24 FEBRUARI 2016. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, betreffende een gemeenschappelijke luchtvaartruimte, gedaan te Brussel op 2 december 2010 (1) (2)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. De Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, betreffende een gemeenschappelijke luchtvaartruimte, gedaan te Brussel op 2 december 2010, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3. De wijzigingen van de Bijlagen bij de Overeenkomst, die overeenkomstig artikel 26.2 van de Overeenkomst aangenomen zullen worden, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 24 februari 2016.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken,

  1. REYNDERS

    De Minister van Mobiliteit,

  2. GALANT

    Met 's Lands zegel gezegeld :

    De Minister van Justitie,

  3. GEENS

    _______

    Nota's

    (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be):

    Stukken: 54-1513

    Integraal verslag: 19/01/2016

    (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 03/05/2013 (Belgisch Staatsblad van 12/06/2013 ), Decreet van het Waalse Gewest van 03/03/2016 (Belgisch Staatsblad van 15/03/2016), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 23/06/2016 (Belgisch Staatsblad van 14/07/2016).

    OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, ENERZIJDS, EN GEORGIE, ANDERZIJDS, BETREFFENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE LUCHT.V.A.ARTRUIMTE

    HET KONINKRIJK BELGIE,

    DE REPUBLIEK BULGARIJE,

    DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

    HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

    DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

    DE REPUBLIEK ESTLAND,

    IERLAND,

    DE HELLEENSE REPUBLIEK,

    HET KONINKRIJK SPANJE,

    DE FRANSE REPUBLIEK,

    DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

    DE REPUBLIEK CYPRUS,

    DE REPUBLIEK LETLAND,

    DE REPUBLIEK LITOUWEN,

    HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

    DE REPUBLIEK HONGARIJE,

    MALTA,

    HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

    DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

    DE REPUBLIEK POLEN,

    DE PORTUGESE REPUBLIEK,

    ROEMENIE,

    DE REPUBLIEK SLOVENIE,

    DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

    DE REPUBLIEK FINLAND,

    HET KONINKRIJK ZWEDEN,

    HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND,

    Partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna de "lidstaten" genoemd, en

    DE EUROPESE UNIE,

    enerzijds, en

    GEORGIE, hierna "Georgië" genoemd,

    anderzijds,

    NOTA NEMENDE van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, die op 22 april 1996 te Luxemburg is ondertekend;

    DE WENS UITDRUKKEND een gemeenschappelijke luchtvaartruimte tot stand te brengen, gebaseerd op wederzijdse toegang tot de luchtvervoersmarkten van de partijen, gelijke concurrentievoorwaarden en naleving van dezelfde regels, met name op het gebied van veiligheid, beveiliging, luchtverkeersbeheer, sociale aspecten en milieu;

    DE WENS UITDRUKKEND de uitbreiding van de luchtvervoersmogelijkheden te vergemakkelijken, onder meer via de ontwikkeling van luchtvervoersnetwerken, teneinde tegemoet te komen aan de behoeften van passagiers en expediteurs aan passende luchtvervoersdiensten;

    HET BELANG ERKENNENDE van het luchtvervoer voor het bevorderen van handel, toerisme en investeringen;

    NOTA NEMENDE VAN het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, voor ondertekening opengesteld te Chicago op 7 december 1944;

    OVEREENKOMEND dat het belangrijk is de regels betreffende de gemeenschappelijke luchtvaartruimte te baseren op de relevante geldende wetgeving in de Europese Unie, zoals vastgesteld in bijlage III bij deze overeenkomst;

    ERKENNENDE DAT de volledige naleving van de regels van de gemeenschappelijke luchtvaartruimte de partijen in staat stelt alle voordelen van die luchtvaartruimte volledig te benutten, zoals het openstellen van de toegang tot markten en het maximaliseren van de voordelen voor de consumenten, bedrijfssectoren en werknemers van beide partijen;

    ERKENNENDE dat de totstandbrenging van de gemeenschappelijke luchtvaartruimte en de toepassing van de regels ervan niet kan worden bereikt zonder, waar nodig, overgangsmaatregelen vast te stellen;

    ERKENNENDE dat het belangrijk is in dit verband adequate bijstand te verlenen;

    DE WENS UITDRUKKEND dat luchtvaartmaatschappijen de mogelijkheid krijgen om passagiers en expediteurs concurrerende prijzen en diensten aan te bieden op open markten;

    DE WENS UITDRUKKEND dat alle sectoren van de luchtvervoersindustrie, inclusief het personeel van luchtvaartmaatschappijen, profijt kunnen trekken van een geliberaliseerde overeenkomst;

    DE WENS UITDRUKKEND het hoogst mogelijke niveau van veiligheid en beveiliging van het luchtvervoer te garanderen en nogmaals bevestigend dat zij zich grote zorgen maken over daden of bedreigingen tegen de beveiliging van luchtvaartuigen die de veiligheid van personen of goederen in gevaar brengen, de exploitatie van het luchtvervoer nadelig beïnvloeden en het vertrouwen van het publiek in de veiligheid van de burgerluchtvaart ondermijnen;

    DE WENS UITDRUKKEND een gelijk speelveld voor luchtvaartmaatschappijen te creëren, waardoor hun luchtvaartmaatschappijen billijke en gelijke kansen genieten om de overeengekomen diensten te verlenen;

    ERKENNENDE dat subsidies een negatief effect kunnen hebben op de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen en de basisdoelstellingen van deze Overeenkomst in het gedrang kunnen brengen;

    HET BELANG BEVESTIGEND van milieubescherming bij de ontwikkeling en toepassing van het internationale luchtvaartbeleid en erkennend dat soevereine staten het recht hebben passende milieubeschermingsmaatregelen te nemen;

    NOTA NEMENDE van het belang van de bescherming van de consument, met inbegrip van de bescherming die wordt verleend door het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, gesloten te Montreal op 28 mei 1999;

    VOORNEMENS voort te bouwen op het bestaande kader van de huidige luchtvervoersovereenkomsten, teneinde aan beide zijden open markttoegang en zo veel mogelijk voordelen voor consumenten, luchtvaartmaatschappijen, personeel en de maatschappij in het algemeen tot stand te brengen;

    ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

    ARTIKEL 1

    Definities

    Tenzij anders is bepaald, wordt voor de toepassing van deze Overeenkomst verstaan onder:

    (1) "overeengekomen diensten" en "gespecificeerde routes": internationaal luchtvervoer overeenkomstig artikel 2 (Verlening van rechten) en bijlage I bij deze Overeenkomst;

    (2) "Overeenkomst": de onderhavige Overeenkomst, de bijlagen daarbij en eventuele wijzigingen daarvan;

    (3) "luchtvervoer": het afzonderlijke of gecombineerde vervoer per luchtvaartuig van passagiers, bagage, vracht en post, tegen vergoeding of betaling van huur; om twijfel te vermijden: dit omvat geregeld en niet-geregeld (charter) luchtvervoer en uitsluitend voor vrachtvervoer bestemde diensten;

    (4) "bevoegde autoriteiten": de overheidsagentschappen of -entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de administratieve taken uit hoofde van deze Overeenkomst;

    (5) "deugdelijkheid": het feit dat een luchtvaartmaatschappij internationale luchtdiensten kan exploiteren, d.w.z. dat ze over voldoende financiële middelen en adequate managementdeskundigheid beschikt en bereid is de wetten, regels en eisen voor het exploiteren van dergelijke diensten na te leven;

    (6) "nationaliteit": het feit dat een luchtvaartmaatschappij voldoet aan de eisen inzake eigendom, feitelijke zeggenschap en hoofdvestigingsplaats;

    (7) "Verdrag", het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, voor ondertekening opengesteld te Chicago op 7 december 1944, en omvattende:

    1. alle wijzigingen die krachtens artikel 94, onder a), van het Verdrag van kracht zijn geworden en zijn geratificeerd door zowel Georgië als de voor de desbetreffende kwestie relevante lidstaten van de Europese Unie, en

    2. alle bijlagen of wijzigingen van bijlagen die krachtens artikel 90 van het Verdrag zijn goedgekeurd, voor zover die bijlage of wijziging op een gegeven ogenblik geldt voor zowel Georgië als de voor de desbetreffende kwestie relevante lidstaat of lidstaten van de Europese Unie;

      (8) "recht van de vijfde vrijheid": het recht of voorrecht dat door een staat (de "verlenende staat") aan de luchtvaartmaatschappijen van een andere staat (de "ontvangende staat") wordt verleend om internationale luchtvervoersdiensten uit te voeren tussen het grondgebied van de verlenende staat en het grondgebied van een derde staat, voor zover dergelijke diensten beginnen of eindigen op het grondgebied van de ontvangende staat;

      (9) "volledige kosten": de kosten van de dienstverlening plus een redelijke toeslag voor administratieve overheadkosten en, voor zover van toepassing, alle toepasselijke toeslagen die de milieukosten weergeven en die zonder onderscheid naar nationaliteit worden toegepast;

      (10) "internationaal luchtvervoer": luchtvervoer door het luchtruim boven het grondgebied van meer dan één staat;

      (11) "ECAA-Overeenkomst": de multilaterale Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek IJsland, de Republiek Montenegro, het Koninkrijk Noorwegen, de Republiek Servië en de Missie van de Verenigde Naties voor interimbestuur in Kosovo(1) betreffende de totstandbrenging van een Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte;

      (12) "Euromedland": een mediterraan land dat betrokken is bij het Europees nabuurschapsbeleid (op de datum van ondertekening van de Overeenkomst: Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Egypte, Libanon, Jordanië, Israël, de Palestijnse gebieden, Syrië en Turkije);

      (13) "onderdanen": personen of entiteiten met de Georgische nationaliteit, wat de Georgische partij betreft, of met de nationaliteit van een lidstaat, wat de Europese partij betreft; in het geval van een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT