24 OKTOBER 2019. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de sociale toeslagen en bepaalde toeslagen waarin de Algemene Kinderbijslagwet voorziet

Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 69, tweede lid;

Gelet op de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag, de artikelen 3, 6°, 7°, en 8°, 9, 10 en 39, tweede lid, 6° en 7° ;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 9 mei 2019;

Gelet op het advies van de Beheerraad voor Gezinsbijslag, gegeven op 10 juli 2019;

Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Financiën en Begroting, gegeven op 22 oktober 2019;

Gelet op het advies 66.456/1/V van de Raad van State, gegeven op 12 augustus 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor de Gezinsbijslagen;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder:

  1. inwonend gezinslid: elke persoon die geen bloed- of aanverwant tot en met de derde graad is waarmee de bijslagtrekkende samenwoont en een feitelijk gezin vormt;

  2. gezinsleden: de bijslagtrekkende en, in voorkomend geval, de echtgenoot waarmee deze samenwoont en/of elk ander inwonend gezinslid;

  3. ordonnantie van 25 april 2019: de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag;

  4. toeslag: de sociale toeslag bedoeld in artikel 9 van de ordonnantie van 25 april 2019 of de toeslag bedoeld in artikel 41, 42bis of 50ter AKBW;

  5. inkomensgarantie-uitkering: uitkering bedoeld in artikel 104, § 1bis, eerste lid, of artikel 131bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

  6. overbruggingsrecht: recht bedoeld in artikel 3 van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen;

  7. jaarlijkse bruto gezinsinkomen: het jaarlijkse gezinsinkomen als bedoeld in artikel 3, 7°, van de ordonnantie van 25 april 2019, in voorkomend geval vermeerderd met de socialezekerheidsbijdragen die door de aldaar vermelde personen zijn verschuldigd.

    HOOFDSTUK 2. - Gezinsnotie

    Art. 2. § 1. Voor de berekening van het jaarlijkse gezinsinkomen, wordt rekening gehouden met de inkomsten van alle gezinsleden.

    § 2. Voor de toepassing van paragraaf 1 wordt vermoed dat er een gezin is gevormd indien de bijslagtrekkende en de overige personen bedoeld in paragraaf 1 dezelfde hoofdverblijfplaats hebben volgens de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen.

    Dit vermoeden kan worden weerlegd door alle middelen van recht.

    § 3. Indien de gezinsvorming niet blijkt uit de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, kan deze worden aangetoond door de volgende middelen, ook al stemmen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT