28 APRIL 2017. - Koninklijk besluit tot vaststelling van boek VII - Biologische agentia van de codex over het welzijn op het werk

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, genummerd bij de wet van 7 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 28 februari 2014, artikel 5, § 3 en artikel 12, § 1, 5°, gewijzigd bij de wet van 3 juni 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia op het werk;

Gelet op het advies nr. 189 van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 11 december 2015;

Gelet op het advies nr. 60.046/1 van de Raad van State, gegeven op 19 oktober 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Boek VII.- Biologische agentia van de codex over het welzijn op het werk wordt vastgesteld als volgt:

"BOEK VII.- BIOLOGISCHE AGENTIA

TITEL 1.- ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Art. VII.1-1.- Deze titel is van toepassing op werkzaamheden waarbij werknemers ten gevolge van het werk worden of kunnen worden blootgesteld aan biologische agentia.

Art. VII.1-2.- Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

  1. micro-organisme: een al dan niet cellulaire microbiologische entiteit, met het vermogen van replicatie of overdracht van genetisch materiaal;

  2. celcultuur: het resultaat van het in vitro kweken van cellen afkomstig van meercellige organismen;

  3. scherp medisch instrument: een voor de uitoefening van bepaalde medische handelingen benodigd voorwerp of instrument dat kan snijden of prikken en verwondingen en/of infecties kan veroorzaken. Een scherp medisch instrument wordt beschouwd als een arbeidsmiddel in de zin van boek IV, titel 2.

    HOOFDSTUK II. - Risicoanalyse

    Art. VII.1-3.- De biologische agentia worden in vier gevaargroepen ingedeeld, naar gelang van het risico van infectieziekte dat zij met zich brengen:

  4. een biologisch agens van groep 1 is een agens waarvan het onwaarschijnlijk is dat het bij de mens een ziekte kan veroorzaken;

  5. een biologisch agens van groep 2 is een agens dat bij de mens een ziekte kan veroorzaken en een gevaar voor de werknemers kan opleveren; het is onwaarschijnlijk dat het zich onder de bevolking verspreidt; er bestaat gewoonlijk een effectieve profylaxe of behandeling;

  6. een biologisch agens van groep 3 is een agens dat bij de mens een ernstige ziekte kan veroorzaken en een groot gevaar voor de werknemers kan opleveren; er is een kans dat het zich onder de bevolking verspreidt, doch gewoonlijk bestaat er een effectieve profylaxe of behandeling;

  7. een biologisch agens van groep 4 is een agens dat bij de mens een ernstige ziekte veroorzaakt en een groot gevaar voor de werknemers oplevert; er is een grote kans dat het zich onder de bevolking verspreidt; gewoonlijk bestaat er geen effectieve profylaxe of behandeling.

    De lijsten van deze biologische agentia en hun classificatie voor de groepen 2, 3 en 4 zijn opgenomen in bijlage VII.1-1.

    Art. VII. 1-4.- In het kader van de risicoanalyse, zijn de werkgevers gehouden:

  8. voor alle werkzaamheden waarbij zich een risico bij blootstelling aan biologische agentia kan voordoen, de aard, de mate en de duur van de blootstelling van de werknemers te bepalen, teneinde:

    1. elk risico voor de gezondheid of de veiligheid van de werknemers te kunnen beoordelen;

    2. vast te stellen welke maatregelen moeten worden genomen;

    3. vast te stellen voor welke werknemers speciale beschermende maatregelen en maatregelen in verband met het gezondheidstoezicht nodig kunnen zijn;

  9. voor werkzaamheden die blootstelling aan verscheidene groepen van biologische agentia met zich brengen, het risico te beoordelen op basis van het gevaar dat wordt opgeleverd door alle biologische agentia die bij die werkzaamheden aanwezig zijn;

  10. voor werkzaamheden die blootstelling aan biologische agentia met zich brengen, de periodiciteit van de beoordeling vast te stellen volgens de aard van de verkregen resultaten en onverminderd de in artikel VII.1-7 bepaalde gevallen.

    Art. VII.1-5.- De werkgever verricht de risicoanalyse in samenwerking met de bevoegde preventieadviseur en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, en baseert zich daarbij op alle beschikbare informatie, inzonderheid:

  11. de in bijlage VII.1-1 bedoelde classificatie van biologische agentia die een gevaar voor de menselijke gezondheid zijn of kunnen zijn;

  12. de aanbevelingen, verstrekt door de instanties die door de Minister als bevoegd worden beschouwd, om het biologische agens aan preventiemaatregelen te onderwerpen teneinde de gezondheid van de werknemers te beschermen wanneer die ten gevolge van hun werk aan een dergelijk agens worden of kunnen worden blootgesteld;

  13. de informatie over ziekten die de werknemers kunnen oplopen ten gevolge van hun beroepsactiviteiten;

  14. de allergene of toxogene effecten van de biologische agentia die de werknemers ten gevolge van hun werk kunnen ondervinden;

  15. het feit dat een werknemer is getroffen door een infectie of een ziekte die rechtstreeks verband houdt met zijn werk.

    Art. VII.1-6.- Voor de diensten op het gebied van gezondheidszorg en diergeneeskunde, met uitzondering van diagnoselaboratoria, is de werkgever gehouden, ten behoeve van de risicoanalyse, speciaal aandacht te besteden aan:

  16. onzekerheid over de aanwezigheid van biologische agentia in het organisme van patiënten of van dieren en in de daaruit afkomstige monsters en afval;

  17. het gevaar van in het organisme van patiënten of van dieren en in de daaruit genomen materialen en monsters aanwezige of vermoede biologische agentia;

  18. de aan de aard van het werk verbonden risico's.

    Art. VII.1-7.- De in de artikelen VII.1-3 en VII.1-4 bedoelde risicoanalyse moet op gezette tijden worden herhaald en in ieder geval telkens wanneer er een wijziging plaatsvindt van de omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de blootstelling van werknemers aan biologische agentia, en indien blijkt dat een werknemer getroffen wordt door een infectie of een ziekte die het resultaat zou zijn van zo'n blootstelling.

    Art. VII.1-8.- De elementen die bij de risicoanalyse hebben meegespeeld, inzonderheid deze bedoeld in de artikelen VII.1-5 en VII.1-6, de resultaten van de risicoanalyse en de te nemen algemene maatregelen worden bijgehouden in een geschreven document dat wordt voorgelegd aan het advies van het Comité.

    Art. VII.1-9.- De werkgever stelt, desgevraagd, het geschreven document bedoeld in artikel VII.1-8 ter beschikking van de met het toezicht belaste ambtenaar.

    HOOFDSTUK III. - Lijst van de blootgestelde werknemers

    Art. VII.1-10.- Onverminderd de bepaling van artikel I.4-5, houdt de werkgever, op de arbeidsplaats en ter beschikking van de met het toezicht belaste ambtenaren, een naamlijst bij van de werknemers die de in artikel VII.1-4 bedoelde werkzaamheden verrichten en die worden blootgesteld aan biologische agentia van groep 3 of 4, waarbij wordt aangegeven welk soort werk werd verricht, met zo mogelijk de vermelding van het biologisch agens waaraan de werknemers worden blootgesteld en, in voorkomend geval, de in artikel VII.1-76 bedoelde ongevallen of incidenten.

    Art. VII.1-11.- De lijst wordt in de hoofdzetel van het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne of externe dienst van de werkgever bewaard gedurende ten minste tien jaar na het einde van de blootstelling.

    De lijst wordt op dezelfde plaats gedurende een periode van dertig jaar na de laatst bekende blootstelling bewaard ingeval het gaat om blootstellingen die kunnen resulteren in infecties die:

  19. worden veroorzaakt door biologische agentia waarvan bekend is dat zij hardnekkige of latente infecties teweeg kunnen brengen;

  20. op basis van de huidige kennis pas vele jaren later, wanneer de ziekte zich ontwikkelt, kunnen worden onderkend;

  21. een bijzonder lange incubatieperiode hebben, alvorens de ziekte zich ontwikkelt;

  22. behandeling ten spijt, gedurende lange tijd steeds opnieuw de kop opsteken;

  23. ernstige gevolgen op lange termijn kunnen hebben.

    Het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne of externe dienst die zijn werkzaamheden staakt, verwittigt de algemene directie TWW ten minste drie maanden op voorhand, ten einde deze de gelegenheid te geven te beslissen welke maatregelen moeten worden genomen betreffende de bestemming van de naamlijst.

    Art. VII.1-12.- De bevoegde preventieadviseur en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer krijgen inzage in de lijst.

    Art. VII. 1-13.- Iedere werknemer krijgt inzage in de informatie van de lijst die hem persoonlijk betreft.

    HOOFDSTUK IV. - Algemene preventiemaatregelen

    Art. VII.1-14.- Indien de aard van het werk het toelaat, vermijdt de werkgever het gebruik van een gevaarlijk biologisch agens door het te vervangen door een biologisch agens dat, volgens de huidige stand van de kennis, in de omstandigheden waaronder het wordt gebruikt niet of minder gevaarlijk is voor de gezondheid van de werknemers.

    Art. VII.1-15.- Onverminderd de bepalingen van artikel VII.1-14, moet de blootstelling van de werknemers door passende fysieke beheersingsmaatregelen worden voorkomen, indien de resultaten van de in de artikelen VII.1-3 en VII.1-4 bedoelde risicoanalyse op een risico voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers wijzen.

    Art. VII.1-16.- Indien het gezien de werkzaamheden en de risicoanalyse technisch niet mogelijk is de blootstelling van de werknemers te voorkomen, brengt de werkgever de risico's terug tot een zodanig laag niveau als voor een adequate bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de betrokken werknemers noodzakelijk is, met name door onderstaande maatregelen toe te passen met inachtneming van het resultaat van de risicoanalyse:

  24. een zodanige opzet van de arbeidsprocédés en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT