27 NOVEMBER 2015. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds, ondertekend te Brussel op 21 mei 2014 (1) (2)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. De Overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds, ondertekend te Brussel op 21 mei 2014, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 27 november 2015.

FILIP

Van Koningswege :

De minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken,

D. REYNDERS

De minister van Financiën,

J. VAN OVERTVELDT

Met 's Lands zegel gezegeld :

De minister van Justitie,

K. GEENS

_______

Nota's

(1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) :

Stukken : 54-1356

Integraal verslag : 12/11/2015

(2) Lijst van de gebonden staten

OVEREENKOMST BETREFFENDE DE OVERDRACHT EN MUTUALISATIE VAN DE BIJDRAGEN AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK AFWIKKELINGSFONDS

De overeenkomstsluitende partijen, het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Iland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland;

Vastbesloten om in de Europese Unie een geïntegreerd financieel kader tot stand te brengen waarvan de bankenunie een fundamenteel onderdeel uitmaakt;

Herinnerend aan het Besluit van de vertegenwoordigers van de lidstaten van de eurozone, in het kader van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2013 bijeen, met betrekking tot het voeren van onderhandelingen over en het sluiten van een intergouvernementele overeenkomst betreffende het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (het "Fonds") ingesteld bij Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (1) ("GAM - verordening"), alsook aan de aan dat besluit gehechte beschrijving van hetgeen bij die overeenkomst dient te worden geregeld (de "Terms of Reference");

Overwegende hetgeen volgt :

(1) De afgelopen jaren heeft de Europese Unie een aantal rechtshandelingen aangenomen die cruciaal zijn voor het verwezenlijken van de interne markt voor financiële diensten en voor het waarborgen van de financiële stabiliteit van de eurozone en van de Unie als geheel, alsmede voor het proces dat moet leiden tot een hechtere economische en monetaire unie.

(2) In juni 2009 heeft de Europese Raad gepleit voor het opstellen van "één enkel Europees "rulebook" dat toepasselijk is voor alle financiële instellingen van de interne markt". De Unie heeft aldus een gemeenschappelijk pakket geharmoniseerde prudentiële voorschriften opgesteld die de kredietinstellingen in de hele Unie in acht moeten nemen, namelijk bij Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) en bij Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (3).

(3) Voorts heeft de Unie de Europese toezichthoudende autoriteiten opgericht, waaraan een aantal taken op het gebied van microprudentieel toezicht wordt toevertrouwd. Het betreft de Europese Bankautoriteit (EBA), vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (4), de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB), vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5) en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA), vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (6). Dat is gepaard gegaan met de oprichting van het Europees Comité voor systeemrisico's bij Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad (7), waaraan een aantal taken op het gebied van macroprudentieel toezicht is toevertrouwd.

(4) De Unie heeft een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (8) waarbij aan de Europese Centrale Bank (ECB) specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, en waarbij aan de ECB, die handelt in samenwerking met de nationale bevoegde autoriteiten, toezichtsbevoegdheden worden verleend ten aanzien van de kredietinstellingen welke zijn gevestigd in de lidstaten die de euro als munt hebben en in de lidstaten die de euro niet als munt hebben en welke voor toezichtdoeleinden een nauwe samenwerking zijn aangegaan met de ECB (de "deelnemende lidstaten").

(5) Door de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (9) ("BHA-richtlijn"), harmoniseert de Unie de nationale wet- en regelgeving inzake de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen, waarbij hij onder meer voorziet in de instelling van nationale financieringsregelingen voor de afwikkeling.

(6) De Europese Raad van 13 en 14 december 2012 heeft verklaard : "Als het bankentoezicht daadwerkelijk bij een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme komt te berusten, is er een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme nodig, met de nodige bevoegdheden om ervoor te zorgen dat banken in deelnemende lidstaten met passende instrumenten kunnen worden afgewikkeld". De Europese Raad van 13 en 14 december 2012 heeft voorts verklaard dat "het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme moet berusten op bijdragen van de financiële sector zelf en passende, effectieve achtervangregelingen moet omvatten. Deze achtervang moet op de middellange termijn begrotingsneutraal zijn, door ervoor te zorgen dat de overheidssteun achteraf wordt gecompenseerd door middel van ex-post-heffingen op de financiële sector". Tegen deze achtergrond heeft de Unie de GAM -verordening vastgesteld die voorziet in een gecentraliseerd besluitvormingssysteem voor afwikkeling, dat door middel van de instelling van het Fonds over afdoende financieringsmiddelen beschikt. De GAM-verordening is van toepassing op de in de deelnemende lidstaten gelegen entiteiten.

(7) De GAM-verordening voorziet met name in het Fonds en in de modaliteiten voor het gebruik ervan. De BHA- richtlijn en de GAM-verordening bevatten de algemene criteria om te bepalen hoe de vooraf en achteraf te betalen bijdragen van instellingen die noodzakelijk zijn voor de financiering van het Fonds worden vastgesteld en berekend, alsook een verplichting voor de lidstaten om deze bijdragen op nationaal niveau te innen. De deelnemende lidstaten die op grond van de BHA-richtlijn en GAM-verordening de bijdragen van de op hun grondgebied gelegen instellingen innen, blijven evenwel bevoegd wat het overdragen van die bijdragen aan het Fonds betreft. De verplichting om de op nationaal niveau geïnde bijdragen aan het fonds over te dragen, vloeit niet voort uit het recht van de Unie. Deze verplichting zal worden ingesteld bij de onderhavige overeenkomst, die de voorwaarden bepaalt waaronder de overeenkomstsluitende partijen, conform hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen, gezamenlijk overeenkomen de door hen op nationaal niveau geïnde bijdragen aan het Fonds over te dragen.

(8) De bevoegdheid van elk van de deelnemende lidstaten om de op nationaal niveau geïnde bijdragen over te dragen, dient zodanig te worden uitgeoefend dat zij in overeenstemming is met het in artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) verankerde beginsel van loyale samenwerking, op grond waarvan de lidstaten, onder meer, de vervulling van de taken van de Unie faciliteren en zich onthouden van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen. Met het oog op de goede werking van het Fonds dienen de deelnemende lidstaten er daarom voor te zorgen dat de nodige financiële middelen op uniforme wijze naar het Fonds worden geleid.

(9) Bijgevolg hebben de overeenkomstsluitende partijen deze overeenkomst gesloten, waarbij zij zich er onder meer toe verbinden om de op nationaal niveau geïnde bijdragen aan het Fonds over te dragen, op grond van eenvormige criteria, modaliteiten en voorwaarden, met name de toewijzing, gedurende een overgangsperiode, van de op nationaal niveau geïnde bijdragen aan onderscheiden, met elk van de overeenkomstsluitende partijen overeenstemmende compartimenten, alsook de geleidelijk toenemende mutualisatie van de compartimenten op zodanige wijze dat de compartimenten aan het einde van de overgangsperiode ophouden te bestaan.

(10) De overeenkomstsluitende partijen herinneren eraan dat zij beogen een gelijk speelveld te behouden en de totale kosten van de afwikkeling voor de belastingbetaler te beperken, en zij zullen bij het bepalen van de bijdragen aan het Fonds en de fiscale behandeling daarvan rekening houden met de algehele last voor de respectieve banksectoren.

(11) De inhoud van deze overeenkomst is beperkt tot de specifieke aspecten inzake het Fonds die tot de bevoegdheid van de lidstaten blijven behoren. Deze overeenkomst heeft geen gevolgen voor op grond van het recht van de Unie vastgestelde gemeenschappelijke regels, noch voor hun toepassingsgebied. De overeenkomst is veeleer bedoeld ter aanvulling van de Uniewetgeving inzake de afwikkeling van banken, alsook ter ondersteuning van de verwezenlijking van het beleid van de Unie waarmee zij van nature verband...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT