Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, de 17 décembre 2012

Artikel 1. In artikel 13 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, wordt de bepaling 1° aangevuld met de woorden " , behalve de instrumentisten van de operatieafdeling; ".

Art. 2. Artikel 15 van hetzelfde besluitworden de bepalingen onder 32° en 33° ingevoegd, luidende :

" 32° de middelen die worden toegekend aan de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden teneinde de coördinatie van het zorgtraject te garanderen en de psychologische begeleiding van zwaar verbrande patiënten te ondersteunen;

33° het forfaitaire bedrag dat de kosten dekt waarvan sprake in artikel 94bis van de wet op de ziekenhuizen. ".

Art. 3. In artikel 31, § 3, van hetzelfde besluit wordt de bepalingen onder 2° ingevoegd, luidende :

" 2° voor de apparatuur geïnstalleerd in een dienst radiotherapie erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 april 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst radiotherapie moet voldoen om te worden erkend als zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, wordt de hierna vermelde financiering toegekend:

  1. voor elke erkende dienst wordt op basis van de gegevens van het laatst bekende dienstjaar een aantal punten berekend zoals vermeld in artikel 49, 2° ;

  2. het aantal bestralingsapparaten wordt als volgt bepaald:

    - minder dan 1.125 punten: 1 bestralingsapparaat,

    - van 1.125 tot 1.874 punten: 2 bestralingsapparaten,

    - van 1.875 tot 2.624 punten: 3 bestralingsapparaten,

    - van 2.625 tot 3.374 punten: 4 bestralingsapparaten,

    - van 3.375 tot 4.124 punten: 5 bestralingsapparaten,

    - van 4.125 tot 4.874 punten: 6 bestralingsapparaten

    en een bijkomend toestel per aanvullende schijf van 750 punten;

  3. het bestralingsapparaat wordt ten belope van 90.000 euro in rekening gebracht met dien verstande dat het apparaat in gebruik is en het een lineaire versneller is;

  4. het budget is gelijk aan het aantal apparaten vermenigvuldigd met de waarde in het hierboven vermelde punt c);

  5. het bedrag dat op 1 juli van elk dienstjaar wordt toegekend heeft een voorlopig karakter. Na de beëindiging van het dienstjaar, wordt het op basis van de gegevens van het beschouwde dienstjaar herzien;

  6. de financiering van het apparaat wordt gedurende een periode van 10 jaar toegekend vanaf het jaar volgend op dat waarin de investering wordt verwezenlijkt. ".

    Op 1 januari 2012 wordt het genoemde bedrag onder c) verlaagd met 2.150,97 euro per gefinancierde apparatuur. ".

    Art. 4. In artikel 42, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1° de 4e bewerking wordt geschrapt;

    2° in de '6e bewerking' worden de woorden " 4e bewerking " vervangen door de woorden " 3e bewerking ";

    3° het tweede lid van de 7e bewerking wordt als volgt aangevuld :

    " - op 60 % van het verschil tussen het op 1 juli 2005 vastgestelde budget en het huidige in de 1e bewerking bedoelde budget, met inbegrip evenwel van het internaat.

    - op 100 % van het verschil tussen het op 1 juli 2006 vastgestelde budget en het huidige in de 1e bewerking bedoelde budget, met inbegrip evenwel van het internaat. ";

    4° in de '7e bewerking' worden de zin beginnend met de woorden " De volgende aanpassing " en de zin beginnend met de woorden " Niettemin " geschrapt;

    5° in de '8e bewerking' worden de woorden " 4e bewerking ", " 25 % " en " 1 juli 2004 " respectievelijk vervangen door de woorden " 3e bewerking ", " 60 % " en " 1 juli 2005 ". ";

    Art. 5. Na artikel 42 van hetzelfde besluit, wordt de titel van onderafdeling 3 vervangen door de volgende titel :

    " Onderafdeling 3. - Onderdeel B1 van de geïsoleerde G-diensten en van de Sp-diensten ".

    Art. 6. Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    " Art. 43. § 1. Het budget geïsoliseerde G-diensten en van de Sp-diensten] buiten de Sp-diensten voor palliatieve zorg wordt vastgesteld op zijn waarde van 30 juni voorafgaand aan het dienstjaar waarin het budget B1 vastgesteld wordt. Voor het dienstjaar dat begint op 1 juli 2002 wordt het budget B1 berekend als volgt :

    1° indien JR > Q

    (B1 x Q) + [(JR - Q) x 0,25 x B1]

    2° indien JR = Q

    B1 x Q

    3° indien JR 2 van de kostenplaatsen 020 tot 499 van alle ziekenhuizen;

    C = totaal aantal m2 van het ziekenhuis overeenkomstig de volgende bepalingen :

    - voor de Sp-diensten: kostenplaats 310 tot 319 met uitsluiting van 314;

    - voor de Sp-diensten voor palliatieve zorg : kostenplaats 314;

    - voor de geïsoleerde Sp-diensten met uitzondering van de Sp-diensten voor palliatieve zorg: kostenplaatsen 020 tot 199 en 310 tot 319, met uitsluiting van 314;

    - voor de geïsoleerde Sp-diensten voor palliatieve zorg: kostenplaatsen 020 tot 199 en 314;

    - voor de geïsoleerde G-diensten: kostenplaatsen 020 tot 199 en 300 tot 309. ".

    Art. 7. In artikel 45 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° in § 2, tweede streepje, worden de woorden " , de meerkostindex " geschrapt;

    2° § 7 wordt door de volgende bepaling aangevuld :

    " Het aldus aangepaste budget B2 wordt het definitieve budget B2 genoemd. ";

    3° § 8 wordt § 9 en § 9 wordt § 8;

    4° in § 8, voorheen § 9, worden het derde lid weggelaten en het eerste lid door de volgende bepaling vervangen :

    " De overgang van het huidige budget B2 naar het definitieve budget B2 gebeurt geleidelijk, de aanpassing wordt bepaald op 60 % voor het dienstjaar beginnende op 1 juli 2005. Die aanpassing wordt vastgesteld op 100% voor het dienstjaar beginnende op 1 juli 2006 volgens door Ons te bepalen modaliteiten die met name een sociale correctie-index zullen omvatten. ";

    5° paragraaf 9 wordt vervangen als volgt :

    " § 9. Indien blijkt dat de toegekende budgetten van respectievelijk :

    - het personeel van de heelkundige, medische en pediatrische verpleegeenheden;

    - het personeel van de onder andere kenletters erkende verpleegeenheden dan die bedoeld onder 1;

    - het personeel van de spoedgevallendiensten

    lager liggen dan het budget dat nodig is om de basisactiviteit van de drie groepen te dekken, wordt het in § 7, bedoelde budget aangepast met een bedrag M dat berekend wordt als volgt :

    - voor elk van de drie groepen diensten wordt het verschil tussen de twee bovengenoemde budgetten bepaald, zijnde D1 voor de C-, D, E-bedden, D2 voor de andere bedden dan C, D, E en D3 voor de spoedgevallendienst;

    - het bedrag (M) is het resultaat van de optelling van D1, D2 en D3.

    Alle bedragen M voor het land mogen 5.100.000 euro (index 1 juli 2005) niet overschrijden. Desgevallend wordt een lineaire verminderingscoëfficiënt toegepast.

    Onder budget voor het personeel van de verpleegeenheden C, D en E enerzijds en voor het personeel van de verpleegeenheden anders dan C, D en E anderzijds en voor het personeel van de spoedgevallendienst verstaat men het resultaat van de vermenigvuldiging van het voor elk van de groepen van diensten toegekende aantal punten met de waarde van het punt, zoals bedoeld in § 6.

    Het budget dat nodig is ter dekking van de basisactiviteit voor elk van de drie voornoemde groepen van diensten is gelijk aan de lasten voor het verpleegkundig en verzorgend personeel van die groepen verpleegeenheden berekend in toepassing van de onderstaande normen en op grond van de in artikel 46, § 4 bedoelde theoretische loonschalen.

    In voorkomend geval worden bovengenoemde kosten beperkt :

    - tot het aanwezig personeel in de voornoemde diensten gedurende het laatste gekende dienstjaar;

    - er mee rekening houdend dat het percentage gekwalificeerd personeel ten opzichte van het totale verplegend en verzorgend personeel de 75 procent niet mag overschrijden.

    Voor de toepassing van de voorgaande leden moeten de volgende personeelsnormen in acht genomen :

    Service
    -
    Dienst
    Normes
    - Normen
    Par nombre de lits justifiés
    -
    Per aantal verantwoorde bedden
    C, D, B, L 12,- 30 bedden - lits
    E 13,- 30 - bedden - lits
    M 14,- 24 - bedden - - lits
    MIC 1,5,- per bed - par lits
    NIC 2,5,- per bed - par lits
    G 12,- 24 bedden - lits
    G paramedisch - paramédical 1,33 24 beden - lits
    H 8,- 30 bedden - lits
    A 16,- 30bedden - lits
    K 16,- 20 bedden - lits
    Erkende functie intensieve zorg ten belope van een functie van maximum 6 bedden per ziekenhuis - Fonction agréée de soinsintensifs à raison d'une fonction de 6 lits maximum par hôpital
    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT