25 FEBRUARI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oplegging van de sanctie van de verplichte fusie aan De Vrije Woonst, cvba met sociaal oogmerk, met zetel te 2800 Mechelen, Vrijewoonstplein 7

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 6.23;

- het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, artikel 205, § 7.

Vormvereiste

De volgende vormvereiste is vervuld:

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 21 februari 2022.

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

- Dit besluit heeft betrekking op de sociale huisvestingsmaatschappij De Vrije Woonst, met ondernemingsnummer 0403.635.311, waarvan de maatschappelijke zetel zich bevindt te 2800 Mechelen, Vrijewoonstplein 7.

- Gedurende verschillende decennia weigerde de sociale huisvestingsmaatschappij De Vrije Woonst, ondanks herhaalde aanmaningen, om zich te conformeren aan de geldende regelgeving voor sociale huur. In die periode werd bovendien het administratief toezicht actief bemoeilijkt, aangezien De Vrije Woonst in het kader van verschillende gerechtelijke procedures ten onrechte betwistte dat ze een erkende sociale huisvestingsmaatschappij is die onder het toepassingsgebied van de gewestelijke toezichts- en sanctiebepalingen valt. De algemene vergadering van De Vrije Woonst wijzigde ook drie keer eenzijdig de statuten van de vennootschap, zonder goedkeuring van de toezichthoudende overheid. Zo trachtte de algemene vergadering onder meer om De Vrije Woonst wederrechtelijk te privatiseren. Elk van de opeenvolgende statutenwijzigingen werd op verzoek van de toezichthoudende overheid gerechtelijk vernietigd.

- Bij het arrest van 20 maart 2019 (rolnummer 2012/AR/1597) oordeelde het hof van beroep in Brussel dat de sociale huisvestingsmaatschappij De Vrije Woonst sedert 1982 in vereffening is en minstens sedert 1 juli 1991 vereffend moest worden. Het hof van beroep zegt voor recht dat De Vrije Woonst, ongeacht haar vereffening, onder het toepassingsgebied valt van artikel 29bis, artikel 48 en artikel 49 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (VWC) (thans artikel 4.79 tot en met 4.91 en artikel 4.50 tot en met 4.53 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW2021)). Het hof van beroep oordeelt dat de ambtshalve erkenningen van De Vrije Woonst als sociale huisvestingsmaatschappij, die in de jaren 1991-1993 verstrekt zijn, als wettig moeten worden beschouwd. Die erkenningen werden terecht verleend om de continuïteit van het toezicht te garanderen en om de doelstellingen van het toezicht - de rechten van de sociale huurders waarborgen en het patrimonium beschermen - verder te realiseren. Het arrest van 20 maart 2019 werd betekend aan De Vrije Woonst en heeft kracht van gewijsde.

- In de periode 2017-2020 heeft de afdeling Toezicht van het agentschap Wonen-Vlaanderen De Vrije Woonst bij herhaling aangemaand om de geldende bepalingen van de Vlaamse Wooncode na te leven. De toezichthouder stuurde onder meer op 20 februari 2020 een aangetekende brief naar De Vrije Woonst waarin werd gemeld dat De Vrije Woonst niet voldoet aan diverse belangrijke bepalingen uit artikel 40 van de Vlaamse Wooncode (VWC).

- Bij de beschikking van 21 februari 2020 (rolnummer A/19/00473) stelde de voorzitter van de ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen, de heer Serge Van Eeghem, advocaat, aan als nieuwe vereffenaar van De Vrije Woonst.

- Op 17 juli 2020 besloot de Vlaamse Regering om een ingebrekestelling in de zin van artikel 4.51, derde lid van de VCW2021 te richten aan de sociale huisvestingsmaatschappij De Vrije Woonst.

- Op 20 juli 2020 heeft de Vlaamse minister van Wonen de ingebrekestelling aangetekend en per e-mail verstuurd naar De Vrije Woonst. In die ingebrekestelling werd aangegeven dat De Vrije Woonst de erkenningsvoorwaarden niet nakomt, dat De Vrije Woonst haar publieke opdracht niet behoorlijk uitvoert en dat haar werking in gebreke blijft. De volgende inbreuken werden vastgesteld:

(i) inbreuk op artikel 40, § 1, 3° van de VWC: tot op vandaag verhuurt De Vrije Woonst haar sociale woningen tegen abnormaal lage huurprijzen, ongeacht de reële inkomenssituatie van de zittende huurders, overeenkomstig een niet-toegelaten formule van `renovatiehuurovereenkomsten'. Het is onduidelijk of, en in welke mate, De Vrije Woonst daadwerkelijk het inkomen van de kandidaat-huurders heeft gecontroleerd. De Vrije Woonst heeft ook bij herhaling geprobeerd om haar sociaal patrimonium wederrechtelijk te privatiseren. De Vrije Woonst heeft geen noemenswaardige vereffeningsdaden gesteld ter uitvoering van de arresten waarin de verplichting tot vereffening van De Vrije Woonst werd vastgesteld. Een dergelijke vereffening zou nochtans de gelegenheid hebben geboden aan De Vrije Woonst om zelf haar patrimonium over te dragen aan een sociale huisvestingsmaatschappij die wel voldoet aan de erkenningsvoorwaarden van de VCW2021;

(ii) inbreuk op artikel 40, § 1, 5° van de VWC: De Vrije Woonst heeft nagelaten om de decretaal verplichte modelstatuten aan te nemen. Bovendien zijn er geen rechtsgeldige gecoördineerde statuten voorhanden, en vermelden de lidboekjes van De Vrije Woonst nog altijd de ongeldige statuten van 1991, zodat het voor de zittende huurders niet mogelijk is om kennis te nemen van de geldende statuten van De Vrije Woonst;

(iii) inbreuk op artikel 40, § 1, 7° van de VWC: doordat schriftelijke tegenindicaties ter zake ontbreken, moet de Vlaamse Regering ervan uitgaan dat een behoorlijk systeem van interne controle ontbreekt. De documenten daarover die de toezichthouder heeft opgevraagd, werden nooit bezorgd;

(iv) inbreuk op artikel 40, § 1, 8° van de VWC: De Vrije Woonst voldoet niet aan de verplichting om haar financiële middelen die niet noodzakelijk zijn voor de dagelijkse werking, te laten beheren door de VMSW;

(v) inbreuk op artikel 40, § 1, 11° van de VWC: De Vrije Woonst beschikt momenteel niet over de vereiste duizend sociale huurwoningen in beheer, en heeft nooit gebruikgemaakt van de mogelijkheid om een aanvraag tot uitstel in te dienen.

Uitgaande van die inbreuken, werd aan De Vrije Woonst gemeld dat de Vlaamse minister van Wonen voornemens was om de Vlaamse Regering voor te stellen een intrekking van de erkenning van De Vrije Woonst in overweging te nemen.

- Per aangetekende brieven en e-mails van 28 juli 2020 en van 13 augustus 2020 heeft De Vrije Woonst vervolgens, bij monde van haar vereffenaar, erkend dat de opgesomde inbreuken niet kunnen worden ontkend. Die inbreuken dateren van lang voor de aanstelling van de huidige vereffenaar en zijn het gevolg van een historische scheefgroei die actueel niet meer kan worden geremedieerd. De Vrije Woonst suggereert dat haar (doelgebonden) sociaal patrimonium zou worden overgedragen aan de sociale huisvestingsmaatschappij Woonpunt Mechelen, de natuurlijke en enige woonactor die de sociale huisvesting in de regio kan verzorgen met toepassing van alle wettelijke en reglementaire bepalingen. De Vrije Woonst verzoekt ook om de transitie gepaard te laten gaan met een aantal bijbehorende overgangsmaatregelen. De Vrije Woonst meldt dat ze de ingebrekestelling alsook haar antwoord bezorgt aan Woonpunt Mechelen, zodat ook Woonpunt Mechelen zijn standpunt ter zake kenbaar kan maken aan de Vlaamse Regering. Tot slot verzoekt De Vrije Woonst, mede gelet op de huidige COVID-omstandigheden, niet om mondeling gehoord te worden.

- Met de aangetekende brief en e-mail van 14 augustus 2020 heeft Woonpunt Mechelen het engagement geuit om het patrimonium van De Vrije Woonst over te nemen. Woonpunt Mechelen acht de overdracht haalbaar op voorwaarde dat er overgangsmaatregelen gelden, zoals vermeld in het antwoord van De Vrije Woonst. In het kader daarvan verzoekt Woonpunt Mechelen dat het geheel van de overdracht fiscaal neutraal wordt georganiseerd, zodat Woonpunt Mechelen geen extra niet-financierbare kosten ingevolge belastingen moet dragen.

- Met de brief van 23 september 2020 heeft de Vlaamse minister van Wonen de instructie gegeven aan de directie van Woonpunt Mechelen om alle relevante informatie te verzamelen, opdat de Vlaamse Regering een besluit ten gronde zou kunnen nemen.

- Op 16 juli 2021 besloot de Vlaamse Regering om de eerder in overweging genomen sanctie (van de intrekking van de erkenning van De Vrije Woonst) te heroverwegen en om aan De Vrije Woonst mede te delen dat de Vlaamse Regering in plaats daarvan een verplichting tot fusie met een andere sociale huisvestingsmaatschappij overwoog. Die heroverweging werd ingegeven door de volgende motieven:

(i) Een verplichte fusie biedt, naar de meest recente inzichten, de grootste garantie voor een fiscaal neutraal karakter van de in overweging genomen sanctie. Woonpunt Mechelen had in zijn brief van 14 augustus 2020 aangedrongen op een fiscaal neutrale operatie. De Vlaamse Regering heeft terdege rekening gehouden met die bekommernis en wenst voor zover als mogelijk maximaal te vermijden dat er naar aanleiding van de toepassing van de sanctie financiële middelen zouden onttrokken worden aan de betrokken sociale huisvestingsmaatschappijen;

(ii) Daarnaast werd vastgesteld dat een verplichte fusie, niet minder dan een intrekking van de erkenning, evenzeer geëigend is om de doelstelling van de regularisering van de onwettige situatie van De Vrije Woonst te bewerkstelligen;

(iii) Ten slotte nam de Vlaamse Regering nota van de mededelingen van de vereffenaar van De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT