23 MEI 2019. - Besluit van de Regering tot bepaling van de rechtspositie van het contractueel personeel van het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Gelet op het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap, artikel 102, § 1, eerste lid;

Gelet op protocol nr. S1/2019 van sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap van 26 februari 2019;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 11 maart 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 11 maart 2019;

Gelet op advies 65.699/3 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Media;

Na beraadslaging,

Besluit :

Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Dit besluit is van toepassing op het contractueel personeel van het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap, hierna: contractuele personeelsleden.

Voor de toepassing van dit besluit wordt onder het besluit van de Regering van 23 mei 2019 verstaan: het besluit van de Regering van 23 mei 2019 houdende organisatie van het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren.

Art. 2. Indienstnemingsprocedure

§ 1 - Vóór de indienstneming bij arbeidsovereenkomst wordt een openbare oproep tot de gegadigden bekendgemaakt.

In afwijking van het eerste lid is een oproep tot de gegadigden niet noodzakelijk:

  1. bij indienstnemingen voor een tewerkstelling die overeenstemt met minder dan één derde van een voltijdse betrekking;

  2. bij indienstnemingen in niveau IV met toepassing van artikel 5 voor ten hoogste drie maanden;

  3. bij een nieuwe indienstneming van een personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst van bepaalde duur afloopt, op voorwaarde dat de nieuwe indienstneming zonder onderbreking geschiedt;

  4. bij indienstnemingen naar aanleiding van een voltooide opleiding in een bedrijf die in het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap gevolgd werd met toepassing van het besluit van de Regering van 10 september 1993 houdende oprichting en regeling van een stelsel voor opleiding in een bedrijf met het oog op de voorbereiding van de inschakeling van de mindervaliden in het arbeidsproces;

  5. bij indienstnemingen naar aanleiding van een voltooide opleiding die in het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap gevolgd werd in het kader van een duale basisopleiding met toepassing van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool, op voorwaarde dat de lerende zijn opleiding aangevat heeft naar aanleiding van een openbare oproep tot de gegadigden met betrekking tot de opleiding in het Belgisch Radio en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap.

    § 2 - De selectie van de kandidaten gebeurt op basis van objectieve criteria omtrent de geschiktheid voor de uitoefening van de functie.

    De directeur stelt een examencommissie samen die de geschiktheid van de kandidaten beoordeelt. Te dien einde stelt de examencommissie een ad-hoc-examenreglement op rekening houdend met de uit te oefenen functie. De examencommissie maakt een rangschikking op en stelt de uitgekozen kandidaten ter indienstneming voor.

    Art. 3. Arbeidsovereenkomst

    Elke indienstneming gebeurt op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst.

    De directeur zorgt voor de indienstnemingen in weddeschalen van niveau IV en niveau III.

    De raad van beheer zorgt voor de indienstnemingen in weddeschalen van de niveaus II, II+ en I.

    Hoofdstuk 2. - Categorieën inzake indienstneming bij arbeidsovereenkomst

    Art. 4. Algemeen

    Om te voldoen aan personeelsbehoeften, ongeacht de aard ervan, totdat de nodige selectieprocedures georganiseerd worden om de functies door ambtenaren te laten bekleden, geschiedt een indienstneming bij arbeidsovereenkomst.

    Art. 5. Vervanging

    Voor de duur van de voorlopige vol- of deeltijdse afwezigheid van een personeelslid wordt een vervanger uitsluitend bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen.

    Art. 6. Taken die uitsluitend door contractuele personeelsleden uitgeoefend worden

    Voor de uitoefening van de volgende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT