26 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3, 9°, van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering, houdende de regels met betrekking tot de wijze waarop de slachtoffers kunnen vragen om te worden geïnformeerd, om te worden gehoord of om voorwaarden in hun belang te laten opleggen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering, gewijzigd door de wet van 4 mei 2016, inzonderheid op de artikelen 3, 9°, en 23, § 1, derde lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 augustus 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 8 september 2016;

Gelet op het overleg dat plaatsvond op de Interministeriële Conferentie voor de Justitiehuizen van 5 september 2016;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering, die nog grondig werd gewijzigd door de wet van 4 mei 2016 houdende internering en diverse bepalingen inzake Justitie, op 1 oktober 2016 in werking treedt;

Gelet op het advies 60.102/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 september 2016, in toepassing van artikel 84, § 1, 3°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat de inwerkingtredingsdatum die door de wet van 5 februari 2016 was vastgesteld op 1 juli 2016, door de wet van 4 mei 2016 werd uitgesteld naar 1 oktober 2016 juist om de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen te kunnen nemen en het terrein de nodige voorbereidingen te kunnen laten treffen;

Overwegende dat voorliggend koninklijk besluit moest worden opgesteld na een grondige aftasting van het terrein teneinde duidelijke en werkbare procedures uit te werken om aan de slachtoffers kenbaar te kunnen maken volgens welke regels zij, in de door de voornoemde wet bepaalde gevallen, kunnen vragen om te worden geïnformeerd, om te worden gehoord of om voorwaarden in hun belang te laten opleggen bij de uitvoeringsmodaliteiten van de internering;

Overwegende dat voorliggend besluit aldus dringend noodzakelijk is om uitvoering te geven aan het artikel 3, 9°, van de wet van 5 mei 2014.

Op de voordracht van de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de wet: de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering;

  2. de bevoegde dienst van de Gemeenschappen: de door de Gemeenschappen aangeduide dienst die instaat voor de algemene en specifieke informatieverstrekking en voor de ondersteuning van en de bijstand aan slachtoffers in het kader van de uitvoeringsmodaliteiten van de internering;

  3. de slachtofferverklaring: een document waarvan het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT