24 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 2006 houdende het statuut van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het voorliggend koninklijk besluit strekt tot het tot stand brengen van een convergentie van de personeelsstatuten van toepassing binnen de Veiligheid van de Staat (VSSE), meer in het bijzonder tot een gedeeltelijke integratie van de medewerkers van de binnendiensten in het administratief en geldelijk statuut van de medewerkers van de buitendiensten. Het betreft hier een eerste maatregel in het kader van een algemene hervorming binnen de Veiligheid van de Staat.

Heden bestaan er binnen de VSSE twee personeelsstatuten. De ambtenaren van de binnendiensten (i.c. behorende tot de Directie van de Analyse, de Stafdirectie, de Staf van de Directie-generaal en de Directie van de Operaties) hebben het personeelsstatuut geregeld in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 `houdende het statuut van het Rijkspersoneel' (hierna, het KB Statuut Rijkspersoneel). De ambtenaren van de buitendiensten (i.c. behorende tot de Directie van de Operaties, de Stafdirectie en de Staf van de Directie-generaal) hebben een bijzonder statuut, uitgewerkt in het koninklijk besluit van 13 december 2006 `houdende het statuut van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat' (hierna, het KB Statuut Buitendiensten).

De verantwoording voor een convergentie van statuten wordt vooreerst gevonden in de erkenning van de bijzondere aard van de VSSE als inlichtingen- en veiligheidsdienst en in het algemeen geheim karakter van de diverse werkprocessen die binnen de VSSE van toepassing zijn. Ook het algemeen geheim karakter van de professionele omgeving waarbinnen elke VSSE-medewerker zich beweegt is hierbij van belang. Ze vertaalt zich in de geldende verplichting dat elk personeelslid van de Veiligheid van de Staat dient te beschikken over een veiligheidsmachtiging `zeer geheim'. In tegenstelling tot andere overheidsdiensten (bv. politie, diplomatie, krijgsmacht) is deze verplichting algemeen van aard waardoor ze als constitutieve eigenschap van de Veiligheid van de Staat zelf alsook van elke functie of opdracht binnen deze dienst aangemerkt dient te worden. Deze bijzondere eigenschap van een tewerkstelling binnen de VSSE behoeft een statutaire vertaling voor elke medewerker.

Hoewel dit koninklijk besluit tot doel heeft om de verschillen tussen medewerkers van de VSSE weg te werken, moet erkend worden dat in de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden binnen de VSSE verschillen blijven bestaan, onder andere op het vlak van het ervaren niveau van gevaar. Die verschillen worden nu en ook in de nabije toekomst nog gecompenseerd in een verschil in de basiswedde (verschil weddenschalen van het personeel van de binnen- en buitendiensten) en in het behoud van enkele verschillen in beperkingen in het algemeen (inperking stakingsrecht, verplichting tot het bezit van een rijbewijs, ...).

Er bestaan heden diverse statutaire verschillen tussen de buitendiensten en de binnendiensten. In tegenstelling tot het Statuut Rijkspersoneel zijn de algemene principes van het statuut van de medewerkers van de buitendiensten in belangrijke mate aangepast aan de werking van een burgerlijke inlichtingen- en veiligheidsdienst, en aan de specifieke kenmerken van het functioneren binnen een dergelijke overheidsdienst. Ze beantwoorden aan de vereisten eigen aan de kernopdrachten van en de ondersteunende activiteiten binnen de VSSE.

De integrale toepassing van de rechtspositieregeling van het Rijkspersoneel, waaronder het KB Statuut Rijkspersoneel, op de medewerkers van de binnendiensten is daarentegen om meerdere redenen problematisch. Naast de aanwezigheid van een grote discrepantie tussen de buitendiensten en de binnendiensten op vlak van geldelijk statuut werkt de algemene toepassing van de vernoemde rechtspositieregeling op de binnendiensten een braindrain in de hand ten voordele van overheidsinstanties die een gunstiger administratief en geldelijk statuut hebben. De binnendiensten vormen een belangrijke pijler binnen onze burgerlijke inlichtingen- en veiligheidsdienst. Kennis en expertise dienen zo veel als mogelijk behouden te worden. In tijden waar de strijd tegen het terrorisme en de spionage een absolute prioriteit vormt voor de regering kan een dergelijk verschijnsel binnen één van de sleutelactoren binnen deze strijd niet aanvaard worden. Aangepaste maatregelen dringen zich dan ook op. Net zoals de Parlementaire Onderzoekscommissie naar de aanslagen te Brussel op 22 maart 2016 wenst de regering het personeelsstatuut van de medewerkers van de Veiligheid van de Staat, daar waar vereist, aan te passen; met het Statuut Buitendiensten als uitgangspunt.

Naast de vernoemde verschillen op niveau van de individuele medewerker zijn er eveneens organisatorische en functionele evoluties waar te nemen sinds de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 13 december 2006 die een aanpassing van de personeelsstatuten doet opdringen.

Vooreerst werd bij ministerieel besluit van 13 februari 2009 `tot wijziging van het ministerieel besluit van 29 juli 1987 houdende oprichting van de basisoverlegcomités voor de Federale Overheidsdienst Justitie en aanduiding van hun voorzitters' de bijzondere aard van de binnendiensten van de VSSE ten opzichte van andere overheidsadministraties onderschreven. Hier wordt immers benadrukt "(...) dat het personeel van de binnendiensten van de Veiligheid van de Staat, zowel de analysediensten als de algemene diensten, hun ambten uitoefenen in een specifieke context, inzonderheid voor wat betreft de flexibiliteit in het werk, beschikbaarheid voor de dienst, inperking van het privéleven" en "(...) dat de overlegmateries die betrekking hebben op de binnendiensten van de Veiligheid van de Staat dermate specifiek zijn, en eigen aan de bijzondere opdrachten van de Veiligheid van de Staat, dat het nu aangewezen lijkt deze af te splitsen van het basisoverlegcomité voor het Centraal Bestuur en een apart basisoverlegcomité op te richten voor de binnendiensten van de Veiligheid van de Staat".

Het inlichtingenwerk en de organisatie hiervan binnen de VSSE heeft sinds de inwerkingtreding van het Statuut Buitendiensten drastische veranderingen ondergaan. Centraal hierbij staat de wet van 4 februari 2010 `betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten'. Deze zogenaamde BIM-wet breidde de onderzoeksbevoegdheden van de VSSE omstandig uit. De meerwaarde van deze nieuwe collectemiddelen (de zogenaamde BIM-methoden) kan niet overschat worden. Ze worden - zeker op vlak van telecommunicatie - veelvuldig toegepast (voor concrete cijfers en de hiermee gepaard gaande werklast wordt verwezen naar de activiteitenverslagen 2010 tot 2019 van het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsook naar diverse toezichtonderzoeken van het betrokken parlementair controleorgaan). Het dossierbeheer van deze collectemiddelen neemt heden een belangrijke plaats in binnen de organisatie van de door de VSSE uitgevoerde informatiegaring. Een belangrijk onderdeel van dit type van dossierbeheer kan evenwel niet omschreven worden als operationele activiteit sensu stricto. De voorbereiding van een BIM-dossier behoeft dikwijls geen voorbereidende werkzaamheden op het terrein, doch veeleer een administratieve en beheersmatige afhandeling. De navolgende verwerking en exploitatie van de ingewonnen BIM-gegevens, een activiteit waar binnen de VSSE een progressief stijgende aandacht aan wordt gegeven en die een grote specialisatie vereist in hoofde van de uitvoerders, draagt als vorm van operationele analyse zowel een operationele als een administratieve eigenschap in zich. Ze wordt daarenboven binnen de VSSE uitgeoefend door medewerkers van de buitendiensten doch ook door medewerkers van de binnendiensten. Kennis en expertise staan hierbij centraal, niet het personeelsstatuut in hoofde van de uitvoerder.

De BIM-activiteiten vormen slechts één illustratie van het gegeven dat binnen het inlichtingenwerk niet langer een strikt onderscheid gemaakt kan worden tussen operationele werkzaamheden en `binnendienst'-activiteiten. Daarnaast zijn er nog tal van andere activiteiten en aangelegenheden, zoals de door de VSSE verrichte veiligheidsscreenings (i.c. veiligheidsverificaties, veiligheidsonderzoeken en screenings `artikel 19 WIV'). Zo werd bij wet van 23 februari 2018 `houdende wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen' en diens uitvoeringsbesluiten nader bepaald welke onderzoeksdaden binnen een veiligheidsverificatie dienen uitgevoerd te worden. Binnen de VSSE worden dit type van onderzoeksdaden verricht door zowel leden van de binnendiensten als van de buitendiensten. Ook de opvolging van bepaalde dreigingsgeoriënteerde activiteiten via sociale media (zie het Actieplan `radicalisme' van de Nationale Veiligheidsraad van 14 december 2015) of binnen het gevangeniswezen intra muros (zie het Actieplan `aanpak radicalisering in gevangenissen' van de Minister van Justitie van 11 maart 2015) worden uitgeoefend door zowel leden van de buitendiensten als van de binnendiensten. Beide soorten opvolging worden uitgeoefend door zogenaamde `gemengde teams' bestaande uit leden met verschillende personeelsstatuten. Hierbinnen worden dezelfde activiteiten uitgeoefend door beide categorieën van personeelsleden. Eveneens moet verwezen worden naar de in 2015 binnen de VSSE opgerichte functies van coördinator contraterrorisme (COCT), coördinator contra-extremisme/radicalisme (COCE) en coördinator contra-inmenging/spionage (COCI). Betrokken functies hebben een inherent operationele taakstelling binnen lopende inlichtingenonderzoeken en dit binnen hun respectievelijk actiedomein. Deze functies worden uitgeoefend door zowel VSSE-medewerkers met het Statuut Rijkspersoneel als door medewerkers met het Statuut Buitendiensten. Ook de operationeel-juridische ondersteuning binnen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT