24 APRIL 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014 en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, wat betreft de regeling voor het inkomenstarief

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 7 tot en met 12;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren;

Gelet op het Subsidiebesluit van 22 november 2013;

Gelet op het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 5 maart 2015;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 24 maart 2015 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het Subsidiebesluit van 22 november 2013

Artikel 1. In artikel 1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. er wordt een punt 3° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "3° /2 formeel document: hetzij een inkomensbewijs, hetzij een formele bevestiging van het inkomen door een instantie of de organisator die voorzien is van een datum en een handtekening;";

  2. er worden een punt 7° /1 en een punt 7° /2 ingevoegd, die luiden als volgt:

    "7° /1 inwonende persoon: een persoon met domicilie op hetzelfde adres als de contracthouder die in aanmerking wordt genomen voor de toepassing van het inkomenstarief. Het adres is het adres dat is opgenomen in het Rijksregister en ter beschikking wordt gesteld door de Kruispuntbank;

  3. /2 kind ten laste: een kind voor wie de contracthouder of de inwonende persoon financiële verantwoordelijkheid draagt, tot het einde van het kalenderjaar waarin het kind twaalf jaar wordt;";

  4. er wordt een punt 9° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "9° /1 Kruispuntbank: de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, vermeld in de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;".

    Art. 2. In artikel 17, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt het bedrag "21,46 euro" vervangen door het bedrag "21,90 euro".

    Art. 3. In artikel 28, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. punt 1° wordt vervangen door wat volgt:

    "1° als het kind aanwezig is in de kinderopvanglocatie: het inkomenstarief of het individueel verminderd inkomenstarief berekend of bepaald conform artikel 32 tot en met artikel 34/1;";

  6. in punt 2° wordt de zinsnede "vermeld in artikel 33, eerste lid, 2°, c)" vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 33, § 2, 3° ".

    Art. 4. Aan artikel 30, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd:

    "Het laagst mogelijke bedrag is in elk geval het bedrag van het laagst mogelijke inkomenstarief, zoals wordt vastgesteld door de minister.".

    Art. 5. Artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 32. De contracthouder heeft een attest inkomenstarief nodig opdat het kind van de contracthouder opgevangen kan worden door een organisator die werkt met het systeem inkomenstarief.

    De contracthouder vraagt een attest inkomenstarief via het online instrument op de website van Kind en Gezin met gebruik van zijn elektronische identiteitskaart. Via dat online instrument wordt er voor de contracthouder een inkomenstarief of een individueel verminderd inkomenstarief berekend of bepaald op basis van het inkomen van de contracthouder en, als deze er is, van de inwonende persoon. Het attest inkomenstarief vermeldt minstens dat inkomenstarief, een startdatum en een einddatum.

    De contracthouder vraagt een attest inkomenstarief aan op de volgende momenten:

  7. binnen de twee maanden die voorafgaan aan de maand waarin de kinderopvang start, tenzij in geval van dringende start van de kinderopvang uiterlijk 30 kalenderdagen na de start van de kinderopvang;

  8. de maand waarin er een wijziging van de inwonende persoon is en waarbij die wijziging blijkt uit de Kruispuntbank;

  9. de maand waarin er een bijkomend kind ten laste van de contracthouder of de inwonende persoon is;

  10. binnen de twee maanden die voorafgaan aan de datum waarop het inkomenstarief of het individueel verminderde inkomenstarief niet meer geldt.

    De contracthouder krijgt het attest inkomenstarief op de momenten na aanvraag toegekend, alsook automatisch na indexatie. De contracthouder geeft het attest inkomenstarief van Kind en Gezin door aan de organisator na elke toekenning van een attest inkomenstarief.

    De organisator informeert en ondersteunt de contracthouder bij de correcte toepassing van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT