25 JANUARI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

25 JANUARI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op verordening 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20 en 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, artikel 7, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002 en gewijzigd bij het decreet van 12 december 2008, artikel 51, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002 en gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, artikel 53, § 3, en artikel 56, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002 en gewijzigd bij de decreten van 7 december 2007 en 12 juli 2013;

Gelet op het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 6, § 2;

Gelet op het Soortenbesluit van 15 mei 2009;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 1 september 2015;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 18 februari 2016;

Gelet op het advies van de Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij, gegeven op 26 februari 2016;

Gelet op advies 59.332/1 van de Raad van State, gegeven op 26 mei 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op arrest 243.364 van de Raad van State, gegeven op 10 januari 2019;

Gelet op het voorafgaandelijk overleg dat is gepleegd overeenkomstig artikel 3 van Beschikking M (83) 27 van 17 oktober 1983 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie inzake de introductie in de natuur van niet-inheemse diersoorten;

Overwegende de resultaten van de evaluatie en de synthese vermeld in artikel 8 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, waarbij de uitvoering van het voormelde besluit sinds de inwerkingtreding ervan onder de loep is genomen, en op basis waarvan verbetervoorstellen zijn geformuleerd;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van hoofdstuk 1

Artikel 1. In artikel 3 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1, 3°, wordt het woord "beheerregelingen" vervangen door het woord "maatregelen";

  2. aan paragraaf 1 wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "4° invasieve uitheemse soorten die voorkomen op de lijst van voor de Europese Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten vermeld in artikel 4, lid 1, van verordening 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten. In het geval dat een soort onder zowel punt 3° als punt 4° valt, gelden bij voorrang de bepalingen van hoofdstuk 4/1, afdeling 1;";

  3. aan paragraaf 1 wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "voor het Vlaamse Gewest zorgwekkende invasieve uitheemse soorten.";

  4. aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "Deze paragraaf geldt niet voor de soorten vermeld in paragraaf 1, 4°, behoudens voor de soorten, vermeld in het eerste lid, 6°. ".

    Art. 2. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "de bijlagen 1, 2 of 3" vervangen door de woorden "de bijlagen 1, 2, 3 of 3/1".

    HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van hoofdstuk 2

    Art. 3. In artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° de opmaak van rode lijsten betreffende inheemse soorten, waarbij die soorten worden ingedeeld in onder meer de klassen: "uitgestorven", "ernstig bedreigd", "bedreigd", "kwetsbaar" en "bijna in gevaar".".

    Art. 4. In artikel 6, tweede lid, worden de woorden de meldingen die worden gedaan op grond van bijlage 3" vervangen door de woorden "de aanvragen en de gemotiveerde beslissingen over afwijkingen van de verbodsbepalingen vermeld in de artikelen 10, 12 of 16".

    HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van hoofdstuk 3

    Art. 5. In artikel 9, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "uitheemse" telkens opgeheven.

    Art. 6. In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. in het eerste lid, 1°, wordt het woord "wettige" opgeheven;

  6. in het eerste lid, 1°, worden de woorden "tuin- of parkbeheer" vervangen door de woorden "tuin-, park- of landschapsbeheer";

  7. in het eerste lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° specimens van soorten die in landbouwkundige of industriële toepassingen door professionelen of particulieren worden gebruikt met het oog op bestuiving, op biologische bestrijding of geïntegreerde bestrijding;";

  8. tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Voor uitheemse soorten, is de vrijstelling, vermeld in het eerste lid, 2°, alleen van toepassing op soorten die voorkomen op een lijst die wordt vastgesteld door de Vlaamse minister bevoegd voor leefmilieu, in samenspraak met de Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid. De hiervoor vermelde lijst wordt voor advies voorgelegd aan het instituut en het Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek. Op de lijst kunnen enkel soorten voorkomen waarvoor een voorafgaand impactonderzoek aantoont dat er geen risico bestaat dat ze ongunstige gevolgen kunnen hebben voor de in het Vlaamse Gewest voorkomende natuurlijke habitats in hun natuurlijke verspreidingsgebied of voor de inheemse dier- of plantensoorten. Tijdens het onderzoek, vermeld in het eerste lid, vinden het overleg en de informatie-uitwisseling plaats, vermeld in artikel 3 van beschikking M (83) 27 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 17 oktober 1983. Er wordt ook overleg gepleegd met de Europese Commissie als de aanvraag betrekking heeft op vogelsoorten die niet van nature in het wild leven op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie."

    Art. 7. Artikel 19, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:

    Bovendien kunnen handelingen die afwijken van de in artikel 10 vermelde verbodsbepalingen betreffende doding of vangst van beschermde soorten, het in artikel 12 vermelde vervoersverbod of de in artikel 16 vermelde verbodsbepalingen betreffende middelen, installaties en methoden voor het doden of vangen van dieren, uitgevoerd worden op basis van een gemotiveerde beslissing over afwijkingen van de verbodsbepalingen, indien deze handelingen specimens betreffen van soorten vermeld in bijlage 3, onder de daar vermelde voorwaarden.

    Art. 8. In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:

    " § 1. Specifieke afwijkingen van het verbod tot introductie, vermeld in onderafdeling 5, kunnen, met betrekking tot inheemse soorten, alleen verleend worden in één van de volgende gevallen:

  9. in het kader van een soortenbeschermingsprogramma als vermeld in artikel 26, derde lid;

  10. in het kader van een specifieke afwijking met het oog op translocatie.

    In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder translocatie: de opzettelijke en overwogen verplaatsing van een of meer specimens van een soort binnen zijn actueel verspreidingsareaal. De translocatie moet voldoen aan de bepalingen, vermeld in artikel 20.

    In geval van een translocatie, vermeld in het eerste lid, 2°, moeten de volgende aspecten mee in overweging genomen worden:

  11. de geschiktheid van de biotoop;

  12. het tijdstip van vangst en vrijlating;

  13. het risico op de verspreiding van ziekten bij in het wild levende dieren vermeld in het Wildedierenziektendecreet van 28 maart 2014;

  14. de genetische impact;

  15. het lokale maatschappelijke draagvlak;

  16. de overlevingskans van de betrokken specimens voor en na de translocatie;

  17. de mogelijke impact van de verplaatste populatie op de omgeving;

  18. de duurzaamheid van de ingreep.

    In het geval van een translocatie gelden de volgende voorwaarden:

  19. er wordt een advies ingewonnen bij het instituut;

  20. specimens die gevangen en verplaatst worden, ondergaan een gezondheidscheck en worden zo veel mogelijk voorzien van een markering;

  21. er is een voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar en, in voorkomend geval, de gebruiker of gebruikers, van het terrein waar de dieren worden vrijgelaten;

  22. een translocatie is in voorkomend geval verenigbaar met een goedgekeurd natuurbeheerplan van type drie of type vier als vermeld in artikel 16ter van het decreet van 21 oktober 1997;

  23. een translocatie is in voorkomend geval verenigbaar met een goedgekeurd soortbeschermingsprogramma voor de betrokken soort.".

    Art. 9. In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:

    " § 1. De aanvragen voor de specifieke afwijkingen, vermeld in artikel 20 en 21, worden naar het agentschap gestuurd met een elektronisch formulier via het e-loket op de website van het agentschap of met een papieren formulier, dat aangetekend wordt verstuurd. Het model van beide formulieren wordt ter beschikking gesteld op de website www.natuurenbos.be van het agentschap.".

    Art. 10. Aan artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  24. het eerste lid, 3° wordt vervangen door wat volgt:

    "3° op voorwaarde dat het advies van het agentschap wordt ingewonnen en met zijn advies wordt rekening gehouden.";

  25. in het tweede lid wordt het punt 5° opgeheven;

  26. in het tweede lid wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt: "10° een faunabeheerplan, verleend conform artikel 44 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014;";

  27. in het tweede lid wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt: "11° een beheersplan, verleend conform artikel 8.1.6 van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014;".

    Art. 11. In artikel 24 van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT