26 FEBRUARI 2016. - Ministerieel besluit houdende toestemming van een activiteit als bedoeld bij de wet van 17 september 2005 met betrekking tot de activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het geleiden van ruimtevoorwerpen, op verzoek van 'DE FRANSE GEMEENSCHAP (UNIVERSITE DE LIEGE)' in het kader van de missie 'OUFTI-1''. - Erratum
(Deze publicatie vervangt deze verschenen in het Belgisch Staatsblad op 4 mei 2016, akte nr. 2016/21041)
De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid,
Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, artikelen 1, 4 en 39, § 2;
Gelet op de wet van 17 september 2005 met betrekking tot de activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het geleiden van ruimtevoorwerpen, zoals herzien op 1 december 2013, hierna te noemen de "wet";
Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 2008 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de wet van 17 september 2005 met betrekking tot de activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het geleiden van ruimtevoorwerpen, hierna te noemen het "besluit";
Gelet op de aanvraag tot toestemming d.d. 23 februari 2016 van de Franse Gemeenschap (Université de Liège), hierna te noemen de "aanvrager";
Overwegende dat uit de in aansluiting op de voornoemde aanvraag geleverde informatie en documenten blijkt dat
* de opdracht in het kader waarvan de aanvraag wordt ingediend, betrekking heeft op een voorwerp van het type "cubesat" dat wordt gelanceerd in een baan om de aarde;
* het voorwerp, met als naam "OUFTI-1", zich niet op eigen kracht kan voorstuwen of oriënteren en moet dus een natuurlijke baan volgen rond de Aarde alvorens terug te keren in de dampkring waar het wordt vernietigd;
* het lanceren en het positioneren van het voorwerp gepland worden in het kader van een collectieve lancering, volgens door de aanvrager goedgekeurde bekende en vastgelegde parameters;
* het lanceren en het positioneren gebeuren in opdracht van de aanvrager die, overeenkomstig artikel 3, 2°, tweede lid van de wet, verondersteld wordt de operator van het voorwerp te zijn;
* de aanvrager, een privaatrechtelijk rechtspersoon, het gezag uitoefent over de activiteit als bedoeld door de aanvraag op en vanaf het grondgebied van België;
* onverminderd het gezag en de bevoegdheid van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie en onder voorbehoud van de uitvoering ervan, de aanvrager wel degelijk het initiatief heeft genomen voor het vastleggen van de bepalingen, stappen en procedures voor de toewijzing en het gebruik van de radiofrequenties in het kader van de missie;
* de impact op het milieu overeenkomstig artikel 8, § 2, van de wet en artikelen 7 en 8 van het besluit wel degelijk werd geëvalueerd, maar die...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI