26 JUNI 2022. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 16, tweede lid, en 19, tweede lid, van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie, evenals van het artikel 9, tweede lid, van de wet van 23 december 2021 tot wijziging van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie, artikelen 16, tweede lid, en 19, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 23 december 2021;
Gelet op de wet van 23 december 2021 tot wijziging van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie, artikel 9, tweede lid;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 juni 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 22 juni 2022;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de artikelen 11 tot en met 15 van hoofdstuk 5, de artikelen 17 en 18 van hoofdstuk 6, en het artikel 20 van hoofdstuk 7 van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie, buiten werking treden op 1 juli 2022;
Dat het beheersen van de COVID-19-epidemie vereist dat de nodige voorbereidingen worden getroffen om het verzorgend personeel en de ziekenhuizen, die al sterk betrokken en overbevraagd zijn bij het beheer van de COVID-19-gezondheidscrisis, verder te ondersteunen;
Dat enerzijds de artikelen 11 tot en met 15 van hoofdstuk 5 van bovenvermelde wet het mogelijk maken dringende maatregelen te nemen om de opname van COVID-19-patiënten in de ziekenhuizen te beheren;
Dat de mogelijkheid om deze maatregelen te nemen moet worden verlengd tot het einde van het jaar, zodat de gevolgen van de lock-out en het risico op heropflakkeringen van besmettingen, evenals de risico's die dat voor de ziekenhuizen inhoudt, naar behoren kunnen worden beheerd en zodat de goede zorgverlening in de ziekenhuizen blijft gewaarborgd;
Dat anderzijds de artikelen 17 en 18 van hoofdstuk 6 van dezelfde wet, het mogelijk maken de capaciteit om patiënten op COVID-19 te screenen, te verhogen door te voorzien in de mogelijkheid dat bepaalde studenten in de gezondheidszorg en bepaalde gezondheidszorgberoepsbeoefenaars het personeel in de gezondheidszorg dat normaliter bevoegd is om medische screeningsprocedures uit te voeren, versterken;
Dat ten slotte artikel 20, vermeld in...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI