26 FEBRUARI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende lage-emissiezones

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 27 november 2015 betreffende lage-emissiezones, artikel 4, 5, eerste lid, 8, § 3, 10, § 9, vijfde lid, en 14;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 februari 2016;

Gelet op advies 58.625/1 van de Raad van State, gegeven op 7 januari 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. decreet van 27 november 2015: het decreet van 27 november 2015 betreffende lage-emissiezones;

  2. DIV: de overheidsdienst die belast is met de inschrijving van de voertuigen.

  3. LEZ: een lage-emissiezone als vermeld in artikel 3 van het decreet van 27 november 2015;

  4. LEZ-databank: de databank vermeld in artikel 5 van het decreet van 27 november 2015;

  5. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid;

  6. verhoogde tegemoetkoming: de verhoogde tegemoetkoming, vermeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige zorgen en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

  7. Wegcode: het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

  8. motorvoertuigen van de categorie M: de motorvoertuigen die vallen onder de categorie M, vermeld in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, met inbegrip van de voertuigen voor speciale doeleinden, vermeld in artikel 1, § 1, 9 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, voor zover deze voertuigen onder het toepassingsgebied van de categorie M vallen;

  9. motorvoertuigen van de categorie N: de motorvoertuigen die vallen onder de categorie N, vermeld in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, met inbegrip van de voertuigen voor speciale doeleinden, vermeld in artikel 1, § 1, 9 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, voor zover deze voertuigen onder het toepassingsgebied van de categorie N vallen;

  10. de motorvoertuigen van de categorie T: de motorvoertuigen die vallen onder de categorie T, vermeld in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968.

    Art. 2. Ter uitvoering van artikel 4, § 1, van het decreet van 27 november 2015 is de toegang tot een LEZ toegelaten voor de volgende voertuigen die vallen onder een of meer van de volgende categorieën:

  11. de motorvoertuigen met uitzondering van deze bedoeld in 4°, die niet behoren tot de motorvoertuigen van de categorie M, N of T, vermeld in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968;

  12. de motorvoertuigen van de categorie M en N, met uitzondering van deze bedoeld in 4°, vermeld in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, en die voldoen aan de volgende voorwaarden:

    1. vanaf 1 maart 2016 tot en met 31 december 2019 een van de volgende soorten motorvoertuigen:

      1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm IV of 4;

      2) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor voldoet aan Euronorm III of 3, op voorwaarde dat die voertuigen zijn uitgerust met een door de bevoegde instantie gecertificeerde roetfilter die minstens 30 % van het roet opvangt;

      3) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm I of 1;

    2. vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 een van de volgende soorten motorvoertuigen:

      1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm V of 5;

      2) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm II of 2;

    3. vanaf 1 januari 2025 tot en met een door de minister vast te stellen datum een van de volgende soorten motorvoertuigen:

      1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm VI of 6;

      2) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm III of 3;

    4. vanaf een door de minister vast te stellen datum tot en met een door de minister vast te stellen datum een van de volgende soorten motorvoertuigen:

      1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm VI;

      2) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm 6d-TEMP;

      3) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm III of 3;

    5. vanaf een door de minister vast te stellen datum een van de volgende soorten motorvoertuigen:

      1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm VI;

      2) motorvoertuigen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT