25 JANUARI 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het instellen van een lage-emissiezone

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 `tot hervorming der instellingen', artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 `met betrekking tot de Brusselse Instellingen' artikel 8, eerste lid;

Gelet op het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, artikelen 3.2.16, 3.2.17, 3.2.19, 3.2.22, 3.2.23 en 3.4.1/1;

Gelet op de gendertest zoals bedoeld in artikel 3, 2° van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgevoerd op 30 juni 2017;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën uitgebracht op 6 september 2017;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 14 september 2017;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 11 oktober 2017;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 19 oktober 2017;

Gelet op advies nr. 62.497/1 van de Raad van State, gegeven op 19 december 2017, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Wetboek: de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing;

  2. Brussel Fiscaliteit: Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit;

  3. CIBG: Het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest;

  4. Motorvoertuigen van categorie M: motorvoertuigen uit categorie M, bedoeld in artikel 1, § 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968;

  5. Motorvoertuigen van categorie N1: motorvoertuigen uit categorie N1 bedoeld in artikel 1, § 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968;

  6. Voertuigen voor speciale doeleinden: voertuigen voor speciale doeleinden bedoeld in artikel 1, § 9 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968;

  7. Euronorm I, II, III, IV, V, VI of EEV: de norm die van toepassing is op de voertuigen uit de categorieën M3 die voldoen aan de emissienormen, bedoeld in de Europese richtlijnen 88/77/EEG en 2005//55/EG en in de verordening (EG) nr. 595/2009

  8. Euronorm 1, 2, 3, 4, 5, 6, 6d-TEMP of 6d: de norm die van toepassing is op de personenwagens en lichte dienstvoertuigen die voldoen aan de corresponderende emissienormen, bedoeld in richtlijn 70/220/EEG en in de verordeningen (EG) nrs. 715/2007 en 136/2014;

  9. Aardgas: vloeibaar of samengeperst aardgas;

  10. Koninklijk besluit van 15 maart 1968: het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

  11. Ring: openbare weg ingedeeld in de categorie van de autosnelwegen en "Ring om Brussel" genoemd in het koninklijk besluit van 15 mei 1981 waarbij de autosnelweg "Ring om Brussel" aan het stelsel van de wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen wordt onderworpen;

  12. Rolstoellift: een liftsysteem dat in of aan het voertuig gemonteerd is en dat gebruikt wordt om de rolstoel samen met de gebruiker in het voertuig te plaatsen;

  13. LEZ-dagpas: een betalende toelating die een specifiek motorvoertuig de toegang verschaft tot de lage-emissiezone en die enkel geldig is op de kalenderdag waarvoor de LEZ-dagpas werd aangekocht tot en met 6.00 uur van de kalenderdag nadien;

  14. ANPR camera: camera die automatisch nummerplaten herkent;

  15. Elektrisch voertuig: voertuig dat uitsluitend aangedreven wordt door een elektrische motor;

  16. Voertuig dat werkt op waterstof: voertuig dat waterstof gebruikt als enige energiebron.

    Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit worden met voertuigen die werken op een benzinemotor gelijkgesteld:

  17. De voertuigen die werken op LPG;

  18. De voertuigen die werken op bio-ethanol.

    Art. 3. De hybride voertuigen van categorieën M en N1 worden voor de toepassing van dit besluit op dezelfde wijze behandeld als de andere motorvoertuigen uit de categorieën M en N1.

    HOOFDSTUK 2. - Bepaling van en toegang tot de lage-emissiezones

    Art. 4. § 1 In uitvoering van artikel 3.2.16 van het Wetboek wordt op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een lage-emissiezone in de zin van onderhavig besluit gecreëerd die het grondgebied van het administratief arrondissement "Brussel-Hoofdstad" omvat, met uitzondering van de autosnelwegen en afgezien van de weggedeelten die aangeduid zijn als "de Ring" in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    § 2 De toegangswegen tot bepaalde overstapparkings, alsook deze die de bereikbaarheid verzekeren tot de Ring voor het vekeer dat van buiten de zone komt, zoals opgenomen in bijlage 2, zijn uitgesloten van de lage-emissiezone.

    § 3 Zonder afbreuk te doen aan artikel 5, is deze lage-emissiezone overeenkomstig artikel 3.2.16, § 1 van het Wetboek, permanent en van toepassing op elk voertuig, ingeschreven in België of in het buitenland, dat de openbare weg in de voornoemde zone gebruikt.

    Art. 5. § 1 De toegang tot de lage-emissiezone is toegelaten voor:

  19. de andere motorvoertuigen dan die welke beantwoorden aan de categorieën M en N1, evenals de voertuigen van de categorie N1 met carrosseriecode BC bedoeld in artikel 1, 2. van het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968;

  20. de elektrische voertuigen en de voertuigen die werken op waterstof;

  21. de motorvoertuigen uit de categorieën M en N1 die voldoen aan de volgende voorwaarden:

    1. vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018, een van de volgende types motorvoertuigen:

      1) de voertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;

      2) de voertuigen met een benzine- of aardgasmotor;

    2. vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019, een van de volgende types motorvoertuigen:

      1) de voertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm III of 3;

      2) de voertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan de euronorm II of 2;

    3. vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021, een van de volgende types motorvoertuigen:

      1) de voertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan de euronorm IV of 4;

      2) de voertuigen waarvan de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT