23 OKTOBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de hoogte van de mobiliteitstoelage voor studenten of cursisten die een periode in het buitenland doorbrengen in het kader van hun opleiding

De Vlaamse Regering,

Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel II.352 en II.353, vervangen bij het decreet van 25 april 2014 en gewijzigd bij het decreet van 19 juni 2015;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2015;

Gelet op advies 57.940/1/V van de Raad van State, gegeven op 21 september 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. actieplan mobiliteit: het actieplan mobiliteit "Brains on the move", zoals meegedeeld aan de Vlaamse Regering op 6 september 2013;

  2. duobeurs: een beurs die wordt toegekend aan een koppel studenten, telkens bestaande uit één inkomende en één uitgaande student, die tijdens hun opleiding een periode in het partnerland doorbrengen in het kader van een studie, stage of onderzoek voor hun eindscriptie;

  3. generiek mobiliteitsprogramma: een mobiliteitsprogramma waarbij de hogeronderwijsinstellingen de samenwerking bepalen met de landen of partners die voor hen prioritair zijn, en waarbij de financiële middelen worden toegekend aan de hogeronderwijsinstellingen die verantwoordelijk zijn voor de procedures, de selectie en de toekenning van de mobiliteitsbeurzen;

  4. specifiek mobiliteitsprogramma: een mobiliteitsprogramma waarbij de Vlaamse overheid de samenwerking bepaalt met de landen of partners die voor haar prioritair zijn, en waarbij de financiële middelen worden beheerd op Vlaams niveau, alsook de procedures, de selectie en de toekenning van de mobiliteitsbeurzen;

  5. studenten uit ondervertegenwoordigde groepen: de studenten, vermeld in artikel II.353, § 1, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013; zijnde de beursstudenten, de werkstudenten, en de studenten met een functiebeperking;

  6. uitgaande student: een student of cursist die in het kader van zijn opleiding een periode in het buitenland doorbrengt, waarbij de mobiliteit betrekking heeft op een studie, stage of onderzoek voor zijn eindscriptie.

    HOOFDSTUK 2. - Soorten mobiliteitsbeurzen

    Art. 2. De Vlaamse Regering kan een mobiliteitstoelage ter beschikking stellen voor studenten in het kader van de volgende mobiliteitsprogramma's:

  7. generieke mobiliteitsprogramma's:

    1. mobiliteit in het kader van het programma Erasmus+;

    2. mobiliteit in het kader van de generieke beurzen als vermeld in het actieplan mobiliteit;

  8. specifieke mobiliteitsprogamma's als vermeld in het actieplan mobiliteit:

    1. mobiliteit tussen Vlaanderen en een aantal prioritaire landen bepaald door de minister bevoegd voor onderwijs, al dan niet vastgelegd in een bilateraal akkoord dat gesloten is in het kader van de academische diplomatie;

    2. mobiliteit tussen Vlaanderen en de Verenigde Staten in het kader van het Washington Center for Internships and Academic Seminar;

    3. mobiliteit tussen Vlaanderen en een aantal Aziatische landen in het kader van het ASEM-DUO-programma.

    HOOFDSTUK 3. - Generieke mobiliteitsprogramma's

    Art. 3. § 1. Voor mobiliteit in het kader van het programma Erasmus+ bedraagt de maandelijkse mobiliteitstoelage die toegekend wordt aan een uitgaande student vanaf het academiejaar 2015-2016:

  9. voor studentenmobiliteit voor studie:

      ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT