25 MEI 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, betreffende de bijkomende vormingsinspanningen (1)
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zeevisserij;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, betreffende de bijkomende vormingsinspanningen.
Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 mei 2021.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
P.-Y. DERMAGNE
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage
Paritair Comité voor de zeevisserij
Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2020
Bijkomende vormingsinspanningen (Overeenkomst geregistreerd op 27 januari 2021 onder het nummer 162925/CO/143)
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters, hierna "werknemers" genaamd, van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zeevisserij.
Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk - hoofdstuk II - afdeling 1 : "Investeren in opleiding" - artikelen 9 tot 21 van de wet (Belgisch Staatsblad van 15 maart 2017).
Art. 3. De sociale partners zullen voor de jaren 2021 en 2022 in samenwerking met het "Zeevissersfonds" en het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij" het opleidingsaanbod verruimen.
Tevens zullen zij zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de opleidingsplannen verbeteren. Zij zullen trachten de individuele opleiding en vorming van elke werknemer te organiseren.
Art. 4. Ondertekenende partijen komen overeen om voor de periode 2021 en 2022 een bijkomende opleidingsinspanning te voorzien van een bijkomende 0,5 dag gemiddeld per jaar en per voltijds equivalent : dus 3 dagen gemiddeld voor 2021, en 3,5 dagen gemiddeld voor 2022.
De sociale partners voorzien in de verderzetting van dit groeiritme van een 0,5 dag bijkomend per jaar per voltijds equivalent, om aldus tegen 2025 het streefdoel van gemiddeld 5 dagen opleiding per voltijds equivalent per jaar te...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI