27 NOVEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20 en 87, § 1;

Gelet op het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed, artikel 3/1, artikel 3/2, derde lid, artikel 3/7, artikel 3/8, artikel 4, artikel 6, artikel 7, tweede lid, artikel 8, § 1, tweede lid, artikel 8, § 1, derde lid, artikel 8, § 3, artikel 8, § 4, eerste lid, artikel 8, § 5, eerste lid, artikel 9, § 1, artikel 10, 11/1 en artikel 13/3;

Gelet op het decreet van 9 mei 2014 houdende wijziging van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed en het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, artikel 28;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot uitvoering van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juni 2015;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2015;

Gelet op het advies van de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed van 26 augustus 2015;

Gelet op het advies van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van 31 augustus 2015;

Gelet op het advies 58.282/3 van de Raad van State, gegeven op 10 november 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 2015;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Citeeropschrift

Artikel 1. Dit besluit wordt aangehaald als : het Varenderfgoedbesluit van 27 november 2015.

HOOFDSTUK 2. - Definities

Art. 2. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. beheersmaatregel : een werk, levering of dienst, die een premienemer in het kader van een goedgekeurd beheersprogramma verricht of laat verrichten, met het oog op de instandhouding, het onderhoud, het herstel, de restauratie of de wetenschappelijk verantwoorde reconstructie van een of meer erfgoedelementen of met het oog op het behoud of het herstel van de operationele staat van het beschermd varend erfgoed;

  2. decreet van 29 maart 2002 : het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed;

  3. erfgoedelement : een structurele en visuele component die de eigenheid van het beschermd varend erfgoed mee bepaalt en die mee aan de grondslag ligt van de bescherming op basis van een waarderingsonderzoek;

  4. erfgoedwaarde : de historische, wetenschappelijke, industrieel-archeologische, esthetische of andere sociaal-culturele waarde waar het varend erfgoed zijn huidige of toekomstige maatschappelijke betekenis aan ontleent;

  5. handeling : een werk, wijziging of activiteit;

  6. kostenraming : een lijst met posten van de beoogde onderhouds-, beheers- of openstellingsmaatregelen met, in voorkomend geval, een aanduiding van de benodigde hoeveelheden en hun vermoedelijke kostprijs;

  7. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het varend erfgoed;

  8. onderhoudsmaatregel : een werk, levering of dienst met het oog op de instandhouding of het onderhoud van een of meer erfgoedelementen of met het oog op het behoud van de operationele staat van het beschermd varend erfgoed;

  9. opengesteld varend erfgoed : het beschermd varend erfgoed dat op regelmatige basis opengesteld wordt voor een breed publiek met als doel op een actieve en sprekende manier inzicht te geven in de erfgoedwaarden van het varend erfgoed, en dat uitdrukkelijk als dusdanig aanvaard is in de beslissing waarbij het beheersprogramma is goedgekeurd;

  10. openstellingsmaatregel : een werk, levering of dienst in functie van de openstelling voor een breed publiek van het opengesteld varend erfgoed;

  11. premienemer : de opdrachtgever van de onderhouds-, beheers- of openstellingsmaatregelen die de kosten ervan draagt.

    HOOFDSTUK 3. - Inventaris van het varend erfgoed

    Art. 3. De minister stelt voor de inventaris van het varend erfgoed een inventarismethodologie vast. Die inventarismethodologie bevat :

  12. de wijze van beschrijving van de erfgoedwaarden bij opname in de vastgestelde inventaris;

  13. het afwegingskader dat gehanteerd wordt om het varend erfgoed te waarderen.

    In de inventarismethodologie worden minstens de selectiecriteria zeldzaamheid, representativiteit, herkenbaarheid en materiële toestand opgenomen.

    Art. 4. De minister stelt de inventaris van het varend erfgoed vast na de vaststelling van de inventarismethodologie.

    De vastgestelde inventaris wordt beschikbaar gesteld op de website van het agentschap.

    Art. 5. De minister stelt het model en het gebruik van het herkenningsteken voor het varend erfgoed, dat in de vastgestelde inventaris van het varend erfgoed is opgenomen, vast.

    HOOFDSTUK 4. - Bescherming

    Art. 6. Het agentschap stelt een databank van beschermd varend erfgoed digitaal beschikbaar op zijn website. Die databank bevat de voorlopige en definitieve beschermingsbesluiten en de wijzigings- en opheffingsbesluiten die genomen zijn met toepassing van het decreet van 29 maart 2002.

    De entiteit die belast is met de handhaving, houdt een databank bij van elk proces-verbaal dat wordt opgemaakt voor misdrijven en inbreuken op het decreet van 29 maart 2002, van het verdere gevolg dat aan die processen-verbaal wordt gegeven, en van de uitvoering van eventuele herstelmaatregelen.

    Art. 7. De minister stelt het model en het gebruik van het herkenningsteken van definitief beschermd varend erfgoed vast.

    HOOFDSTUK 5. - Rechtsgevolgen van een bescherming

    Afdeling 1. - Algemene voorschriften voor instandhouding en onderhoud

    Art. 8. De eigenaar en de gebruiker van voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed zijn verplicht de instandhouding en het onderhoud van het varend erfgoed te verzekeren, overeenkomstig artikel 8, § 1, eerste lid van het decreet van 29 maart 2002, door :

  14. een passende verzekering af te sluiten;

  15. in te staan voor een veilige en bereikbare ligplaats;

  16. in te staan voor een winterberging of tijdelijke droogzetting als dat door de aard en de typologie van het vaartuig noodzakelijk is voor een degelijke instandhouding op lange termijn;

  17. het varend erfgoed te vrijwaren van abnormale en structurele waterinfiltratie;

  18. de beschermings- en afwerkingslagen van de romp, de dekken en de opbouw in stand te houden en te onderhouden;

  19. de motoren, de aandrijving, het staand en lopend want, de installaties, de technische uitrusting, de inrichting en de afwerkingen met erfgoedwaarde in stand te houden, te onderhouden en, in voorkomend geval, operationeel te houden;

  20. gepaste maatregelen te nemen bij schade ten gevolge van calamiteiten.

    Afdeling 2. - Meldingsplichten

    Art. 9. De volgende handelingen aan of in voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed kunnen niet worden aangevat zonder melding aan het agentschap, overeenkomstig artikel 8, § 1, derde lid van het decreet van 29 maart 2002 :

  21. handelingen die de erfgoedwaarden, zoals opgesomd en gemotiveerd in het besluit tot voorlopige of definitieve bescherming, kunnen aantasten of de erfgoedelementen kunnen beschadigen of vernietigen;

  22. handelingen die het uitzicht van het beschermd varend erfgoed aanmerkelijk wijzigen, structurele werken aan het beschermd varend erfgoed inhouden of nieuwe structuren aan of in het beschermd varend erfgoed toevoegen;

  23. andere handelingen, dan de handelingen, vermeld in punt 1° en 2°, die worden opgelegd door andere wet-, decreet- en regelgeving of door derden.

    De meldingsplicht, vermeld in het eerste lid, vervalt voor de handelingen aan of in het beschermd varend erfgoed die opgenomen zijn in de beslissing tot goedkeuring van het beheersprogramma, vermeld in artikel 21, § 1.

    Art. 10. § 1. De handelingen, vermeld in artikel 9, eerste lid, worden schriftelijk gemeld bij het agentschap.

    De melding bestaat minstens uit :

  24. de contactgegevens van de melder van de handelingen;

  25. de contactgegevens van de eigenaars van het beschermd varend erfgoed, als die afwijken van de gegevens, vermeld in punt 1° ;

  26. de nauwkeurige beschrijving van de handelingen die worden gepland en, in voorkomend geval, van de vastgelegde uitvoeringstechniek en van de te gebruiken materialen, aangevuld met foto's of tekeningen als dat nodig is;

  27. de motivatie voor de handelingen die zijn gepland;

  28. de vermelding van de vermoedelijke begin- en einddatum van de handelingen;

  29. de vermelding van de locatie waar de geplande handelingen zullen plaatsvinden.

    § 2. Het agentschap onderzoekt of de gemelde handelingen in overeenstemming zijn met de verplichtingen in de artikelen 8, § 1 en 8/1 van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed en met de doelstellingen van het toekomstige beheer, zoals vermeld in het besluit tot voorlopige of definitieve bescherming. Als de gemelde handelingen in strijd zijn met die verplichtingen of doelstellingen, geeft het agentschap onverwijld een raadgeving of aanmaning aan de melder van de handeling.

    Art. 11. § 1. Overeenkomstig artikel 8, § 4, van het decreet van 29 maart 2002, meldt de eigenaar schriftelijk aan het agentschap elke wijziging van vaste ligplaats van voorlopig of definitief beschermd varend erfgoed.

    § 2. Het agentschap houdt een register bij van vaste ligplaatsen.

    De minister kan de nadere vormvereisten voor het register, vermeld in het eerste lid, bepalen.

    Afdeling 3. - Toelatingsplicht voor het buiten de Vlaamse Gemeenschap brengen van beschermd varend erfgoed

    Onderafdeling 1. - Beschermd varend erfgoed tijdelijk buiten de Vlaamse Gemeenschap brengen

    Art. 12. Om beschermd varend erfgoed tijdelijk en voor een aaneensluitende periode van langer dan negen maanden buiten de Vlaamse Gemeenschap te kunnen brengen, moet een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT