24 AUGUSTUS 2020. - Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen

De Minister van Justitie,

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 259bis-9, § 3, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 31 januari 2007 ;

Gelet op het ministerieel besluit van 11 juli 2017 houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen;

Gelet op het besluit van de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie van 25 juni 2020 waarbij het programma voor het mondelinge evaluatie-examen wordt goedgekeurd,

Besluit :

Artikel 1. Het programma van het mondelinge evaluatie-examen bedoeld in artikel 259bis-9, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie samengekomen op 22 juni 2020 en goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 25 juni 2020, gevoegd als bijlage bij dit besluit, wordt bekrachtigd.

Art. 2. Het ministerieel besluit van 11 juli 2017 houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen wordt opgeheven.

Brussel, 24 augustus 2020.

K. GEENS

BIJLAGE

Programma van het examen

Voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie op 22 juni 2020

Goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 25 juni 2020

Artikel 1.

Het mondelinge evaluatie-examen bestaat uit een onderhoud met de benoemings- en aanwijzingscommissie.

Het onderhoud heeft tot doel het evalueren van:

Enerzijds: de juridische kennis van de kandidaat alsook zijn analyse- en redeneervermogen.

Het onderhoud vertrekt vanuit een casus die de kandidaat kan voorbereiden gedurende een bepaalde tijd.

De kandidaat heeft de keuze uit vier materies:

het burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht;

het economisch en handelsrecht, met inbegrip van gerechtelijk recht;

het strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht;

het sociaal recht, met inbegrip van gerechtelijk recht.

De kandidaat vermeldt zijn keuze in zijn aanvraag tot deelname aan het examen.

Tijdens de voorbereiding en het onderhoud mag hij wetboeken gebruiken.

• Anderzijds:

- de motivatie van de kandidaat;

- zijn kennis van het statuut en de deontologie van de magistraat;

- de wijze waarop hij zijn toekomstige beroepsloopbaan ziet;

- zijn vaardigheden om de functie van magistraat uit te oefenen (met name: integriteit, besluitvaardigheid en zin voor synthese, collegialiteit en teamgeest, empathisch vermogen en sociale vaardigheid, zelfbeheersing, openheid van geest, engagement...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT