27 APRIL 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel om de wachttijd in de arbeidsongeschiktheidsverzekering van 6 maanden tot 12 maanden te verlengen.

In het licht van het advies van de Raad van State en gelet op de gemaakte opmerkingen wordt hierna enige toelichting gegeven.

Artikel 3 wijzigt artikel 204 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Het bepaalt onder welke voorwaarden en hoe lang de gerechtigden die de wachtiijd hebben volbracht het recht op prestaties behouden. Het heeft als tot doel artikelen 129, 1° en 116/2, 1° van voormelde wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen uit te voeren.

De Raad van State is van mening dat artikel 3 zich beperkt tot het herinneren aan de formulering van de bepalingen van de gecoördineerde wet, en de voorwaarden die de Koning volgens de wet moet bepalen, niet aangeeft.

In artikel 3 verduidelijkt de Koning echter wel degelijk de duur tijdens dewelke het recht op prestaties wordt behouden na het vervullen van de wachttijd. De Koning wenst geen bijkomende voorwaarden op te leggen, die moeten vervuld worden om dit behoud van het recht te verzekeren. Artikel 3 moet voor dit aspect dus niet gewijzigd worden.

Artikel 3 werd evenwel verduidelijkt voor een goed begrip door de woorden « die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 207 » in te voegen in het nieuw artikel 204, § 1.

Artikel 12 preciseert dat de bepalingen van voormeld koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de verzekering voor uitkeringen niet van toepassing zijn op de moederschapsverzekering, voor zover er niet wordt afgeweken van de afdelingen I, II, III, IV, IVbis en VIIbis (van Hoofdstuk 3 van Titel 3 van het besluit).

De Raad van State is van mening dat de formulering te algemeen en niet duidelijk genoeg is om uit te maken welke bepalingen gelden voor de moederschapsverzekering.

De formulering van artikel 12 werd gewijzigd voor een beter begrip. Voor de leesbaarheid van de tekst van artikel 219 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996, artikel gewijzigd bij het artikel 12 van dit besluit, lijkt het niet geschikt een lijst met de bepalingen van toepassing op de moederschapsverzekering op te maken. De gebruikte formulering heeft als inspiratiebron de bewoordingen van artikel 219 vóór zijn wijziging bij dit besluit, een bepaling die nooit interpretatiemoeilijkheden heeft veroorzaakt.

Voor het overige werd het besluit aangepast aan de bemerkingen geformuleerd door de Raad van State in zijn advies 61.204/2 van 20 april 2017. Zoals gevraagd door de Raad van State, werd artikel 9 dus aangepast.

Wij hebben de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige

en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Sociale Zaken,

M. DE BLOCK

27 APRIL 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 93, zevende lid, artikel 116, vervangen bij de programmawet van 19 december 2014, de artikelen 116/1, 116/2, 116/3 en 116/5, ingevoegd bij de voornoemde programmawet en de artikelen 128 tot 130, gewijzigd bij de voornoemde programmawet;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor werknemers van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 16 november 2016;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 6 december 2016;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 10 maart 2017;

Gelet op advies nr. 61.204/2 van de Raad van State, gegeven op 20 april 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT