26 APRIL 2023. - Wet tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consimptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers (1)
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers
Art. 2. In artikel 2 van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:
"1° producten: lichamelijke roerende zaken, met inbegrip van stoffen, mengsels zoals biociden, gewasbeschermingsmiddelen en biobrandstoffen alsook voorwerpen, doch uitgezonderd afvalstoffen;";
-
de bepaling onder 3° wordt aangevuld als volgt:
"online of via andere vormen van verkoop op afstand aangeboden producten worden als op de markt gebracht beschouwd indien het aanbod op eindgebruikers op het Belgisch grondgebied is gericht;";
-
de bepalingen onder 10°, 11° en 12° worden vervangen als volgt:
"10° herbruikbare verpakking: verpakking die is bestemd, is ontworpen en in de handel is gebracht om binnen haar levensduur verscheidene omlopen te maken door opnieuw te worden gevuld of gebruikt voor hetzelfde doel als waarvoor zij is ontworpen;
11° nuttige toepassing: elke handeling met als voornaamste resultaat dat afvalstoffen een nuttig doel dienen door hetzij in de betrokken installatie, hetzij in de ruimere economie andere materialen te vervangen die anders voor een specifieke functie zouden zijn gebruikt, of waardoor de afvalstof voor die functie wordt klaargemaakt;
12° recyclage: elke nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel. Dit omvat het opnieuw bewerken van organisch afval, maar het omvat niet energieterugwinning, noch het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal;";
-
de bepaling onder 15° wordt vervangen als volgt:
"15° verwijdering: iedere handeling die geen nuttige toepassing is zelfs indien de handeling er in tweede instantie toe leidt dat stoffen of energie worden teruggewonnen;";
-
het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 23°, luidende:
"23° Verordening 2019/1020: Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011;";
-
het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 24°, luidende:
"24° fulfilmentdienstverlener: een natuurlijke persoon of rechtspersoon in de zin van artikel 3(11) van de Verordening 2019/1020 die daarin vermelde diensten levert met betrekking tot producten waarvan het op de markt brengen gereglementeerd is in deze wet en zijn uitvoeringsbesluiten, in uitvoeringsmaatregelen genomen in het kader van de Richtlijn 2009/125/EG en van de verordeningen van de Europese Unie die opgenomen zijn in de bijlage I.".
Art. 3. In artikel 5 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, wordt een bepaling onder 3° /1 ingevoegd, luidende:
"3° /1. de duurzaamheid, onderhoudsvriendelijkheid, ontmantelbaarheid, herbruikbaarheid, recycleerbaarheid of gerecycleerde inhoud van een product bij het op de markt brengen ervan te reglementeren en de wijze te bepalen waarop bewezen of te kennen moet worden gegeven dat aan deze regels voldaan wordt;";
2° in paragraaf 1, het laatste lid, worden de woorden "3° /1," ingevoegd tussen de woorden "2°, " en "4° ".
3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 6 luidende:
" § 6. De krachtens de paragrafen 3 en 4 genomen voorlopige maatregelen kunnen door de Koning omgezet worden in een definitieve maatregel.".
Art. 4. In artikel 8bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, wordt het eerste lid vervangen als volgt:
"De Koning stelt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad een Federaal Reductieplan voor Gewasbeschermingsmiddelen, met als doel de vermindering van hun impact op mens, dier en leefmilieu, en een federaal reductieplan voor biociden met als doel het beperken van hun impact op mens, dier en leefmilieu. De plannen worden om de vijf jaar geactualiseerd.";
2° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zin "Een ontwerp van het programma wordt voor advies voorgelegd aan het in artikel 8 bedoelde orgaan" vervangen door de zin "Een ontwerp van federaal reductieplan van biociden met als doel het beperken van hun impact op mens, dier en leefmilieu wordt voor advies voorgelegd aan het in artikel 8 bedoelde orgaan";
3° in paragraaf 1, wordt het derde lid opgeheven.
Art. 5. In artikel 14decies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 mei 2007, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "door de minister" vervangen door de woorden "door de in artikel 15, § 1, eerste lid, van deze wet bedoelde personeelsleden";
2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "door de minister" vervangen door de woorden "door de in eerste lid bedoelde statutaire of contractuele personeelsleden";
3° in paragraaf 3, worden de woorden "De minister stelt" vervangen door de woorden "De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde statutaire of contractuele personeelsleden stellen";
4° paragraaf 4 wordt opgeheven.
Art. 6. In artikel 15 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in paragraaf 2, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
"3° zich alle inlichtingen en documenten doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten en, in voorkomend geval, hiervan een vertaling vragen in één van de landstalen of in het Engels op de kosten van diegene die het product op de markt brengt, inclusief en niet beperkt tot alle relevante documenten, technische informatie, informatie omtrent de conformiteit en technische aspecten, met inbegrip van ingebedde software, informatie over de toeleveringsketen, het distributienetwerk, producthoeveelheden op de markt en over andere productmodellen met dezelfde technische kenmerken, ongeacht de vorm, het formaat, het opslagmedium, of de plaats waar zulke documenten zich bevinden, en overgaan tot alle nuttige vaststellingen, onder andere door over te gaan tot het verhoor van de betrokkene en tot elk ander nuttig verhoor.
Het zich doen verstrekken van alle documenten houdt in dat aan de in paragraaf 1 bedoelde statutaire of contractuele personeelsleden inzage wordt verleend van deze documenten die zij ofwel kunnen kopiëren, ofwel per post ontvangen, ofwel op elektronische wijze ontvangen, ofwel tegen ontvangstbewijs tijdelijk kunnen in bezit nemen voor onderzoek voor een termijn door de Koning bepaald. Deze tijdelijke inbezitneming wordt gelicht op bevel van het statutair of contractueel personeelslid die de documenten tijdelijk heeft in bezit genomen, of ten gevolge van het verstrijken van de termijn;";
-
de paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepalingen onder 6°, 7°, 8°, en 9°, luidende:
"6° voor hun onderzoek naar een inbreuk gebruik maken van informatie verkregen als gevolg van gezamenlijke activiteiten met organisaties die marktdeelnemers...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI