25 MEI 2020. - Technisch reglement houdende de vaststelling van de minimumvereisten voor permanente vorming en het model van het activiteitenverslag voor radiofarmaceuten

Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 juli 2015 betreffende radioactieve producten voor in vitro of in vivo gebruik in de geneeskunde, in de diergeneeskunde, in een klinische proef of in een klinisch onderzoek, artikel 62,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. De definities van het koninklijk besluit van 12 juli 2015 betreffende radioactieve producten voor in vitro of in vivo gebruik in de geneeskunde, in de diergeneeskunde, in een klinische proef of in een klinisch onderzoek zijn van toepassing op dit technisch reglement.

HOOFDSTUK 2. - Minimumvereisten permanente vorming

Art. 2. § 1. Gedurende de periode waarin de apotheker erkend is als radiofarmaceut, volgt de radiofarmaceut minimum 18 uur permanente vorming.

§ 2. De gevolgde permanente vorming die in aanmerking komt voor de verlenging van de erkenning wordt gespreid over de looptijd van de erkenning, met een maximum van 9 uur per jaar.

Art. 3. De permanente vorming handelt over één van de volgende onderwerpen : stralingsbescherming, radiochemie of radiofarmacie.

HOOFDSTUK 3. - Activiteitenverslag

Art. 4. Het activiteitenverslag geeft een overzicht van de professionele activiteiten uitgevoerd in het kader van de erkenning als radiofarmaceut tijdens de desbetreffende activiteitsperiode. Het verslag laat toe de kwaliteit van uitvoering van deze activiteiten te beoordelen. Wanneer activiteiten in team uitgevoerd werden, is het aangewezen dit te vermelden en de persoonlijke inbreng in het teamwerk te omschrijven.

Art. 5. De radiofarmaceut beperkt zich bij het opstellen van het activiteitenverslag tot het verlenen van de gevraagde informatie en tot zijn competenties als erkende radiofarmaceut.

HOOFDSTUK 4. - Modaliteiten van het activitieitenverslag

Art. 6. Het activiteitenverslag bevat minstens volgende elementen :

I) Inlichtingen betreffende de radiofarmaceut

Naam en voornaam, nummer van de erkenning als radiofarmaceut, telefoon en e-mailadres.

II) Inlichtingen betreffende de inrichtingen en diensten waar de activiteiten als radiofarmaceut werden uitgevoerd

1) naam en adres van de inrichtingen en diensten waar de activiteiten als radiofarmaceut werden uitgevoerd, met aanduiding van plaats en periode in geval van evolutie in de tijd.

2) tijdsverdeling over de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT