24 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit betreffende de transactie bij inbreuken op de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter, artikel 4/2, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 2 mei 2019;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 29 augustus 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 11 oktober 2019;

Gelet op advies 66.652/1 van de Raad van State, gegeven op 14 november 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. De processen-verbaal houdende vaststelling van inbreuken bedoeld in de artikelen 5 en 6 van de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter, hierna te noemen de wet van 6 juli 1976, opgemaakt door de ambtenaren aangesteld door de minister bevoegd voor Economie, worden overgezonden aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

Art. 2. De bedragen die bij wijze van transactie in de zin van artikel 4/2 van de wet van 6 juli 1976, ter betaling worden voorgesteld aan de overtreder, mogen:

  1. niet lager zijn dan 26 euro, en niet hoger dan 4.000 euro voor de inbreuken bedoeld in artikel 5 van de wet van 6 juli 1976;

  2. niet lager zijn dan 100 euro, en niet hoger dan 8.000 euro voor de inbreuken bedoeld in artikel 6...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT