25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten van de opvorderingsbevoegdheid bedoeld in artikel 181 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 181, § 1, vervangen bij de wet van 21 december 2013;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 januari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 28 februari 2014;

Gelet op het advies 55.665/2 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2014, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :

  1. « de wet van 15 mei 2007 » : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;

  2. « overheid » : elke overheid bedoeld in artikel 181, § 1, van de wet van 15 mei 2007;

  3. « opvordering » : de opvordering bedoeld in artikel 181 van de wet van 15 mei 2007;

  4. « individuele opvordering » : de opvordering persoonlijk gericht tot een natuurlijke persoon;

  5. « collectieve opvordering » : de opvordering die betrekking heeft op de activiteit van een rechtspersoon.

    HOOFDSTUK 2. - Draagwijdte van de opvorderings-bevoegdheid

    Art. 2. Kunnen enkel het voorwerp uitmaken van een opvordering :

  6. Elke meerderjarige natuurlijke persoon die zich op het Belgisch grondgebied bevindt, behoudens andersluidende internationale overeenkomst betreffende de personen met een buitenlandse nationaliteit;

  7. Elke rechtspersoon van wie de maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel is gevestigd op het Belgisch grondgebied, behoudens andersluidende internationale overeenkomst betreffende de buitenlandse rechtspersonen.

    Art. 3. Elk goed, roerend of onroerend, verbruikbaar of niet, dat zich op het Belgisch grondgebied bevindt kan het voorwerp uitmaken van een opvordering, behoudens andersluidende internationale overeenkomst en evenmin als de opvordering van het goed de continuïteit van de openbare dienst in gevaar brengt.

    De opvordering gebeurt in gebruik en niet in eigendom, behalve voor de verbruiksgoederen.

    HOOFDSTUK 3. - Vormen van de opvordering

    Art. 4. § 1. Het opvorderingsbevel :

  8. wordt schriftelijk geformuleerd;

  9. wordt ondertekend door de verzoekende overheid;

  10. vermeldt op zijn minst :

    1. de omstandigheden die de opvordering rechtvaardigen;

    2. de aard, de hoeveelheid en de duur van de opgelegde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT