24 JULI 2018. - Ministerieel besluit houdende het algemeen onderwijs- en examenreglement betreffende de basisopleiding van de personeelsleden van het kader van beveiligingsagenten van politie en van het kader van beveiligingsassistenten van politie

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten ("RPPol"), artikel IV.II.42, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 september 2015;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juli 2018 betreffende de basisopleiding van de personeelsleden van het kader van beveiligingsagenten van politie en van het kader van beveiligingsassistenten van politie en tot vaststelling van de inwerkingtreding van de artikelen 1, 9 tot 13, 15 tot 24, 33 tot 38 en 41 tot 49 van de wet van 12 november 2017 betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie, de artikelen 3, tweede lid, 9, § 2, eerste en tweede lid, en 18;

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 16 januari 2018;

Gelet op het advies van de Raad van burgemeesters, gegeven op 14 februari 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 1 maart 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, d.d. 9 maart 2018;

Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 421/7 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 13 maart 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 30 april 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. "eerste evaluator": het onderwijzend of omkaderingspersoneel van de politieschool, aangewezen door de directeur van de politieschool of door de door hem aangewezen persoon, verantwoordelijk voor de eindevaluatie van het professioneel functioneren van de aspirant;

  2. "tweede evaluator": de directeur van de politieschool of het door hem aangewezen personeelslid bekleed met een hogere graad dan de eerste evaluator of, bij ontstentenis, met dezelfde graad maar een hogere graadanciënniteit;

  3. "examinator": de verantwoordelijke voor de verbetering van een examenonderdeel van een opleidingsmodule aangewezen door de directeur van de politieschool of door de door hem aangewezen persoon. Deze examinator kan de modulecoördinator zijn;

  4. "basisopleiding": de basisopleiding van het kader van beveiligings-agenten van politie en van het kader van beveiligingsassistenten van politie.

    Art. 2. Dit algemeen onderwijs- en examenreglement is van toepassing op alle opleidingsactiviteiten van de door de politieschool aan de aspiranten-beveiligingsagent van politie en aan de aspiranten-beveiligingsassistent van politie verstrekte basisopleiding.

    HOOFDSTUK 2. - Algemeenheden en schoolreglement

    Art. 3. Aanvullend op en met naleving van dit onderwijs- en examenreglement stelt de politieschool een schoolreglement op, waarin minstens volgende aspecten aan bod komen:

    - missie en visie van de school (pedagogisch project);

    - schoolorganisatie;

    - gedragscode;

    - regels met betrekking tot de aan- en afwezigheden tijdens de opleidingsactiviteiten;

    - procedure bij het verhinderd of te laat zijn bij de deelname aan een examen;

    - procedure in het raam van de aanvraag van een uitstel van de opleiding;

    - nadere regels inzake de beoordeling van het professioneel functioneren;

    - procedure voor het aanvragen van verlof;

    - regels met betrekking tot het correct dragen van het uniform;

    - regels met betrekking tot de wapenbeveiliging.

    Het schoolreglement wordt, bij aanvang van de opleiding, door de aspirant getekend voor kennisname.

    Dit ondertekend reglement wordt opgenomen in het schooldossier van de aspirant.

    HOOFDSTUK 3. - Onderwijsreglement

    Afdeling 1. - De modulefiche

    Art. 4. § 1. Voor elke module binnen de basisopleiding stelt de politieschool een modulefiche op.

    § 2. In de modulefiche worden de competenties, de doelstellingen, de lesuren en de werkplekleeropdrachten aangevuld met, ten minste, onderstaande elementen:

  5. de door de politieschool bepaalde leerinhouden;

  6. de modulecoördinator en het onderwijzend personeel van de module;

  7. de werkvormen verbonden aan de module;

  8. het aantal uren werkplekleren;

  9. de evaluatiemomenten;

  10. de evaluatiemodaliteiten;

  11. het studiemateriaal.

    § 3. De modulefiche kan te allen tijde geconsulteerd worden door de aspirant.

    Afdeling 2. - Opleidingsdossier en schooldossier

    Art. 5. Elke campus van de politieschool belast met de basisopleiding houdt voor iedere opleidingscyclus een opleidingsdossier bij. Dit dossier bestaat uit de volgende mappen:

  12. map I: per map, een inventaris die het Romeins cijfer bevat van de map waarop hij betrekking heeft;

  13. map II: het programma, de modulefiches en de uurroosters van de opleidingsactiviteiten;

  14. map III: de naamlijst van het onderwijzend personeel en de leerstof;

  15. map IV: de naamlijst van de aspiranten en de door hen behaalde eindresultaten;

  16. map V: de naamlijst van de effectieve leden van de evaluatiecommissie, de jury en hun plaatsvervangers;

  17. map VI: alle documenten met betrekking tot de beoordeling van de modules en het professioneel functioneren;

  18. map VII: met betrekking tot het werkplekleren, de functioneringsfiche;

  19. map VIII: een afschrift van het verslag van de examens en van het gemotiveerd advies van de jury;

  20. map IX: elk ander nuttig document.

    Alle stukken worden in chronologische volgorde genummerd, overeenkomstig artikel II.8, tweede en derde lid, UBPol.

    Art. 6. § 1. Elke campus van de politieschool belast met de basisopleiding houdt voor iedere aspirant een schooldossier bij. Dit dossier bestaat uit de volgende mappen:

  21. map I: per map, een inventaris die het Romeins cijfer bevat van de map waarop hij betrekking heeft;

  22. map II: de individuele en nuttige gegevens betreffende de aspirant;

  23. map III: alle documenten met betrekking tot de beoordeling van het professioneel functioneren;

  24. map IV: alle documenten met betrekking tot de beoordeling van de modules;

  25. map V: het blad der tuchtstraffen;

  26. map VI: de educatieve opvolgingsrapporten;

  27. map VII: alle documenten met betrekking tot het slagen van de aspirant;

  28. map VIII: elk ander nuttig document.

    Alle stukken worden in chronologische volgorde genummerd, overeenkomstig artikel II.8, tweede en derde lid, UBPol.

    § 2. Op verzoek kan de aspirant te allen tijde inzage krijgen in zijn schooldossier.

    Ter voorbereiding van een verweerschrift bij de beoordeling van het professioneel functioneren of bij een voorstel tot definitieve afwijzing, kan de aspirant op schriftelijk verzoek een kopie verkrijgen van zijn schooldossier.

    Art. 7. De directeur-generaal kan voor alle nuttige doeleinden het opleidingsdossier en het schooldossier opvragen.

    Afdeling 3. - Begeleiding en werkplekleren

    Art. 8. De aspirant is gedurende de opleidingscyclus, zowel in de politieschool als tijdens het werkplekleren, zelf verantwoordelijk voor het behalen van de doelstellingen die zijn vastgesteld...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT