26 DECEMBER 2015. - Wet houdende wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van Grondwet.

Art. 2. In artikel 5 van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten worden de bepalingen onder 1° en 2° vervangen als volgt :

1° categorie A : alle duurzame biobrandstoffen waarvoor Europese of Belgische normen bestaan.

2° categorie B : alle duurzame biobrandstoffen waarvoor geen Europese of Belgische normen bestaan. De duurzame biobrandstoffen van deze categorie worden aanvaard op voorwaarde dat een volledig technisch dossier, dat alle relevante gegevens bevat en dat aantoont dat ze conform zijn met de bepalingen van Richtlijn 2009/30/EG, op voorhand wordt bezorgd aan de Algemene Directie Energie en dat het goedgekeurd wordt door de minister.

Art. 3. Artikel 7 van dezelfde wet, gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 52/2015 van het Grondwettelijk Hof, wordt vervangen als volgt :

Art. 7 § 1. Elke maatschappij die benzine E5, benzine E10 en/of diesel uitslaat tot verbruik, moet garanderen en bewijzen dat de volumes die in de loop van het kalenderjaar tot verbruik worden uitgeslagen ten minste een nominaal volume duurzame biobrandstoffen bevatten, zoals bepaald in de artikelen 4 en 5.

§ 2. Elke maatschappij dient te garanderen en te bewijzen dat het volume van elk type diesel dat jaarlijks wordt uitgeslagen voor verbruik, minstens een nominaal volume FAME bevat dat overeenkomt met een percentage dat gelijk is aan het maximale percentage vastgelegd in de norm NBN EN 590 min 1 (één) eenheid.

§ 3. Het jaarlijks nominaal volume FAME dat opgelegd wordt in § 2 moet minstens een werkelijk volume bevatten dat overeenkomt met een percentage FAME dat gelijk is aan het maximale percentage vastgelegd in de norm NBN EN 590 min 2 (twee) eenheden.

§ 4. Het jaarlijks nominaal volume FAME dat opgelegd wordt in § 2 kan gedeeltelijk of geheel worden vervangen door een duurzame biobrandstof van categorie A of B, op voorwaarde dat het vervangen volume minstens een energie-waarde heeft die gelijkwaardig is aan het volume vervangen FAME.

§ 5. In het geval dat FAME gedeeltelijk of geheel vervangen wordt door een duurzame biobrandstof van categorie A of B, moet het jaarlijks nominaal volume...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT