24 NOVEMBER 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de duurzame wijkcontracten

Gelet op de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering, artikel 9, §§ 1 en 2, artikel 10, tweede lid, artikel 11, § 2, artikel 13, § 1, artikel 14, § 7, artikel 15, derde lid, artikel 17, artikel 19, 3°, artikel 20, eerste lid, artikel 21, derde en vijfde lid, artikel 23, § 1, tweede lid, 8° en § 2, zesde lid, artikel 24, § 8, tweede en derde lid, artikel 26, §§ 1 tot 3, artikel 27, § 4, tweede en derde lid, en § 5, artikel 28, § 3, eerste lid, artikel 30, derde lid, artikel 31, artikel 32 § 3, artikelen 33 en 34 en artikel 75;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2010 tot uitvoering van de ordonnantie van 28 januari 2010 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 maart 2016;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 19 april 2016;

Gelet op het evaluatieverslag van de impact van het ontwerpbesluit op de respectievelijke toestand van de vrouwen en de mannen, aangehecht aan de beslissing van de Regering van 14 april 2016;

Gelet op het advies nr. 60.149/4 van de Raad van State, gegeven op 26 oktober 2016, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de Minister-President, bevoegd voor territoriale ontwikkeling,

Na beraadslaging

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de ordonnantie : de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering;

  2. de minister: de minister die bevoegd is voor stadsvernieuwing;

  3. het bestuur : de directie van Gewestelijke Overheidsdienst belast met stadsvernieuwing;

  4. transitwoning : de woning bedoeld in artikel 2, 22° van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode;

  5. solidaire woning : de woning bedoeld in artikel 2, 25° van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode;

  6. intergenerationele woning : het gebouw bedoeld in artikel 2, 26° van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode;

  7. Wijkbewoners : natuurlijke personen die hun woonplaats hebben in de in aanmerking komende perimeter of in de onmiddellijke omgeving ervan, evenals de vertegenwoordigers die door de rechtspersonen of verenigingen zijn aangesteld die hun maatschappelijke zetel of een exploitatiezetel hebben in deze perimeter of in de onmiddellijke omgeving ervan;

  8. "studie" : de studie bedoeld in artikel 23, § 1 van de ordonnantie.

  9. CAOG : Comité tot aankoop van onroerende goederen, de personeelsleden van Brussel Fiscaliteit bedoeld in artikel 4 van de ordonnantie van 23 juni 2016 betreffende de overname van de activiteiten van de Comités tot aankoop van onroerende goederen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die de opdrachten uitvoeren bedoeld in artikelen 3 en 5 van deze ordonnantie;

  10. Kostprijs : alle kosten met betrekking tot de te verhuren geconventioneerde woning die worden gedragen door een begunstigde of een investeerder, met inbegrip van de verwervingskosten, waarvan de realiteit kan worden gerechtvaardigd met bewijsstukken, met uitzondering van indirecte kosten;

    HOOFDSTUK 2. - Handelingen, werken en acties die door de Regering kunnen worden gesubsidieerd

    Afdeling 1. - Vastgoedoperaties bedoeld in artikel 21, eerste lid, 1° van de ordonnantie

    Art. 2. De vastgoedoperaties bedoeld in artikel 21, eerste lid, 1° van de ordonnantie hebben als voorwerp het oprichten, het behouden, het uitbreiden, het herinrichten, het saneren, het verwerven of het verbeteren, desgevallend in het kader van projecten met een gemengde bestemming, van de met een sociale woning gelijkgestelde woning, van de buurtinfrastructuur of van de commerciële en productieve ruimten, alsook van hun aanhorigheden, met eerbiediging van de ordonnantie.

    § 2. De woningen die met sociale huisvesting worden gelijkgesteld, kunnen onder meer woningen zijn bedoeld in artikel 2, § 1, 22°, 25° en 26° van de Brusselse Huisvestingscode, evenals conciërgewoningen of dienstwoningen.

    De parkeerplaatsen buiten de openbare weg, al dan niet overdekt, die horen bij de met sociale huisvesting gelijkgestelde woningen en zijn opgelegd door de gewestelijke stedenbouwkundige verordening, komen in aanmerking onder dezelfde voorwaarden als de met sociale huisvesting gelijkgestelde woningen.

    § 3. De handelingen die het mogelijk maken om de vastgoedoperaties bedoeld in artikel 21, eerste lid, 1° van de ordonnantie uit te voeren, zijn :

  11. de studies en de technische proeven;

  12. de kosten voor de verwerving van zakelijke rechten op de onroerende goederen of delen van onroerende goederen, met inbegrip van de prijs van de verwerving, de wederbeleggingsvergoedingen in het kader van een onderhandse verwerving en alle door de rechter opgelegde vergoedingen en kosten in het geval van een verwerving via onteigening;

  13. de bewarende of dringende handelingen en werken;

  14. het bouwrijp maken, waaronder de sanering, met inbegrip van de afbraak, de behandeling van de verontreinigde bodems en de asbestverwijdering;

  15. de werken voor de verbouwing, de renovatie, de nieuwbouw en de heropbouw van onroerende goederen en hun directe omgeving;

  16. de kosten voor de herhuisvesting van de bewoners van de gebouwen bedoeld in artikel 9, § 3 van de ordonnantie;

  17. de andere handelingen die nodig zijn voor de uitvoering van de vastgoedoperaties bedoeld in artikel 21, eerste lid, 1° van de ordonnantie, mits een met bijzondere redenen omklede beslissing van de regering in de kennisgeving bedoeld in artikel 23, § 2, lid 4 van de ordonnantie.

    § 4. De handelingen en werken bedoeld in § 1, 1°, 3° en 4° kunnen worden gesubsidieerd voor zover ze ten vroegste één jaar vóór de in artikel 27, § 1 van de ordonnantie bedoelde termijn werden besteld.

    De verwervingen bedoeld in § 1, 2° kunnen worden gesubsidieerd op voorwaarde dat een authentieke verwervingsakte ten vroegste één jaar vóór de in artikel 27, § 1 van de ordonnantie bedoelde termijn werd ondertekend.

    Afdeling 2. - Vastgoedoperaties bedoeld in artikel 21, eerste lid, 2° van de ordonnantie

    Art. 3. § 1 De geconventioneerde woningen bedoeld in artikel 21, eerste lid, 2° van de ordonnantie kunnen onder meer solidaire of intergenerationele woningen zijn.

    § 2. De handelingen die het mogelijk maken om de operaties bedoeld in artikel 21, eerste lid, 2° van de ordonnantie uit te voeren, zijn :

  18. de studies en de technische proeven;

  19. de kosten voor de verwerving van zakelijke rechten op de onroerende goederen of delen van onroerende goederen, met inbegrip van de prijs van de verwerving, de wederbeleggingsvergoedingen in het kader van een onderhandse verwerving en alle door de rechter opgelegde vergoedingen en kosten in het geval van een verwerving via onteigening;

  20. de bewarende of dringende handelingen en werken;

  21. het bouwrijp maken en de renovatie, waaronder de sanering, met inbegrip van de afbraak, de behandeling van de verontreinigde bodems en de asbestverwijdering.

  22. de kosten voor het herhuisvesten van de bewoners van de gebouwen bedoeld in artikel 9 § 3 van de ordonnantie.

    § 3. De handelingen en werken bedoeld in § 1, 1°, 3° en 4° kunnen worden gesubsidieerd voor zover ze ten vroegste één jaar vóór de in artikel 27, § 1 van de ordonnantie bedoelde termijn werden besteld.

    De verwervingen bedoeld in § 1, 2° kunnen worden gesubsidieerd op voorwaarde dat een authentieke verwervingsakte ten vroegste één jaar vóór de in artikel 27, § 1 van de ordonnantie bedoelde termijn werd ondertekend.

    Afdeling 3. - Operaties betreffende de herwaardering van de openbare ruimte en het stedelijk netwerk bedoeld in artikel 21, eerste lid, 3° van de ordonnantie

    Art. 4. § 1. De herwaardering van de openbare ruimten en het stedelijk netwerk gebeurt via de volgende operaties :

  23. de inrichtingen ter bevordering van de leefbaarheid van de openbare ruimte;

  24. de inrichtingen en de handelingen om de druk van het autoverkeer te verminderen en de mobiliteit van fietsers en voetgangers te verbeteren en te beschermen;

  25. de inrichtingen ter verbetering van de milieukwaliteit van de openbare ruimte;

  26. de aanleg van groene ruimten, de groenvoorziening in de binnenhuizenblokken en de implementatie van openbare buitenvoorzieningen;

  27. de aanleg van speel- en ontspanningsruimten;

  28. de verfraaiing van de gevels in de omgeving van de betrokken openbare ruimten;

  29. de functionele verbetering van de openbare toegangen tot deze woongebouwen;

  30. het aanleggen, herinrichten of wijzigen van de wegen, met inbegrip van de verfraaiing ervan;

  31. de aanleg of de wijziging van parkeerplaatsen buiten de openbare weg, wanneer ze voortvloeien uit de compensatie van parkeerplaatsen op de openbare weg die werden geschrapt in toepassing van § 1, 2°.

    § 2. De handelingen die het mogelijk maken om de operaties bedoeld in artikel 21, eerste lid, 3° van de ordonnantie uit te voeren, zijn :

  32. de studies en de technische proeven;

  33. de kosten voor de verwerving van zakelijke rechten op de onroerende goederen of delen van onroerende goederen, met inbegrip van de prijs van de verwerving, de wederbeleggingsvergoedingen in het kader van een onderhandse verwerving en alle door de rechter opgelegde vergoedingen en kosten in het geval van een verwerving via onteigening;

  34. de bewarende of dringende handelingen en werken;

  35. het bouwrijp maken, met inbegrip van de behandeling van de verontreinigde bodems, de afbraak en de asbestverwijdering;

  36. de werken voor het herstellen of het aanleggen van openbare ruimten, met inbegrip van de ruilverkaveling van percelen op het binnenterrein van huizenblokken, hun uitrusting en de beplantingen;

  37. de maatregelen inzake privé- of openbare goederen met betrekking tot de groenvoorziening, de gevelverfraaiing en de functionele verbetering van de toegang tot deze woongebouwen; deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van investeringen of aanmoedigingspremies...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT