Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, de 17 décembre 2012

Artikel 1. Artikel 29 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, wordt vervangen als volgt :

" Art. 29. § 1. In afwijking van artikel 25 worden de volgende lasten, na afschrijving van de betoelaagde investeringen, forfaitair vergoed :

  1. de lasten die verband houden met de afschrijving van medische uitrusting;

  2. de lasten die verband houden met de afschrijving van de niet-medische uitrusting, met inbegrip van informatica-apparatuur alsmede van meubilair;

  3. de lasten die verband houden met de afschrijving van het rollend materieel.

    § 2. Het forfaitair bedrag dat krachtens § 1, 1°, aan de acute ziekenhuizen, bedoeld in artikel 46 van de wet op de ziekenhuizen wordt toegekend, wordt als volgt berekend :

  4. het beschikbare budget op 30 juni 2005 wordt in eerste instantie verdeeld onder de groepen van ziekenhuizen, bedoeld in artikel 40, op basis van de kosten vastgesteld gedurende een dienstjaar.

    Binnen elke groep wordt het beschikbare budget verdeeld over de volgende activiteiten, op basis van de hiernavolgende waarden uitgedrukt in percentages:

    Universitaire
    groep -
    Groupe
    Universitaire
    450 bedden - > 450 lits
    Spoedgevallendienst Service d'urgences 3 3 3 5 3
    Operatiekwartier Quartier opératoire 46 48 56 47 52
    Materniteit Maternité 1 3 5 4 4
    Intensieve neonatalogie
    Néonatalogie intensive
    5 3 - 1 6
    Intensieve zorgen Soins intensifs 20 16 13 15 13
    Andere diensten
    Autres services
    25 27 23 28 22

    Wanneer er binnen een ziekenhuisgroep één of andere van de hierboven bedoelde activiteiten niet aanwezig is dan wordt het gedeelte van het beschikbare budget dat met die activiteit of activiteiten overeenstemt verdeeld onder de andere activiteiten van dezelfde groep, naar rato van de toegewezen bedragen.

  5. a) het beschikbare budget voor de spoedgevallendiensten wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal punten dat met toepassing van het hiernavolgende artikel 46, § 3, 2°, b) aan elk ziekenhuis wordt toegekend;

    1. het beschikbare budget voor de operatiekwartieren wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal operatiezalen dat met toepassing van het hiernavolgende artikel 46, § 3, 2°, a), aan elk ziekenhuis wordt toegekend;

    2. het beschikbare budget voor de kraaminrichtingen wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal bevallingen van het laatst gekende dienstjaar;

    3. het beschikbare budget voor de diensten intensieve neonatologie wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal erkende NIC-bedden;

    4. het beschikbare budget voor de diensten intensieve zorg wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal punten dat met toepassing van het artikel 46, § 2, 2°, c), aan elk ziekenhuis wordt toegekend;

    5. het beschikbare budget voor de andere diensten wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het budget van Onderdeel B2, bedoeld in het artikel 45, § 7, voor het laatst gekende dienstjaar.

  6. De bedragen berekend in toepassing van 2°, a) tot f), worden samengevoegd voor ieder ziekenhuis en het resultaat wordt "het forfait" genoemd. De overgang van het budget op 30 juni 2003 naar het forfait gebeurt progressief.

    De aanpassing wordt vastgelegd als volgt :

    - op 1 juli 2003, 34 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;

    - op 1 juli 2004, 67 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;

    - op 1 juli 2005, 100 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003.

  7. Binnen de grenzen van het beschikbare nationale budget van 20.876.995 euro wordt het bedrag bedoeld in 3° verhoogd met een bedrag M dat als volgt wordt berekend :

    M = A + (B x C/D)

    waarbij:

    A gelijk is aan 50% van het beschikbare budget, gedeeld door het aantal ziekenhuizen, dit is 90.769 euro;

    B gelijk is aan 50 % van het beschikbare budget;

    C gelijk is aan het budget B2 dat op 1 januari 2005 overeenkomstig artikel 45, §§ 1 en 9, aan het ziekenhuis is toegekend;

    D gelijk is aan de som van de budgetten B2 die op 1 januari 2005 overeenkomstig artikel 45, §§ 1 en 9, aan alle ziekenhuizen van het land worden toegekend;

    Het bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006 en 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.

    § 3. Het forfaitair bedrag dat krachtens § 1, 2° aan de acute ziekenhuizen wordt toegekend, wordt als volgt berekend:

  8. het beschikbare budget op 30 juni 2005 wordt eerst verdeeld onder de groepen van ziekenhuizen, bedoeld in artikel 40 op basis van de kosten gedurende een dienstjaar. Vervolgens wordt het beschikbare budget binnen elke groep verdeeld naar rata van de som van de budgetten van onderdeel B1 en onderdeel B2 en dit met toepassing van de artikelen 42, 10e bewerking en 45, § 7, voor het laatst gekende dienstjaar;

  9. De overgang van het budget op 30 juni 2003 naar het forfait berekend overeenkomstig 1° gebeurt progressief.

    De aanpassing wordt vastgelegd als volgt :

    - op 1 juli 2003, 34 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;

    - op 1 juli 2004, 67 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;

    - op 1 juli 2005, 100 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003.

  10. Binnen de grenzen van het beschikbare nationale budget van 19.980.230 euro wordt een bedrag M toegevoegd dat als volgt wordt berekend :

    M = A + (B x C/D)

    waarbij:

    A gelijk is aan 60 % van het beschikbare budget gedeeld door het aantal ziekenhuizen, dit is 104.244 euro;

    B gelijk is aan 40 % van het beschikbare budget;

    C gelijk is aan de som van de budgetten B1 en B2 die op 1 januari 2005 overeenkomstig de artikelen 33, § 3, 42 en 45, §§ 1 en 9 aan het ziekenhuis worden toegekend;

    D gelijk is aan de som van de budgetten B1 en B2 die op 1 januari 2005 overeenkomstig de artikelen 33, § 3, 42 en 45, §§ 1 en 9, aan alle ziekenhuizen van het land worden toegekend.

    Het bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006, 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.

    § 4. 1° Het forfaitair bedrag dat krachtens § 1, 1° en 2°, aan de ziekenhuizen en Sp-diensten en geïsoleerde G-diensten wordt toegekend, wordt berekend door het beschikbare budget op 30 juni 2005 onder de ziekenhuizen te verdelen naar rata van het aantal erkende en bestaande bedden per ziekenhuis.

  11. De overgang van het budget op 30 juni 2003 naar het forfait berekend overeenkomstig 1° gebeurt progressief. De aanpassing wordt vastgelegd als volgt :

    - op 1 juli 2003, 34 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;

    - op 1 juli 2004, 67 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;

    - op 1 juli 2005, 100 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003.

  12. Het bedrag bedoeld in 2° wordt verhoogd met een bedrag M dat als volgt wordt berekend:

    M = 216,29 euro x Lihi

    waarbij :

    Lihi = het aantal...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT