27 JANUARI 2022. - Ordonnantie houdende goedkeuring van de algemene rekening en eindregeling van de begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het jaar 2018

Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :

TITEL I. - Uitvoeringsrekening van de begroting

HOOFDSTUK I. - Middelenbegroting

Artikel 1. De raming van de vastgestelde rechten van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het begrotingsjaar 2018 bedraagt, in overeenstemming met de bijgevoegde tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Middelenbegroting : . . . . . 1.539.676.000,00 euro

Art. 2. De ten voordele van de diensten van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën vastgestelde rechten voor het begrotingsjaar 2018 bedragen, in overeenstemming met de bijgevoegde tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting- Middelenbegroting : . . . . . 756.732.381,94 euro

HOOFDSTUK II. - Algemene uitgavenbegroting

Art. 3. De raming van de vastleggingskredieten ten laste het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het begrotingsjaar 2018 bedraagt, overeenkomstig de bijgevoegde tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Algemene uitgavenrekening : . . . . . 1.539.676.000,00 euro

Art. 4. De bedragen die tijdens het begrotingsjaar 2018 werden vastgelegd uit hoofde van verbintenissen ontstaan of aangegaan tijdens dit begrotingsjaar en, voor de recurrente verbintenissen waarvan de gevolgen zich over meerdere jaren uitstrekken, de tijdens het begrotingsjaar opeisbare bedragen, vertegenwoordigen in het totaal, overeenkomstig de bijgevoegde tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Algemene Uitgavenbegroting » : . . . . . 786.742.465,16 euro

Art. 5. De vereffeningskredieten ten laste van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het begrotingsjaar 2018 bedragen, overeenkomstig de bijgevoegde tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Algemene Uitgavenbegroting » : . . . . . 1.539.676.000,00 euro

Art. 6. De bedragen die tijdens het begrotingsjaar 2018 werden vereffend uit hoofde van de vastgestelde rechten die voortvloeien uit voorafgaandelijk of gelijktijdig vastgelegde verbintenissen bedragen, overeenkomstig de bijgevoegde tabel « Uitvoeringsrekening van de begroting - Algemene Uitgavenbegroting » : . . . . . 786.742.465,16 euro

Art. 7. Conform artikel 62 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en de artikelen 3, 4 en 6 van deze ordonnantie :

  1. het uitstaand bedrag van de vastleggingen op 1 januari 2018 is : . . . . . 0,00 euro

  2. bedragen de kredieten vermeld krachtens artikel 3 : . . . . . 1.539.676.000,00 euro

  3. de aangerekende vastleggingen zijn : . . . . . 786.742.465,16 euro

  4. het verschil tussen de aangerekende vastleggingen vermeld in punt c) en de kredieten vermeld in punt b) is : . . . . . 752.933.534,84 euro

  5. de geannuleerde vastleggingen zijn : . . . . . 0,00 euro

  6. de geannuleerde kredieten op het einde van het begrotingsjaar 2018 zijn : . . . . . 752.933.534,84 euro

  7. het uitstaand bedrag van de vastleggingen op 31 december 2018 is : . . . . . 0,00 euro

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT