25 MEI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 2004 tot regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de leden van de luchtvaartinspectie

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, artikel 5, gewijzigd door de wet van 2 januari 2001 en artikel 42, ingevoegd bij de wet van 3 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 augustus 2004 tot regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de leden van de luchtvaartinspectie;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 juni 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 2004 tot regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de leden van de luchtvaartinspectie;

Gelet op het protocol van onderhandelingen 2017/01 van het hoog overleg comité, gesloten op 18 oktober 2017;

Gelet op de betrokkenheid van de gewesten;

Gelet op advies 63.019/4 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002;

Overwegende de uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 van de Commissie van 5 november 2015 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart;

Overwegende de Verordening (EG) nr. 216 /2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG;

Overwegende dat het bestuur zijn handelingen kan intrekken door het feit dat het gerechtigd is om van standpunt te veranderen, rekening houdend met de lopende procedure tot nietigverklaring van het koninklijk besluit van 27 juni 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 2004 tot regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de leden van de luchtvaartinspectie;

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 augustus 2004 tot regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de leden van de luchtvaartinspectie wordt vervangen als volgt:

« Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. opleidingscertificaat : getuigschrift afgeleverd door een erkende opleidingsinstelling of door de directeur-generaal, waaruit blijkt dat een persoon voldoet aan de gestelde voorwaarden inzake opleiding zoals bepaald in dit besluit;

  2. certificaat : getuigschrift afgeleverd door de directeur-generaal waaruit blijkt dat een persoon voldoet aan de gestelde voorwaarden inzake opleiding om een mandaat te bekomen;

  3. mandaat : vergunning of ambt toegekend door Ons, waaruit blijkt dat een persoon over de bevoegdheid beschikt tot uitoefening van bepaalde voorrechten zoals omschreven bij de artikelen 38 en 39 van de wet van 27 juni 1937;

  4. bevoegdverklaring: onderdeel van het certificaat dat de door de houder genoten opleiding preciseert;

  5. voorrechten : bevoegdheden die mogen uitgeoefend worden op grond van een mandaat en bevoegdverklaringen;

  6. veiligheid (safety) : geheel van maatregelen evenals menselijke en materiële middelen bestemd om een veilig verloop te verzekeren van het burgerlijke luchtverkeer, met uitsluiting van maatregelen of middelen ter beveiliging van de burgerlijke luchtvaart tegen wederrechtelijke daden;

  7. beveiliging (security) : geheel van maatregelen evenals menselijke en materiële middelen bestemd om de burgerlijke luchtvaart te beveiligen tegen wederrechtelijke daden;

  8. directeur-generaal : de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart;

  9. Directoraat-generaal Luchtvaart: het Directoraat-generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit en Vervoer;

  10. hoofdinspecteur : de directeur-generaal in zijn hoedanigheid van hoofd van de luchtvaart- en luchthaveninspecties;

  11. minister : minister bevoegd voor de luchtvaart;

  12. entiteit: een persoon, organisatie of onderneming anders dan een exploitant;

  13. exploitant: een rechtspersoon of natuurlijk persoon die één of meer luchtvaartuigen of één of meer luchtvaartterreinen exploiteert of voornemens is te exploiteren;

  14. wet van 27 juni 1937: de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 November 1919, betreffende de regeling der Luchtvaart;

  15. verordening (EG) nr. 300/2008 : de verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002;

    16 ° luchtvaartinspectie : alle personeelsleden van het Directoraat-generaal Luchtvaart die over een mandaat beschikken zoals bedoeld in 3°. ".

    Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde besluit, worden de woorden "en typebevoegdverklaringen" opgeheven.

    Art. 3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  16. in paragraaf 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :

      "2° veiligheid;";

    2. een 3° wordt ingevoegd luidende:

      3° specifieke luchtvaartmisdrijven.

      ;

  17. paragraaf 3 wordt opgeheven;

  18. paragraaf 4 wordt vervangen als volgt:

    " § 4. Aan iedere houder van een mandaat wordt door de directeur-generaal een legitimatiekaart afgeleverd waarvan het model bepaald wordt door de minister.".

    Art. 4. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    "Art. 4. De opleidingen tot het bekomen van een opleidingscertificaat worden georganiseerd door een door de directeur-generaal erkende opleidingsinstelling.

    De opleidingsinstellingen bedoeld in het eerste lid organiseren ook de opfrissingscursussen en daaraan gekoppelde proeven met het oog op het hernieuwen van mandaten en bevoegdverklaringen.".

    Art. 5. Artikel 5 van hetzelfde besluit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT