25 APRIL 2019. - Decreet tot wijziging van het decreet van 24 maart 2006 betreffende het implementeren, bevorderen en verstevigen van samenwerkingsverbanden tussen Cultuur en Onderwijs

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

EERSTE HOOFDSTUK. - Wijzigingsbepalingen

Artikel 1. Aan Artikel 1 van het decreet van 24 maart 2006 betreffende het instellen, bevorderen en versterken van samenwerkingsverbanden tussen Cultuur en Onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. tot 2°, 4e streepje, b) wordt aangevuld met de woorden « op advies van het Comité voor de erkenning van de nuttige ervaring zoals bedoeld in 9";

  2. tot 4°, worden de woorden "culturele en" ingevoegd voor "artistieke" en "activiteiten". 3° er wordt een punt 8° ingevoegd dat luidt als volgt: "8° Begeleidingscomité van bevoorrechte partnersschappen » : het orgaan bedoeld in artikel 30/1";

  3. er wordt een 9° ingevoegd dat luidt als volgt : "9° Comité voor de erkenning van nuttige ervaring: het orgaan bedoeld in artikel 30/2".

    Art. 2. In Artikel 3, 3° van hetzelfde decreet worden de woorden "van de Franse Gemeenschap;"vervangen door de woorden "van kunst en cultuur;"

    Art. 3. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :

    Artikel 6. - Om de drie jaar bepaalt de Regering, op voorstel van de Overlegraad, een overlegd actieprogramma voor een samenwerkingsbeleid tussen cultuur en onderwijs.

    Dit actieprogramma bestaat namelijk uit :

    1° de strategieën aangenomen om de doelstellingen bedoeld in artikel 3 en de prioritaire hoofdlijnen inzake disciplines en publiek te bewerkstelligen; daartoe wordt bijzondere aandacht besteed aan de instellingen met een gedifferentieerde omkadering overeenkomstig het decreet van 30 april 2009 houdende de organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving;

    2° indicatoren om te beoordelen in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt;

    3° voorstellen voor de activering van de kunstenaarsverblijven bedoeld in de artikelen 18 tot en met 21, met het oog op een evenwichtige verdeling tussen de verscheidene types scholen en de zones bedoeld in artikel 24, eerste lid, 3°, van het decreet van 29 juli 1992 houdende de organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan;

    4° voorstellen voor de totstandbrenging van bevoorrechte partnerschappen bedoeld in de artikelen 23 en 24, waarbij erop wordt toegezien dat de verschillende kunstdisciplines vertegenwoordigd zijn;

    5° voorstellen voor samenwerking in het kader van de door de Franse Gemeenschap ontwikkelde en uitgevoerde maatregelen als bedoeld in artikel 22;

    6° coördinatie- en informatieprocessen die gericht zijn op het uitbreiden van de synergieën tussen de werelden van cultuur en onderwijs."

    Art. 4. Artikel 12, § 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling :

    "Artikel 12. - § 1. De samenwerkingsverbanden die in dit hoofdstuk bedoeld zijn en die gefinancierd worden, kunnen van 4 types zijn :

    1° duurzame en ad hoc-samenwerkingen zoals bedoeld in sectie II;

    2° kunstenaarsverblijven zoals bedoeld in sectie III;

    3° samenwerkingen in het kader van de door de Franse Gemeenschap ontwikkelde en uitgevoerde maatregelen bedoeld in sectie IV;

    4° samenwerkingen op basis van bevoorrechte partnerschappen bedoeld in sectie V."

    Art. 5. Aan Artikel 15 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° aan lid 3 worden de volgende woorden toegevoegd: « Het totale bedrag van de gevraagde jaarlijkse subsidies mag echter niet hoger zijn dan het bedrag dat wordt toegekend aan een culturele actor die een bevoorrecht partnerschap is aangegaan, verminderd tot één jaar. Dit bedrag wordt gespecificeerd in de oproep tot het indienen van projecten. »;

    2° in lid 4 wordt het woord "Echter" vervangen door het woord "Bovendien".

    Art. 6. Artikel 17 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een paragraaf 3 die als volgt luidt :

    § 3. Binnen de door de na raadpleging van de adviesraad vastgestelde termijnen zendt de begunstigde van de subsidie de cel "Cultuur en onderwijs" een activiteitenverslag toe dat ten minste de volgende informatie bevat :

    1° een culturele en artistieke evaluatie;

    2° de omvang van de activiteit;

    3° het aantal leerlingen dat heeft deelgenomen aan de activiteiten die in het kader van de samenwerking zijn georganiseerd;

    4° de rekeningen in verband met de activiteiten georganiseerd in het kader van de samenwerking.

    Art. 7. Tussen Sectie II en Sectie III, wordt een Sectie III gevoegd, getiteld "Kunstenaarsverblijven" bevattende de artikelen 18 tot 21 die als volgt luiden :

    Sectie III. - Kunstenaarsverblijven

    Artikel 18. - § 1. Met kunstenaarsverblijf wordt bedoeld het ontvangen van één of meer kunstenaars, natuurlijke personen, die gevolg geven aan een oproep tot projecten.

    De activiteit vindt plaats in de schoolruimte en -tijd gedurende een bepaalde periode, ononderbroken of onderbroken, met het oog op een gedeelde artistieke ervaring, en moet een minimumvolume van 30 lestijden en een maximum uurvolume vertegenwoordigen dat jaarlijks in de oproep tot het indienen van projecten wordt vermeld.

    Het verblijf in een school wordt beschreven aan de hand van 3 complementaire benaderingen :

    1° de kennismaking met een werk door de ontdekking van een creatief proces;

    2° de artistieke en culturele praktijk door de relatie met de verschillende kennisgebieden;

    3° de ontwikkeling van een esthetische beoordeling.

    Het moedigt ook de ontdekking en het bezoeken van plaatsen van artistieke creatie en verspreiding aan. Het kan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT