23 MEI 2019. - Wet houdende instemming met de wijziging van het Verdrag van 9 september 1996 inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI), aangenomen op 22 juni 2017 (1)(2)(3)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. De wijzigingen van het Verdrag van 9 september 1996 inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart, van de Bijlagen en van de Aanhangsels, gedaan bij besluit van de Conferentie van Verdragsluitende partijen van 22 juni 2017, zullen volkomen gevolg hebben.

Art. 3. De wijzigingen van het Aanhangsel III a bij het Verdrag, die met toepassing van artikel 19 van het Verdrag worden aangenomen zonder dat België zich tegen de aanneming ervan verzet, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 23 mei 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De minister van Buitenlandse Zaken,

D. REYNDERS

De minister van Justitie,

K. GEENS

De minister van Mobiliteit,

F. BELLOT

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

K. GEENS

_______

Nota

(1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be):

Stukken: nr.54-3643

Integraal verslag: zonder verslag

(2) Zie Decreet van het Vlaamse Gewest van 20/11/2020 (Belgisch Staatsblad van 14/12/2020), Decreet van het Waalse Gewest van 24/03/2022 (Belgisch Staatsblad van 03/05/2022), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 17/06/2021 (Belgisch Staatsblad van 25/06/2021 (Ed. 2)).

(3) lijst der gebonden Staten

Besluit CDNI 2017-I-4

Wijziging van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart

Bepalingen inzake de behandeling van gasvormige restanten van vloeibare lading (dampen)

De Conferentie van Verdragsluitende Partijen,

gezien het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) en met name artikel 14 en artikel 19 van dit Verdrag;

verwijzend naar Besluit CDNI 2013-II-3 en gezien de noodzaak om bepalingen inzake de behandeling van gasvormige restanten van vloeibare lading (dampen) in het CDNI-Verdrag op te nemen;

betuigt haar tevredenheid over het feit dat de Werkgroep CDNI/G in dit verband een volledig ontwerpbesluit voor de aanvulling van het CDNI-Verdrag (Deel B en deel D) en de Uitvoeringsregeling van dit Verdrag heeft voorgelegd;

betuigt haar tevredenheid over de bijdragen van de non-gouvernementele organisaties, die nauw bij het opstellen van deze voorschriften werden betrokken;

stelt vast dat het om een gemeenschappelijk voorstel van de Verdragsluitende Partijen gaat;

stelt vast dat consensus over de inhoudelijke aanpassingen bestaat onder de Verdragsluitende Partijen;

stelt vast dat deze bepalingen een geleidelijke invoering van een verbod tot het uitstoten van schadelijke dampen voor de gezondheid en het milieu in de atmosfeer voorzien,

stelt vast dat onderzoek heeft aangetoond dat door deze wijziging in de toekomst naar verwachting 95% van de schadelijke ontgassingen van schepen in de atmosfeer van het verdragsgebied voorkomen kan worden en dat op deze wijze grote voordelen voor het milieu en de duurzaamheid van het goederenvervoer over de vaarweg worden bereikt,

neemt de wijziging van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart met betrekking tot de vermijding en behandeling van door de binnenvaart uitgestoten dampen aan.

Dit Besluit treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na nederlegging bij de depositaris van de laatste akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring door de ondertekenende staten.

Bijlagen

Bijlage 1: Wijziging van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart en van de Uitvoeringsregeling van dit Verdrag

Bijlage 2: Effectbeoordeling

Bijlage 1 CDNI 2017-I-4

Wijziging van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart en van de Uitvoeringsregeling van dit Verdrag

1. Het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart wordt als volgt gewijzigd:

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Begripsbepalingen

In dit Verdrag wordt verstaan onder:

[...]

  1. "afval van de lading": afval en afvalwater, dat in verband met de lading aan boord van het schip ontstaat. Hiertoe behoren niet de restlading, dampen en overslagresten, bedoeld in Deel B van de Uitvoeringsregeling;

    ff) "dampen": gasvormige uit vloeibare lading vervluchtigende verbindingen (gasvormige restanten van vloeibare lading);

  2. "ontvangstinrichting": een vaste of mobiele inrichting, door de bevoegde autoriteiten toegelaten voor het in ontvangst nemen van scheepsafval of dampen;

    [...]

    nn) "exploitant van de ontvangstinrichting": degene die beroepsmatig een ontvangstinrichting exploiteert.

  3. "uitstoten van dampen": elk afblazen van dampen uit een gesloten ladingtank met uitzondering van het ontspannen van de tank om de luiken te openen en om de dampconcentratie te meten alsmede bij het inschakelen van de veiligheidsventielen.

    BIJZONDERE BEPALINGEN

    VERPLICHTINGEN VAN DE STATEN

    Artikel 3

    Verbod tot inbrengen, lozen en uitstoten

    (1) Het is verboden scheepsafval en delen van de lading vanaf schepen in de in Bijlage 1 genoemde vaarwegen te brengen of te lozen, alsook dampen op de in Bijlage 1 genoemde vaarwegen in de atmosfeer uit te stoten.

    [...]

    Artikel 8

    Financiering van het nalossen, het wassen, het ontgassen alsmede de inname en verwijdering van afval van de lading

    (1

  4. De verlader draagt de kosten voor het ontgassen van het schip overeenkomstig Deel B van de Uitvoeringsregeling.

    (2) Indien het schip vóór het laden niet overeenstemt met de voorgeschreven losstandaard en indien de ladingontvanger of verlader van het vorige transport zijn verplichtingen is nagekomen, draagt de vervoerder de kosten voor het nalossen en

  5. bij het wassen, de kosten voor het wassen,

  6. bij het ontgassen, de kosten voor het ontgassen van het schip, alsook voor de inname en verwijdering van het afval van de lading.

    [...]

    VERPLICHTINGEN EN RECHTEN VAN DE BETROKKENEN

    Artikel 11

    Algemene zorgplicht

    De schipper, de overige bemanning en andere personen aan boord, de verlader, de vervoerder, de ladingontvanger, de exploitanten van overslaginstallaties, alsmede de exploitanten van ontvangstinrichtingen moeten de door de omstandigheden vereiste zorgvuldigheid betrachten om verontreiniging van de vaarwegen en de atmosfeer te voorkomen, de hoeveelheid scheepsafval zo gering mogelijk te houden en vermenging van verschillende afvalsoorten zo veel mogelijk te voorkomen.

    Artikel 12

    Verplichtingen en rechten van de schipper

    [...]

    (2) De schipper dient de in de Uitvoeringsregeling opgenomen verplichtingen na te komen. Hij dient in het bijzonder, behoudens de in de Uitvoeringsregeling opgenomen uitzonderingen, het verbod om vanaf het schip scheepsafval en delen van de lading in de vaarweg te brengen dan wel te lozen of deze in de atmosfeer uit te stoten, in acht te nemen.

    [...]

    Artikel 13

    Verplichtingen van de vervoerder, de verlader en de ladingontvanger alsmede van de exploitanten van overslaginstallaties en ontvangstinrichtingen

    De vervoerder, de verlader, de ladingontvanger, alsmede de exploitanten van overslaginstallaties en ontvangstinrichtingen dienen ieder hun verplichtingen overeenkomstig de Uitvoeringsregeling na te komen. Zij kunnen voor de naleving van hun verplichtingen een beroep op een derde doen.

    2. Deel B van de Uitvoeringsregeling bij het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart wordt als volgt gewijzigd:

    DEEL B

    VERZAMELING, AFGIFTE EN INNAME VAN AFVAL VAN DE LADING

    HOOFDSTUK V

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 5.01 (1)

    Begripsbepalingen

    In dit deel wordt verstaan onder:

    [...]

    aa) "verenigbare transporten": transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim of de ladingtank van het schip aantoonbaar een lading, waarvan het transport geen voorafgaand wassen of ontgassen van het laadruim of de ladingtank vereist, wordt vervoerd.

    [...]

  7. "ontgassen": het verwijderen van dampen overeenkomstig Aanhangsel III a uit een nagelensde ladingtank bij een ontvangstinrichting door gebruik te maken van hiervoor geschikte procedures en technieken;

  8. "ventileren": de rechtstreekse afgifte van dampen uit de ladingtank aan de atmosfeer;

  9. "ontgaste of geventileerde ladingtank": een ladingtank waaruit de dampen overeenkomstig de ontgassingsstandaarden van Aanhangsel III a zijn verwijderd;

    Artikel 5.02

    Verplichting van de Verdragsluitende Staten

    De Verdragsluitende Staten verplichten zich ertoe om infrastructurele en andere voorzieningen voor de afgifte en inname van restlading, overslagresten, ladingrestanten, waswater en dampen tot stand te brengen dan wel te laten brengen.

    Artikel 5.04

    Toepassing van Deel B op dampen

    (1) Deel B geldt onverminderd

  10. de bepalingen van het Europees Verdrag van 26 mei 2000 inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN) in samenhang met Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land en

  11. de gewijzigde Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations, in de laatst geldende versie.

    (2) De bepalingen van Aanhangsel III a gelden in aanvulling op de bepalingen van de in het eerste lid, onderdeel b, genoemde richtlijn.

    Schepen waarvoor schriftelijk aangetoond kan worden dat zij overeenkomstig de voorschriften buiten het toepassingsgebied van het CDNI hebben ontgast, gelden als ontgaste schepen in de zin van deze regeling voor zover de waarden van Aanhangsel III a in acht worden genomen. De Conferentie van Verdragsluitende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT