26 JUNI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang, wat betreft de aanpassing van de maatregelen voor de gezinnen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en preventieve gezinsondersteuning, wat betreft de aanpassing van de maatregelen voor de gezinnen

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, artikel 5, § 2, 2°, a), artikel 8, § 2, artikel 12 en artikel 13, § 2;

- het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 8, § 1 en § 3, 1°, artikel 10, 3° en artikel 12, § 1, tweede lid.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 24 juni 2020.

- Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

De bezetting in de sectoren is nog niet voldoende algemeen genormaliseerd, waardoor de subsidie ook nog in de maanden juli en augustus zal doorlopen aangezien dit voor een deel van de sector noodzakelijk is in functie van de leefbaarheid. Dit maakt het wel noodzakelijk om vanaf 1 juli een aantal wijzigingen door te voeren die een gedifferentieerde aanpak mogelijk maakt naargelang een organisator nog al dan niet nood heeft aan de compensatiesubsidie. Een organisator moet, naargelang de situatie in zijn werking, de keuze kunnen maken om geen subsidie meer te vragen en de gewone contractuele afspraken met de gezinnen hierbij te laten hervatten. De maatregelen naar de gezinnen zouden daar immers belemmerend werken voor deze organisatoren om de gewone werking te hervatten. Anderzijds blijft het voor een aandeel van de sector noodzakelijk om een beroep te kunnen doen op de compensatiesubsidie. Aangezien deze organisatoren met de subsidie voor afwezigheidsdagen geen gerechtvaardigde afwezigheidsdagen of respijtdagen in mindering mogen brengen, zouden gezinnen na de zomer nog een onevenredig grote korf gerechtvaardigde afwezigheidsdagen of respijtdagen hebben waarvoor men niet moet betalen aan de organisator. Dit zou op dat moment ernstige nadelige financiële gevolgen kunnen hebben voor deze organisatoren. Daarom is het noodzakelijk een mogelijkheid te bieden aan deze organisatoren om het totaal aantal respijtdagen waarop een gezin op jaarbasis recht heeft in beperkte mate te verminderen om te vermijden dat gezinnen in het najaar, als de compensatiesubsidie (mogelijk) niet meer van toepassing is, nog onevenredig veel respijtdagen hebben waarvoor ze niet moeten betalen. Deze organisatoren met subsidie kunnen evenmin voor de dagen waarop zij...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT