24 MAART 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 8, eerste lid;

Gelet op de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies, gewijzigd door de ordonnantie van 28 mei 2015, de artikelen 4, 5, 1°, laatste lid en 2°, a) en c), 5/1, 6, §§ 3 en 4, 7, §§ 2 tot 4, 8, §§ 2, 4 en 5, 10, §§ 2 tot 4, 12, §§ 2 tot 4, 13, §§ 2 tot 4, 16, §§ 1, 2/1 en 3, 18, 19, lid 2, 21, lid 4, 22, § 1, 24, 25, § 2, 26, §§ 1 en 2, 27 en 28;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 17 september 2015;

Gelet op de gendertest van 2 juli 2015 uitgevoerd in toepassing van artikel 13, § 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juli 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juli 2015;

Gelet op het advies nr. 58.640/1 van de Raad van State, gegeven op 18 januari 2016, krachtens artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de minister van Toerisme;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit besluit zet de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en van de Europese Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt gedeeltelijk om.

HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - Definities

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. ordonnantie: de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies;

  2. gemeubileerde vakantiewoning: elk toeristisch logies voorbehouden aan het uitsluitend gebruik door de huurder, uitgerust met het nodige meubilair voor een verblijf behalve kookfaciliteiten;

  3. minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Toerisme;

  4. bestuur: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;

  5. directeur-diensthoofd Economie: de directeur-diensthoofd Economie van het bestuur of iedere door hem aangeduide ambtenaar van niveau A onderworpen aan zijn hiërarchisch gezag, alsook, in zijn afwezigheid, de directeur-generaal van het bestuur;

  6. burgemeester: de burgemeester van de gemeente waar het toeristische logies gelegen is;

  7. basiscapaciteit: het aantal personen waarvoor een toeristisch logiesverstrekkende inrichting is ontworpen en wordt verhuurd;

  8. maximumcapaciteit: de basiscapaciteit verhoogd met het aantal toeristen die kunnen overnachten in logeerbedden;

  9. samengetelde capaciteit: de optelsom van de maximumcapaciteiten van de toeristische logies gelegen in eenzelfde gebouw;

  10. logieseenheid: een hotelkamer, een gastenkamer of elke ruimte van een toeristisch logies waar een of meer toeristen verblijven;

  11. basisnormen: de federale bepalingen inzake de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen;

  12. specifieke veiligheidsnormen: de veiligheidsnormen inzake brandbescherming die eigen zijn aan de toeristisch logiesverstrekkende inrichtingen;

  13. gebouwgedeelte: elk deel van een bouwwerk dat een overdekte ruimte vormt die toegankelijk is voor personen, met een eigen ingang naar buiten, waarvan de muren één uur lang vuurbestendig zijn en waarvan de openingen binnenshuis worden gesloten door middel van onderdelen die een half uur lang vuurbestendig zijn.

    Afdeling 2. - Algemene bepalingen met betrekking tot de termijnen

    Art. 3. De krachtens de ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen bepaalde termijnen zijn uitgedrukt in kalenderdagen. Deze termijnen gaan in op de dag na de dag van de handeling.

    De dag waarop de termijn verstrijkt, wordt in de termijn meegerekend. Indien deze dag echter op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt, wordt hij naar de eerstvolgende werkdag verschoven.

    Voor een ter post aangetekend schrijven geldt de poststempel als bewijs.

    Afdeling 3. - Bijkomende categorieën en subcategorieën

    Art. 4. § 1. In de categorie "toerismeverblijf" bedoeld in artikel 3, 6° van de ordonnantie, wordt er een subcategorie genaamd "gemeubileerde vakantiewoning" gecreëerd.

    § 2. Het gebruik van de benaming "gemeubileerde vakantiewoning", van een gelijkgestelde benaming of van een andere door de directeur-diensthoofd Economie gelijkwaardig geachte benaming, van een vertaling of een schrijfwijze waardoor verwarring zou kunnen ontstaan met de benaming "gemeubileerde vakantiewoning" is voorbehouden aan de exploitant van een logies dat overeenkomstig artikel 16 van de ordonnantie werd geregistreerd en voldoet aan de specifieke voorwaarden van de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning", bepaald door en krachtens de ordonnantie.

    § 3. De exploitant van een toeristisch logies geregistreerd in de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning" brengt het identificatielogo aan van de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning".

    HOOFDSTUK III. - Bijkomende specifieke exploitatievoorwaarden

    Art. 5. § 1. De bijkomende specifieke exploitatievoorwaarden bedoeld in de artikels 6 tot 8, 10, 12 en 13 van de ordonnantie worden bepaald:

  14. voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "hotel", door bijlage 1;

  15. voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "aparthotel", door bijlage 2;

  16. voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "toerismeverblijf" en de subcategorie "gemeubileerde vakantiewoning", door bijlage 3;

  17. voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "logies bij de bewoner", door bijlage 4;

  18. voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "verblijfscentrum voor sociaal toerisme", door bijlage 5;

  19. voor de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die overeenstemmen met de categorie "kampeerterrein", door bijlage 6.

    § 2. De minister kan de in de eerste paragraaf bedoelde bijlagen aanpassen wanneer dat om technische redenen noodzakelijk blijkt.

    HOOFDSTUK IV. - Voorafgaande aangifte en registratie

    Afdeling 1. - Procedure voor voorafgaande aangifte

    Art. 6. § 1. De exploitant dient zijn aangifte in bij de directeur-diensthoofd Economie, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven, hetzij via e-mail, door middel van het formulier voor voorafgaande aangifte opgesteld door het bestuur.

    Wanneer de aangever niet de in artikel 3, 10° van de ordonnantie bedoelde exploitant is, krijgt de eerste door deze laatste hiertoe een mandaat.

    § 2. Het in § 1 bedoelde formulier vermeldt minstens de volgende gegevens:

  20. de naam, de voornaam en het adres van de exploitant;

  21. als de exploitant een rechtspersoon is, de naam en de voornaam van de natuurlijke persoon belast met het dagelijkse beheer van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;

  22. in voorkomend geval, het ondernemingsnummer van de exploitant;

  23. het adres en de beschrijving van de plaats en van de diensten die door de toeristische logiesverstrekkende inrichting worden aangeboden;

  24. de handelsnaam van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;

  25. de basiscapaciteit en de maximumcapaciteit van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;

  26. de instemming van de exploitant met de controle als voorzien in artikel 16, § 3 van de ordonnantie;

  27. de gevraagde categorie of subcategorie met het oog op de registratie.

    Art. 7. § 1. Aan de voorafgaande aangifte worden de volgende documenten toegevoegd:

  28. het bewijs van de identiteit van de exploitant en, wanneer de exploitant een rechtspersoon is, een afschrift van de geldende gecoördineerde statuten;

  29. in voorkomend geval, het bewijs van de aanstelling van de natuurlijke persoon belast met het dagelijkse beheer van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;

  30. in voorkomend geval, het bewijs van het in artikel 6, § 1, lid 2 bedoelde mandaat;

  31. een afschrift van de verzekeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 5, 1°, c) van de ordonnantie en een bewijs van betaling van de premie voor het lopende jaar;

  32. het afschrift van het aanslagbiljet van de onroerende voorheffing voor het gebouw waarin het toeristische logies gelegen is of, als de exploitant niet de eigenaar of de mede-eigenaar van het gebouw is, een afschrift van het huurcontract;

  33. wanneer de exploitant niet de eigenaar is van het gebouw waarin het toeristische logies is gelegen, een schriftelijk akkoord van de eigenaar met betrekking tot de uitbating van dit gebouw als toeristisch logies;

  34. wanneer het gebouw een mede-eigendom is, een schriftelijk akkoord van de Algemene vergadering van mede-eigenaars met betrekking tot de uitoefening van de uitbatingsactiviteit voor toeristische logies in het gebouw.

    Bij twijfel over de mogelijkheid om het gebouw aan te wenden voor een activiteit van toeristisch logies kan de directeur-diensthoofd Economie vragen om eender welk bijkomend bewijsstuk voor te leggen dat deze twijfel kan wegnemen;

  35. een uittreksel uit het strafregister bestemd voor een openbaar bestuur en afgeleverd sinds minder dan drie maanden op naam van de exploitant, de natuurlijke persoon of de rechtspersoon;

  36. als de exploitant een rechtspersoon is, een uittreksel uit het strafregister bestemd voor een openbaar bestuur en afgeleverd sinds minder dan drie maanden in naam van de persoon die belast is met het dagelijkse beheer van de toeristische logiesverstrekkende inrichting;

  37. het brandveiligheidsattest bedoeld in artikel 5, 2°, a) van de ordonnantie of, indien artikel 27 van toepassing is, het vereenvoudigde controleattest;

  38. het attest bedoeld in artikel 5, 2°, b) van de ordonnantie dat aantoont dat de toeristische logiesverstrekkende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT