27 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitgiftevoorschriften van openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij in de vorm van loterijen met biljetten

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002 en de wet van 10 januari 2010, en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op het advies 63.188/4 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Begroting,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. De loterijen met biljetten van de Nationale Loterij zijn georganiseerd in de vorm van krasbiljetten waarvan de loten uitsluitend zonder trekking worden toegewezen door de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen.

Deze vermelding zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.

Art. 2. De Koning stelt bij een apart besluit de specifieke uitgiftevoorschriften van een krasbiljet vast die betrekking hebben op :

  1. de naam van het biljet;

  2. het aantal biljetten van elke uitgifte;

  3. de verkoopprijs;

  4. het lotenplan;

  5. het spelmechanisme, met name hoe de loterij wordt gespeeld en hoe een lot wordt gewonnen;

  6. de kleine lotenbedragen die in aanmerking worden genomen in het procedé dat garandeert dat de biljetten waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten, evenals de som van de kleine lotenbedragen die toegekend worden aan de biljetten die tot eenzelfde in cellofaan verpakt pakje behoren, zoals bedoeld in artikel 8;

  7. andere kenmerken die specifiek aan het betreffende krasbiljet kunnen zijn.

    Art. 3. Op de voorkant van het biljet staan één of meerdere speelzones, die bedekt is/zijn met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag.

    Op de ondoorzichtige deklaag van de speelzone(s) kunnen louter illustratieve of informatieve grafische voorstellingen, tekeningen, afbeeldingen, foto's of andere vermeldingen voorkomen. Deze vermeldingen kunnen eventueel afgedrukt staan in de nabijheid van de speelzone(s).

    Art. 4. De speler dient te controleren of de ondoorzichtige deklaag die de speelzone(s) bedekt, ongeschonden is op het ogenblik dat hij een biljet verwerft.

    Het spelmechanisme is enkel van toepassing na het volledig afkrassen van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT