25 MAART 2016. - Ministerieel besluit waarbij de onteigening wegens algemeen nut wordt toegelaten met het oog op de uitvoering van gronden die nodig zijn voor de bedrijfsruimte 'Quatre Rois' gelegen op het grondgebied van de stad Komen-Waasten

De Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed,

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, I, 3° ;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 juli 2014 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid, zoals gewijzigd bij de programmadecreten van 3 februari 2005 en 23 februari 2006 en bij de decreten van 20 september 2007, 18 december 2008, 10 april 2009 en 22 juli 2010;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 2004 houdende uitvoering van bovenvermeld decreet van 11 maart 2004, zoals gewijzigd bij de besluiten van 27 april 2006, 25 oktober 2007, 19 december 2008, 14 mei 2009, 6 mei 2010 en 30 augustus 2012 houdende uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid;

Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;

Gelet op de gewestelijke beleidsverklaring;

Overwegende dat het openbaar nut van de oprichting van de bedrijfsruimte "Quatre Rois" als doel heeft de economische ontwikkeling van de stad Komen-Waasten voort te zetten;

Overwegende dat de Permanente Conferentie voor Ruimtelijke Ontwikkeling (CPDT), in haar evaluatierapport betreffende de kwantificatie van de behoeften inzake bedrijfsruimten in januari 2007 overgemaakt in het kader van de expertise-opdracht die de Waalse Regering haar op 21 september 2006 had toevertrouwd, de behoefte aan gronden bestemd voor de economische activiteit op het grondgebied beheerd door de "IEG" tegen 2025 op 358,1 ha heeft geraamd;

Overwegende dat het geheel van de bedrijfsruimten die door de intercommunale IEG op het grondgebied van de stad Komen-Waasten beheerd worden, volledig ingevuld zijn;

Overwegende dat de intercommunale IEG sinds 2007 niet gunstig heeft kunnen voldoen aan aanvragen van meer dan 64 ondernemingen die betrekking hadden op 87 ha;

Overwegende dat het aantal jobs die door die 64 ondernemingen zijn gecreëerd, door bedoelde ondernemingen op ongeveer 1061 banen waren geraamd;

Overwegende dat de ontwikkeling van de tewerkstelling in alle voorgestelde economische en sociale plannen een prioriteit is en dat de ontwikkeling van de bedrijfsparken die doelstellingen gedeeltelijk vervult;

Overwegende dat de uitvoering van die bedrijfsruimte volgens de ramingen uitgevoerd op grond van de in de bedrijfsruimten van Komen-Waasten vastgestelde minimale en maximale cijfers van banen per ha tot de creatie van 420 tot 700 directe banen kan leiden;

Overwegende dat het decreet van 11 maart 2004 in artikel 2 bis bepaalt dat "er in geval van onteigening wordt te werk gegaan conform de wettelijke bepalingen van 26 juli 1962 houdende de procedure bij hoogdringendheid inzake onteigeningen om redenen van openbaar nut";

Overwegende dat de procedure tot onteigening tot doel heeft gronden zo spoedig mogelijk ter beschikking te stellen van de economische activiteiten;

Overwegende dat de hoogdringendheid om de bedoelde goederen aan te kopen gerechtvaardigd wordt door de hierboven vermelde elementen inzake behoeften aan ruimte voor de economische activiteit en de creatie van banen;

Overwegende dat alleen de wet van 26 juli 1962 houdende de procedure bij hoogdringendheid bijgevolg in casu kan worden toegepast aangezien ze gepaard gaat met termijnen waarbij de onteigenende overheid binnen termijnen verenigbaar met de hierboven bepaalde drukfactoren in het bezit van de onteigende goederen kan treden;

Overwegende dat de openbare overheid ten opzichte van de uitdagingen gebonden aan de bestrijding van de werkloosheid en de economische ontwikkeling van de regio als opdracht heeft snel te reageren om te kunnen inspelen op de dringende behoefte van de gemeenschap;

Overwegende dat de onmiddellijke inbezitneming van de terreinpercelen in die context van hoogdringendheid om in te spelen op de behoeften van de burgers noodzakelijk is;

Gelet op het dossier ingediend op 5 januari 2015 door de intercommunale IEG die om de erkenning van de bedrijfsruimte "Quatre Rois" en de machtiging tot onteigening wegens algemeen nut verzoekt;

Overwegende dat de leidend ambtenaar op 22 januari 2015 het dossier als volledig heeft beschouwd;

Overwegende dat een openbaar onderzoek van 9 februari 2015 tot 10 maart 2015 in Komen-Waasten heeft plaatsgevonden;

Overwegende dat negentien opmerkingen, waaronder zeventien schriftelijk en twee mondeling, binnen de onderzoekstermijn in ontvangst zijn genomen;

Overwegende dat een bezwaarindiener acht dat er opnieuw landbouwgronden worden geplunderd;

Overwegende dat de herziening van het gewestplan heeft gewezen op het gemeenschappelijk belang om die bedrijfsruimte op te nemen;

Er wordt geen rekening gehouden met die opmerkingen;

Overwegende dat een bezwaarindiener om een voldoende schadeloosstelling van de onteigende eigenaar en van de exploitant verzoekt en dat ruilen van gronden worden gesuggereerd.";

Overwegende dat het principe van uitvoering van de onteigening door het comité voor de aankoop van onroerende goederen volgens de bepalingen van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, dat de "billijke en voorafgaande schadeloosstelling oplegt", garant is voor de billijkheid van het toegekende bedrag;

Overwegende dat de zaak bij de vrederechter of de hoven en rechtbanken in voorkomend geval aanhangig zal worden gemaakt om het bedrag van de schadeloosstelling definitief te bepalen;

Overwegende dat de verzoeker niet eigenaar is van landbouwgronden die hij tegen gronden betrokken bij de onteigeningsomtrek zou kunnen ruilen.

Er wordt geen rekening gehouden met die opmerkingen;

Overwegende dat een bezwaarindiener bepaalt dat de prijs van de landbouwgronden steeds hoger is gezien het zeldzamer worden van die landbouwgronden;

Overwegende dat de schatting die door het comité voor de aankoop van onroerende goederen of, in voorkomend geval, door de vrederechter of de hoven en rechtbanken uitgevoerd zal worden, gesteund wordt op referentiewaarden om aan de onteigende persoon de mogelijkheid te waarborgen een vergelijkbaar goed in een redelijke omtrek aan te kopen.

Er wordt geen rekening gehouden met die opmerkingen;

Overwegende dat een bezwaarindiener acht dat er een rekenfout vast te stellen is in de berekening van de oppervlakte van het onteigende gedeelte van zijn goed;

Overwegende dat de berekening van de onteigende oppervlakten gebaseerd wordt op de oppervlakte opgenomen op de kadastrale legger, na aftrek van de op grond van de opmetingen bepaalde oppervlakte;

Overwegende dat de prekadastratie vóór de akten van minnelijke aankoop of de onteigeningsakten die oppervlakten tegensprekelijk op basis van opmetingen zal bepalen.

Er wordt geen rekening gehouden met die opmerkingen;

Overwegende dat een bezwaarindiener acht dat er een verlies van de grondwaarde van de woningen van de Iepersesteenweg (N336) zal zijn en om de volledige aankoop van zijn gebouw verzoekt.";

Overwegende dat het bedrag van de toelage bepaald door het comité voor de aankoop van onroerende goederen of, in voorkomend geval, door de vrederechter of de hoven en rechtbanken vastgesteld zal worden met inachtneming van een eventuele grondwaardevermindering van het saldo van het perceel.

Er wordt geen rekening gehouden met die opmerkingen;

Overwegende dat een bezwaarindiener uitlegt dat de gedeeltelijke onteigening van zijn grond hem een onexploiteerbaar perceelssaldo laat omdat het te klein is of een onaangepast vorm heeft.";

Overwegende dat de schatting die door het comité voor de aankoop van onroerende goederen of, in voorkomend geval, door de vrederechter of de hoven en rechtbanken uitgevoerd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT