26 JANUARI 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten.

De Waalse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980, tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993,16 juli 1993, 13 juli 2001 en 12 augustus 2003;

Gelet op het bijzonder decreet van 12 juli 1999 tot opvoering van het maximumaantal Regeringsleden;

Gelet op het decreet van 11 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;

Overwegende dat de Regering in staat dient te worden gesteld om zo doeltreffend mogelijk te werken;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, inzonderheid ingegeven door de noodzaak voor de Waalse Regering, samengesteld overeenkomstig artikel 60 van voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, om de continuïteit van de openbare dienstverlening te vrijwaren;

Op de voordracht van de Minister-President,

Besluit :

Artikel 1. In de zin van dit besluit dient te worden verstaan onder :

  1. "Minister": een lid van de Waalse Regering;

  2. « wet » : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 13 juli 2001, 12 augustus 2003, 19 juli 2012 en 6 januari 2014;

  3. "decreet": het decreet van 11 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt.

    Art. 2. Paul Magnette, Minister-President, is bevoegd voor :

  4. de coördinatie van het regeringsbeleid en van de mededeling ervan;

  5. de onderlinge Belgische betrekkingen, met inbegrip van de aanhangigmaking van zaken bij het overlegcomité " Federale Regering, Gemeenschaps- en Gewestregeringen ", alsmede de werking van de instellingen, met inbegrip van de betrekkingen met het Parlement;

  6. de evaluatie, het prospectief beleid en statistiek;

  7. de coördinatie van het plan Marshall 4.0;

  8. de coördinatie van de dossiers betreffende de Europese Structuurfondsen, van hun uitvoering en evaluatie, met inbegrip van de betrekkingen met de Europese, de nationale en de gewestelijke instellingen, met uitzondering van de vertegenwoordiging van de Regering binnen de instanties van de Grote Regio;

  9. de coördinatie van de armoedebestrijding;

  10. de financiële tegemoetkoming naar aanleiding van schade veroorzaakt door algemene rampen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, II, 5°, van de wet;

  11. de coördinatie van het plan " P.L.U.I.E.S. ";

  12. de verdeling van de middelen afkomstig van de Nationale Loterij;

  13. het verzoek om vervolgingen te gelasten, de deelneming aan de uitwerking van richtlijnen inzake het strafbeleid en de deelneming aan de vergaderingen van het College van de procureurs-generaal;

  14. de "Espace Wallonie-Bruxelles";

  15. de internationale betrekkingen, met inbegrip van de betrekkingen met de Europese instellingen en de ontwikkelingssamenwerking zoals bedoeld in artikel 6ter van de wet;

  16. de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munities en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik of voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals bedoeld in artikel 6, § 1,VI, 4°, van de wet;

  17. de licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munities en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik of voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, vijfde lid, 8°, van de wet.

    Art. 3. Maxime Prévot, Vice-Minister-President en Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed, is bevoegd voor :

  18. de aankoop, de aanleg, de uitrusting van gronden voor industrie, ambachtswezen en diensten of van andere onthaalinfrastructuren voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT