26 OKTOBER 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de arbeidsvoorwaarden; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2013 betreffende de arbeidsvoorwaarden (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend worden verklaard :

  1. de als bijlage 1 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de arbeidsvoorwaarden;

  2. de als bijlage 2 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2013 betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 2015.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage 1

Paritair Subcomité voor de betonindustrie

Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2013

Arbeidsvoorwaarden

(Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2013 onder het nummer 116294/CO/106.02)

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de betonindustrie (PSC 106.02).

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

Sectie I. Lonen en arbeidsvoorwaarden

Subsectie 1.1. Indeling van de arbeiders

Art. 2. De arbeiders worden in zes categorieën ingedeeld :

  1. Productiepersoneel

Categorie 1 : Hulparbeiders

De arbeiders die geen bijzondere kennis of voorafgaande opleiding hebben, doch enkel een oplettendheid en een gewoonte van arbeid welke zij kunnen verwerven door een aanpassingsperiode van minder dan vijftien dagen.

Deze arbeiders kunnen gemeenschappelijke vervoerapparaten gebruiken (kruiwagens, transpaletten met of zonder motor, drijfschoppen, duivels, wagentjes, loopwagentjes, roltransporteurs, enz.).

Dit zijn namelijk : de arbeiders tewerkgesteld aan het lossen en het behandelen van de grondstoffen, aan de voorbereiding van de wapeningen (puntlassers), aan het bevochtigen en het behandelen van de afgewerkte producten of van de producten tijdens de fabricatie, aan het opstapelen en het inpakken van de producten, aan het bergen ervan in magazijn, aan het laden van de afgewerkte producten, de begeleiders van vrachtwagens, enz.

De helpers van de geoefende arbeiders van tweede categorie worden eveneens in deze categorie ingedeeld.

Het aantal arbeiders dat een onderneming met het loon van de categorie "hulparbeiders" mag bezoldigen, is als volgt beperkt :

- indien de onderneming in totaal minder dan 10 arbeiders tewerkstelt : 0

- indien de onderneming in totaal van 10 tot 19 arbeiders tewerkstelt : 1

- indien de onderneming in totaal van 20 tot 29 arbeiders tewerkstelt : 2

- indien de onderneming in totaal van 30 tot 39 arbeiders tewerkstelt : 3

- enz.

Categorie 2 : Geoefenden van tweede categorie

De arbeiders die in de eigenlijke fabricatie zijn betrokken en zij die verantwoordelijk en/of leiding hebben van productiemachines of van hijs- en behandelingstoestellen met titularis.

Dit zijn namelijk : de arbeiders die verantwoordelijk zijn voor het bereiden en het samenstellen van de mengsels, voor het bedienen van de tot dit doel gebruikte toestellen (meng-, zeef-, droogmolens, kneedtoestellen, betonmolens, betoncentrales, enz.); de samenstellers van de wapeningen; de verantwoordelijken voor de triltafels, trilmachines, persen en andere gelijkaardige productietoestellen, voor het vervaardigen en afwerken van gegoten stukken uit beton of uit hersamengestelde steen, voor het vormgieten en het persen van cementtegels en tegels uit marmermozaïek, voor het vormgieten van speciale stukken in marmeragglomeraten (traptreden, vensterbanken, enz.), voor het werk aan de zogenaamde automatische persen en aan de slijp- en polijsttoestellen, zonder deze te besturen voor het stoppen, het sorteren en het nazien van de producten, voor zaagmachines, voor het bedienen van spantoestellen; de titularissen van hijs- en behandelingstoestellen zoals "clarks", "lifttrucks", kranen, automatische schoppers, rolbruggen; de vrachtwagenbestuurders, enz.

Categorie 3 : Geoefenden van eerste categorie

De arbeiders van de vorige categorie waarvan de functies bijzondere hoedanigheden van aanpassing, initiatief en doorzicht, een langere en betere opleiding, een voortdurende gespannen aandacht in de uitvoering van het werk vereisen, wegens de belangrijkheid van het materieel dat zij moeten besturen en waarvoor zij verantwoordelijk zijn en de waarde van de grondstoffen die zij moeten aanwenden.

Dit zijn namelijk : de verantwoordelijken die de leiding hebben van de zogenaamde automatische persen en de geperfectioneerde slijp- en polijstmachines, enz.

De helpers van de arbeiders van deze categorie worden gelijkgesteld met de hulparbeiders of de geoefende arbeiders van tweede categorie, naargelang het werk dat zij verrichten.

Categorie 4 : Vaklieden van tweede categorie

De arbeiders die minstens gedurende één jaar hun vak hebben uitgeoefend, nadat zij de daarmee in verband staande beroepsleergangen met vrucht hebben gevolgd; de arbeiders die minstens gedurende drie jaar hetzelfde vak hebben uitgeoefend en waarvoor beroepsleergangen bestaan; deze arbeiders moeten het bewijs leveren van een klaarblijkelijke praktische en technische kennis.

Dit zijn namelijk : de monteerders, bankwerkers, draaiers, booglassers, autogeenlassers, gereedschapsmakers, boetseerders, elektriciens, schrijnwerkers, timmerlieden, metselaars, cementbezetters, mecaniciens, enz.

De helpers van de arbeiders van deze categorie worden opgenomen in één van de vorige drie categorieën, naargelang het werk dat zij verrichten.

Categorie 5 : Vaklieden van eerste categorie

De arbeiders van de voorgaande categorie, die kunnen worden beschouwd als bijzonder geschoolden omwille van hun meer dan gemiddelde geschiktheid.

  1. Schoonmaakpersoneel

Categorie 6 : Kuismannen(vrouwen)

De werkgevers die geen beroep doen op extern schoonmaakpersoneel, kunnen arbeiders in dienst nemen die belast zijn met de schoonmaak van :

- kantoren en laboratoria;

- refters, keukens en dergelijke;

-...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT