepelt.

De studentenkoepelvereniging moet een aanvraag indienen, zoals bepaald in artikel 3 tot en met 6.".

Art. 3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:1.

Art. 2/1. § 1. Binnen de perken van de hiertoe op de begroting voorziene kredieten kan de minister voor een periode van één of meerdere jaren subsidies toekennen aan leerlingenkoepelverenigingen die voldoen aan de in het decreet en in dit besluit gestelde voorwaarden.

In het geval de minister een subsidie voor meer dan één jaar aan een leerlingenkoepelvereniging toekent, wordt de subsidie jaarlijks geëvalueerd en jaarlijks uitbetaald zoals bepaald in artikel 7 en gelden de bepalingen zoals geformuleerd in paragraaf 2.

Indien binnen eenzelfde onderwijsniveau verscheidene leerlingenkoepelverenigingen in aanmerking komen voor een subsidie, worden de op de begroting beschikbare middelen over de leerlingenkoepelverenigingen verdeeld in verhouding tot het aantal raden dat elk ervan overkoepelt.

§ 2. De Vlaamse Regering sluit een beheersovereenkomst met de leerlingenkoepelvereniging af voor de betreffende subsidieperiode. Deze beheersovereenkomst bevat ten minste:

  1. de doelstellingen;

  2. de planning, rapportering en opvolging van de werkzaamheden;

  3. de aanwending van de subsidie.

    De leerlingenkoepelvereniging moet geen aanvraag indienen, zoals bepaald in artikel 3 tot en met 6.

    De leerlingenkoepelvereniging maakt een planning die bestaat uit een werkingsprogramma voor de betreffende subsidieperiode met overeenstemmende begroting, en jaarlijks een actieplan met concrete acties en een overeenstemmende begroting. Het werkingsprogramma voor de betreffende periode is maximaal afgestemd op de doelstellingen uit de beheersovereenkomst.

    De jaarlijkse rapportering over de realisatie van de doelstellingen en acties gebeurt aan de hand van een inhoudelijk verslag en een financieel verslag.

    Een opvolgingsgroep opgericht door het Departement Onderwijs en Vorming van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming staat in voor de periodieke opvolging van de werking van de leerlingenkoepelvereniging.".

    Art. 4. Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2000, wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 7. De jaarlijkse subsidie wordt uitbetaald in twee schijven:

  4. 80 % na de goedkeuring van de planning van de werkzaamheden en de begroting voor het betreffende werkingsjaar;

  5. 20 % na de goedkeuring van de rapportering van de werkzaamheden en het financieel verslag betreffende het werkingsjaar.".

    HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs

    Art. 5. In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, wordt punt 2° vervangen door wat volgt:

    "2° de leerlingen die het lager onderwijs niet hebben gevolgd of niet hebben beëindigd, maar uiterlijk op 31 december na de aanvang van het schooljaar de leeftijd van 12 jaar bereiken;".

    Art. 6. In artikel 31 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, worden paragraaf 5 en 6 vervangen door wat volgt:

    " § 5. Voor de volgende onderverdelingen voldoet de leerling aan de volgende bijzondere toelatingsvoorwaarden:

  6. voor de onderverdeling Integrale veiligheid (Se-n-Se tso): medisch geschikt bevonden zijn rekening houdend met de specificiteit van de beroepssectoren in kwestie. Die geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de duur van de opleiding, tenzij er een aanleiding is om de geschiktheid te herevalueren. Een ongeschiktheidsverklaring in de loop van het schooljaar impliceert de beslissing van de betrokken personen om de leerling uiterlijk op het einde van dat schooljaar de opleiding te laten stopzetten;

  7. voor de onderverdeling Integrale veiligheid (Se-n-Se tso) en de onderverdeling Veiligheidsberoepen (specialisatiejaar bso): aan de specifieke toegangsvoorwaarden voldoen voor het uittreksel uit het strafregister en het identiteitsdocument, vermeld in artikel 9, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 23 mei 2018 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan.

    Dat identiteitsdocument geeft aan dat de leerling onderdaan is van en zijn hoofdverblijfplaats heeft in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.

    Daarenboven gelden voor de onderverdeling Integrale veiligheid (Se-n-Se tso) en de onderverdeling Veiligheidsberoepen (specialisatiejaar bso), meer bepaald voor wat betreft het opleidingsonderdeel tot het behalen van het algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent beschreven in artikel 14 van hoger vermeld koninklijk besluit van 23 mei 2018, specifieke voorwaarden. Deze voorwaarden, zoals bepaald in artikel 49, 50 en 51 van hoger vermeld koninklijk besluit van 23 mei 2018, zijn:

  8. dat de periode tussen de allereerste les van bedoeld opleidingsonderdeel die een reguliere school of private opleidingsinstelling organiseert, tot en met het behalen van het algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent en het laatste examen van die opleiding beperkt is tot twee kalenderjaren;

  9. dat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT