26 DECEMBER 2015. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en nadere regels van de verkiezingen bij de Orde der Dierenartsen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 19 december 1950 tot instelling van de Orde der Dierenartsen, de artikelen 7, tweede lid, 8, tweede lid, vervangen bij de wet van 19 maart 2014, 10, vervangen bij de wet van 19 maart 2014, 11, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 19 maart 2014 en 24, vervangen bij de wet van 19 maart 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 1951 tot regeling van de toepassing van de wet van 19 december 1950 tot instelling van de Orde der Dierenartsen;

Gelet op het advies van de Hoge Raad van de Orde der Dierenartsen, gegeven op 18 februari 2015;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 mei 2015;

Gelet op het advies 58.180/3 van de Raad van State, gegeven op 14 oktober 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Verkiezingsbureaus

Artikel 1. De gewestelijke raad van de Orde van de Dierenartsen, bijgestaan door de magistraat assessor, neemt de kiesverrichtingen waar. Hij kan zich laten bijstaan door de administratief secretarissen en door de plaatsvervangende magistraat-assessor.

Art. 2. De telling van de stemmen geschiedt op de zetel van elke gewestelijke raad van de Orde van de Dierenartsen.

Art. 3. Enkel de dierenartsen die op de lijst van de Orde van de Dierenartsen ingeschreven zijn, mogen bij deze verrichtingen aanwezig zijn.

HOOFDSTUK 2. - Datum van de verkiezingen

Art. 4. De verkiezingen geschieden ten minste twee maanden vóór het vervallen van het mandaat van de leden van de raad.

Dag en uur ervan worden door de Hoge Raad vastgesteld.

HOOFDSTUK 3. - Kiesdistrict

Art. 5. Met het oog op de kiesverrichtingen maakt elke taalstreek, gevormd zoals voorzien in artikel 4 van de wet van 19 december 1950 tot instelling van de Orde van de Dierenartsen, hierna de wet, een district uit.

HOOFDSTUK 4. - Aantal te verkiezen leden

Art. 6. Elke gewestelijke raad van de Orde van de Dierenartsen bestaat uit negen werkende leden en uit evenveel plaatsvervangende leden, allen verkozen voor zes jaar overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van de wet van 19 december 1950 tot instelling van de Orde der Dierenartsen. De gewestelijke raden hernieuwen zich, overeenkomstig artikel 8, tweede lid, van dezelfde wet, elke drie jaar, afwisselend door vier werkende leden wanneer de verkiezingen plaats vinden in een even jaar, en door vijf werkende leden wanneer de verkiezingenplaats vinden in een oneven jaar. De plaatsvervangende leden worden gerangschikt in functie van het tijdens hun verkiezing aantal behaalde stemmen overeenkomstig artikel 7, zesde lid, van dezelfde wet.

Het ontslagnemend werkend lid dat definitief is verhinderd, uit zijn ambt is ontzet of overleden is, wordt vervangen door de plaatsvervanger van dezelfde verkiezing als dit werkend lid met het meest aantal stemmen.

Overeenkomstig artikel 12 van dezelfde wet, bestaat elke gemengde raad van beroep uit magistraten benoemd door de Koning, drie effectieve en plaatsvervangende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT