24 SEPTEMBER 2018. - Ministerieel besluit nr. h/c. 12.6.937 betreffende de aanwijzing van toegangsplaatsen voor de recreatievaartuigen aan de Our en de Salm
De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Erfgoed, afgevaardigd bij de Grote Regio,
Gelet op de wet van 12 juli 1973 inzake natuurbehoud, de artikelen 58 ter en 58 quater, ingevoegd bij het decreet van 21 april 1994;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 maart 2009 tot regeling van het verkeer op en in de waterlopen, artikel 5;
Gelet op de aanvraag ingediend door de gemeentecolleges van Burg-Reuland (27 maart 2018) en Trois-Ponts (8 augustus 2018), die om machtiging verzoeken voor het openen van toegangsplaatsen voor de vaartuigen aan de Our en de Salm;
Gelet op de gunstige adviezen van het Departement Natuur en Bossen, gegeven op 25 april en 13 juni 2018,
Besluit :
Artikel 1. In de zin van dit besluit dient te worden verstaan onder:
-
bevoegde overheid: de Minister(s) bevoegd voor de onbevaarbare waterlopen en het natuurbehoud of zijn (hun) afgevaardigde;
-
afgevaardigde van de bevoegde overheid: de directeur van de Directie Onbevaarbare Waterlopen bevoegd voor de waterlopen, Avenue Prince de Liège, 7 te 5100 Jambes;
-
toegangsplaatsen: de plaatsen die door de bevoegde overheid zijn aangewezen voor de in- en ontscheping van de vaartuigen als bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 19 maart 2009 tot regeling van het verkeer op en in de waterlopen;
-
Our: vak van de waterloop stroomafwaarts van de Auel, zoals bedoeld in bijlage nr. 1.C.4;
-
Salm: vak van de waterloop stroomafwaarts van de stuwdam van Vielsalm, zoals bedoeld in bijlage nr. 1.C.1.
Art. 2. De in- en ontscheping van de vaartuigen bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 19 maart 2009 tot regeling van het verkeer op en in de waterlopen is toegestaan op de vakken van de waterloop bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van dit besluit en in de toegangsplaatsen vermeld in bijlage A.
Art. 3. Deze aanwijzing wordt voor een periode van 5 jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit verleend.
Art. 4. Elke verlengingsaanvraag moet ten minste zes maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur van deze machtiging per aangetekende brief worden ingediend bij de afgevaardigde van de bevoegde overheid.
Art. 5. Het gebruik van de plaatsen is vrij voor iedereen die zich op de waterloop wenst te verplaatsen.
Art. 6. Eventuele aanpassingen aan het recht van een toegangsplaats, d.w.z. aan de oever, zijn beperkt tot het strikte minimum, zodat de vaartuigen veilig te water gelaten kunnen worden en veilig uit...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI