23 OKTOBER 2020. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 2019 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2020 tot het behoud van de visbestanden in zee

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad, artikel 15;

- Verordening (EU) nr. 2020/123 van de Raad van 27 januari 2020 tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn;

- gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/2239 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de noordwestelijke wateren voor de periode 2020-2021;

- gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/2237 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de zuidwestelijke wateren voor de periode 2020-2021;

- gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/2238 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting voor bepaalde demersale visserijen in de Noordzee voor de periode 2020-2021;

- het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24;

- het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011, artikel 18.

Vormvereiste

Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Er is een dringende noodzakelijkheid omdat dit ministerieel besluit tegen 1 november 2020 in werking moet treden, gelet op de verplichtingen die door de Europese en internationale regelgeving op het gebied van de zeevisserij worden opgelegd, in concreto met betrekking tot het beheer van de visquota.

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

De Quotacommissie heeft op haar zitting van 8 oktober 2020 een voorstel van advies tot aanpassing voor de derde toewijsperiode voor het GVS in het Visplan 2020 geformuleerd.

Om een betere quotumbenutting na te streven wordt onder andere voorgesteld om het quotum voor het GVS van tong in het ICES- gebied VIIf, g, van kabeljauw in de Noordzee, de westelijke wateren en het Engels Kanaal, en van tong in de Ierse Zee aan te passen. Daarnaast worden, naar analogie van de aanpassingen aan de tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2019 tijdens de derde toewijsperiode, een aantal zelfde wijzigingen aangebracht.

Voor schol uit de Noordzee adviseerde de Quotacommissie de bepalingen over te nemen voor de tweede toewijsperiode van vorig jaar. Voor wat betreft tong luidde het advies de toegewezen hoeveelheden voor het GVS in de Noordzee licht te verhogen.

Ook voor de toegelaten hoeveelheid tong in het Bristolkanaal en de hoeveelheden kabeljauw voor de westelijke wateren worden er aanpassingen aangebracht voor de periode van 1 november tot en met 31 december.

De toegewezen hoeveelheid tong in de Ierse Zee werd, gezien de geringe hoeveelheid beschikbaar voor de derde toewijsperiode, beperkt per vaartuig.

DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, INNOVATIE, WERK, SOCIALE ECONOMIE EN LANDBOUW BESLUIT:

Artikel 1. In artikel 14 van het ministerieel besluit van 23 december 2019 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het jaar 2020 tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij ministeriële besluiten van 7 februari 2020, 8 mei 2020 en 26 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. aan paragraaf 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "Van 1 november 2020 tot en met 31 december 2020 is het in de ICES-gebieden II, IV, zijnde Noordzee en Schelde-estuarium, voor een vissersvaartuig van het KVS verboden bij de tongvangst een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 5000 kg, vermeerderd met een hoeveelheid die gelijk is aan 20 kg, vermenigvuldigd met...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT