24 MEI 2018. - Decreet tot omzetting van Richtlijn 2014/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten en tot wijziging van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning wat betreft de dematerialisatie en de administratieve vereenvoudiging en diverse bepalingen (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Bij dit decreet wordt Richtlijn 2014/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EG betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten gedeeltelijk omgezet.

HOOFDSTUK II. - Bepalingen houdende wijziging van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning

Art. 2. In artikel 10, § 1, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, wordt het vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 22 juli 2010, vervangen door wat volgt :

In afwijking van het derde lid zijn de termijnen van de procedure van behandeling van de vergunning die welke van toepassing zijn op de inrichtingen van klasse 1, wanneer het gaat om een verbouwing of uitbreiding van een inrichting onderworpen aan het samenwerkingsakkoord van 16 februari 2016 tussen de Federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het opvangen van de risico's inherent aan zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Art. 3. In artikel 14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 3 februari 2005 en 13 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt :

    " § 3. De aangifte is onvolledig als krachtens paragraaf 2 vereiste gegevens of stukken ontbreken.

    De aangifte is niet-ontvankelijk :

  2. als ze in strijd met paragraaf 1 is ingediend;

  3. als ze twee keer onvolledig wordt geacht;

  4. als de aangever de ontbrekende gegevens en stukken niet verstrekt binnen de termijn bedoeld in paragraaf 4bis;";

  5. paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt :

    " § 4. De bevoegde overheid stuurt de aangever de beslissing over de volledigheid en ontvankelijkheid van de aangifte binnen vijftien dagen te rekenen van de dag waarop zij de aangifte heeft ontvangen.

    Indien de aangifte onvolledig is, stuurt de bevoegde overheid de aangever een lijst van de ontbrekende stukken en gegevens en vermeldt ze dat de procedure weer opgestart wordt op de datum van ontvangst ervan door de bevoegde overheid.";

  6. de paragrafen 4bis en 4ter worden ingevoegd, luidend als volgt :

    " § 4bis. De aangever stuurt de gevraagde bijkomende stukken aan de bevoegde overheid binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van verzending van de aanvraag van bijkomende stukken. Als de aangever de gevraagde bijkomende stukken niet binnen de voorgeschreven termijn heeft ingediend, verklaart de bevoegde overheid de aanvraag onontvankelijk. Wanneer de aangifte op papier is verstuurd, worden de bijkomende stukken verstrekt in evenveel exemplaren als de aangifte er telde.

    Binnen vijftien dagen na ontvangst van de bijkomende stukken door de bevoegde overheid, stuurt ze de aangever haar beslissing betreffende de volledigheid en de ontvankelijkheid van de aangifte.

    Als de bevoegde overheid de beslissing bedoeld in paragraaf 4 of die bedoeld in het tweede lid, niet aan de aangever heeft gestuurd, wordt de aangifte als ontvankelijk en volledig beschouwd, na afloop van de termijnen waarin deze bepalingen voorzien.

    § 4ter. De beslissing waarbij de aangifte volledig en ontvankelijk wordt verklaard kan bepalen dat bijkomende voorwaarden zoals bedoeld in paragraaf 5 zouden kunnen worden opgelegd. De bevoegde overheid geeft de technisch ambtenaar en het gemeentecollege onmiddellijk kennis als ze niet de bevoegde overheid zijn.";

  7. in paragraaf 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    a) in het eerste lid worden de woorden "dertig dagen, te rekenen van de datum waarop de aangifte in ontvangst is genomen" vervangen door de woorden "dertig dagen, te rekenen van de datum waarop de bevoegde overheid de beslissing waarbij de aangifte volledig en ontvankelijk wordt verklaard, aan de aangever heeft verstuurd.";

    b) het derde lid opgeheven;

    c) in het vierde lid, dat het derde lid is geworden, wordt het woord "Ze" vervangen door de woorden "De bijkomende voorwaarden".

    Art. 4. Artikel 15 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2014, wordt vervangen door wat volgt :

    "Art. 15. De aangever mag de inrichting beginnen te exploiteren :

  8. in het geval bedoeld in artikel 14, § 4bis, derde lid;

  9. wanneer de beslissing waarbij de aangifte volledig en ontvankelijk wordt verklaard, niet bepaalt dat bijkomende voorwaarden zoals die bedoeld in artikel 14, § 5, zouden kunnen worden opgelegd;

  10. dertig dagen te rekenen van de datum waarop de bevoegde overheid de beslissing ter bevestiging van de volledigheid en ontvankelijkheid van de aangifte aan de aangever heeft verstuurd indien de bevoegde overheid bijkomende voorwaarden overeenkomstig artikel 14, § 5 oplegt.".

    Art. 5. In artikel 16 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 3 februari 2005 en 22 november 2007, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :

    "Op straffe van onontvankelijkheid wordt de milieuvergunningsaanvraag, samen met het stortingsbewijs van het dossierrecht bedoeld in artikel 177, hetzij langs de elektronische weg, hetzij op papier, volledig verstuurd aan het gemeentecollege van de gemeente op het grondgebied waarvan de inrichting gelegen is.".

    Art. 6. Artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 3 februari 2015 en 22 november 2007, wordt vervangen door wat volgt :

    "Art. 18. Het gemeentebestuur stuurt de aanvraag aan de technisch ambtenaar binnen drie werkdagen te rekenen van de dag van ontvangst ervan. Het verwittigt gelijktijdig de aanvrager bij gewone brief als de aanvraag op papier is verstuurd of langs elektronische weg als de aanvraag langs elektronische weg is verstuurd.

    Als het gemeentebestuur de aanvraag niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn heeft gezonden, kan de aanvrager zich rechtstreeks tot de technisch ambtenaar wenden door hem een afschrift te sturen met de aanvraag die hij aanvankelijk aan het gemeentecollege heeft gericht. Als de aanvraag langs elektronische weg is verstuurd, deelt de aanvrager de technisch ambtenaar mee dat de aanvraag eerst langs elektronische weg aan het gemeentecollege is gericht.".

    Art. 7. In artikel 19, tweede lid, 3°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 oktober 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  11. in punt 3° worden de woorden "niet indient" vervangen door de woorden "niet verstuurt";

  12. het tweede lid wordt aangevuld met een punt 4°, luidend als volgt :

    "4° als de ontvangen bijkomende stukken niet zijn verstuurd volgens de wijze van verzending die aanvankelijk door de aanvrager is gekozen".

    Art. 8. In artikel 20 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 3 februari 2005 en gewijzigd bij het decreet van 27 oktober 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  13. in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :

    "De aangever stuurt de gevraagde bijkomende stukken aan de gemeente binnen een termijn van honderd tachtig dagen, te rekenen van de datum van verzending van de aanvraag van de stukken. Als de aanvrager de gevraagde bijkomende stukken niet binnen de opgelegde termijn heeft verstuurd, licht het gemeentebestuur de technisch ambtenaar daarover in binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de dag die aan de aanvrager was opgelegd om de bijkomende stukken te sturen. In dat geval verklaart de technisch ambtenaar de aanvraag onontvankelijk. Wanneer de vergunningsaanvraag op papier is verstuurd, worden de bijkomende stukken verstrekt in evenveel exemplaren als de aanvankelijke vergunningsaanvraag er telt.";

  14. in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zin "Het gemeentebestuur bewaart een exemplaar van de bijkomende stukken." vervangen door de volgende zin :

    "Wanneer de vergunningsaanvraag op papier is verstuurd, bewaart het gemeentebestuur een exemplaar van de bijkomende stukken.";

  15. in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen door wat volgt :

    "Het gemeentebestuur geeft de aanvrager kennis van de datum van ontvangst van de bijkomende stukken door de technisch ambtenaar.";

  16. in paragraaf 2 wordt het vierde lid aangevuld met de volgende zin :

    "Als de bijkomende stukken langs elektronische weg zijn verstuurd, deelt de aanvrager de technisch ambtenaar mee dat bedoelde bijkomende stukken eerst langs elektronische weg aan het gemeentebestuur zijn gericht.";

  17. in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen als volgt :

    "Als de technisch ambtenaar de aanvraag een tweede keer onvolledig bevindt, verklaart hij ze onontvankelijk.

    De ambtenaar verklaart ook dat de aanvraag onontvankelijk is, als de ontvangen bijkomende stukken niet zijn verstuurd volgens de wijze van verzending die aanvankelijk door de aanvrager is gekozen.".

    Art. 9. In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  18. In punt 1° worden de woorden "volledig en" ingevoegd tussen het woord "aanvraag" en het woord "ontvankelijk";

  19. In punt 2° worden de woorden "volledig en" ingevoegd tussen het woord "aanvraag" en het woord "ontvankelijk".

    Art. 10. In artikel 35, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 3 februari 2005 en gewijzigd bij de decreten van 22 november 2007 en 23 juni 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  20. in het eerste en in het tweede lid vervallen de woorden "alsook, bij gewone post, naar elke geraadpleegde overheid of administratie";

  21. tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt :

    "Volgens de wijze van verzending van de documenten die tijdens de procedure van behandeling door elke geraadpleegde overheid of administratie wordt gekozen, verstuurt de bevoegde overheid haar beslissing aan bedoelde instanties hetzij op papier, hetzij langs elektronische weg, binnen de termijn bedoeld in het eerste lid.";

  22. tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt :

    "Volgens de wijze van verzending van de documenten die tijdens de procedure van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT