25 AUGUSTUS 2022. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de maximale referentierentevoet voor levensverzekeringsverrichtingen van lange duur

De Minister van Economie,

Gelet op de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, artikel 216, § 1, vijfde lid;

Gelet op het voorstel van de Nationale Bank van België van 5 juli 2022, om met toepassing van de criteria opgenomen in het tweede en derde lid van paragraaf 1 van voormeld artikel, de maximale rentevoet voor levensverzekeringsovereenkomsten vast te stellen op 0,75 %;

Gelet op het advies dat de FSMA op 22 juni 2022 heeft overgemaakt aan de Nationale Bank van België waarin wordt voorgesteld de maximale rentevoet voor levensverzekeringsovereenkomsten vast te stellen op 1,75 %;

Overwegende dat het voorstel van de Nationale Bank van België getoetst dient te worden aan verschillende principes, waaronder de regels inzake mededinging;

Overwegende het advies van de Belgische Mededingingsautoriteit van 1 juni 2015 waaruit blijkt dat de NBB op basis van prudentiële redenen kan overgaan tot het beperken van de mededingingsregels voor zover er geen andere minder concurrentieverstorende maatregelen zijn die tot eenzelfde resultaat kunnen komen;

Overwegende dat deze andere maatregelen zich de facto beperken tot het opleggen van herstelmaatregelen in geval van solvabiliteitstekorten, waarbij de uitkomst van deze maatregelen zeer onzeker is;

Overwegende, daarnaast, de impact die een verlaging van de maximale rentevoet heeft op de aanvullende pensioenen;

Overwegende dat ingevolge artikel 2 van de wet van 18 december 2015 tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen, artikel 24 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, wordt aangepast; dat het nieuwe artikel 24 van deze wet voorziet in een nieuwe berekening voor het bepalen van de minimale rentevoet waartegen de bijdragen voorzien in de pensioentoezegging gekapitaliseerd moeten worden; dat deze nieuwe regeling voorziet in een minimum rendementsgarantie van 1,75 %;

Overwegende dat bij de aanvullende pensioenen, die via een groepsverzekering bij een verzekeringsonderneming worden afgesloten, de bijdragen voor een groot aantal worden belegd in tak 21-levensverzekeringen; dat er hierdoor sprake is van een duidelijke band tussen de minimum rendementsgarantie voorzien voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT