23 MEI 2019. - Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 6, § 1, IX, 3°, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 juli 1993 en 6 januari 2014, en 4°, gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014, en artikel 20;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten, artikel 16, artikel 18, § 2, en artikel 24, § 1;

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 7;

Gelet op de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, artikel 8, § § 1 en 2, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 25 april 2016 en artikel 10, vierde lid, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2016;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 6 december 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 12 februari 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 26 februari 2019;

Gelet op advies nr. 90/2019 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 3 april 2019;

Gelet op de aanvraag om advies binnen een termijn van dertig dagen, ingediend bij de Raad van State op 27 februari 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat dit advies niet binnen de gestelde termijn werd verstrekt;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werkgelegenheid;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. - Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de volgende richtlijnen :

  1. richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan;

  2. richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider;

  3. richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming;

  4. richtlijn 2016/801/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten.

    Art. 2. - In artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 7 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  5. de bepaling onder 18° wordt vervangen als volgt :

    18° Europese blauwe kaart: het document vermeld in artikel 6, 1°, van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018;

  6. artikel 1 wordt aangevuld met bepalingen onder 23° tot 28°, luidende :

    23° uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018: het samenwerkingsakkoord van 6 december 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten;

    24° seizoenarbeider: de onderdaan van een derde land bedoeld in artikel 12, 1°, van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018;

    25° leidinggevende-ICT: de onderdaan van een derde land bedoeld in artikel 24, 1°, van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018;

    26° specialist-ICT: de onderdaan van een derde land bedoeld in artikel 24, 2°, van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018;

    27° stagiair-werknemer-ICT: de onderdaan van een derde land bedoeld in artikel 24, 3°, van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018;

    28° vrijwilliger: de onderdaan van een derde land bedoeld in artikel 55, 1°, van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018.

    Art. 3. - In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 7 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  7. in het eerste lid wordt de bepaling onder 26° vervangen als volgt :

    26° onderzoekers die naar België komen om in het Duitse taalgebied gedurende hoogstens negentig dagen onderzoek te doen bij een erkend onderzoekscentrum overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 juni 2007 houdende de voorwaarden voor erkenning van de onderzoeksinstellingen die in het kader van onderzoeksprojecten gastovereenkomsten met onderzoekers uit niet-EU-landen willen afsluiten en tot vaststelling van de voorwaarden waaronder dergelijke gastovereenkomsten kunnen worden afgesloten. De maximumduur van het onderzoek bedraagt 180 dagen binnen een periode van 360 dagen voor onderzoekers die houder zijn van een door een andere lidstaat afgegeven en voor de volledige duur van het onderzoek geldige vergunning voor onderzoekers en die gebruik maken van hun recht op kortetermijnmobiliteit, op voorwaarde dat ze een gastovereenkomst in de eerste lidstaat bezitten en de arbeids- en loonvoorwaarden niet ongunstiger zijn dan die van werknemers in vergelijkbare functies.

  8. het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 36°, luidende :

    "36° personen die, in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming, voor een maximumduur van negentig dagen binnen een periode van 180 dagen naar België komen en in het bezit zijn van een door een andere lidstaat afgegeven en voor de volledige duur van de overplaatsing geldige vergunning voor binnen een onderneming overgeplaatste personen en van wie de tewerkstelling aan de volgende voorwaarden voldoet :

    1. de gastentiteit en de in een derde land gevestigde onderneming behoren tot dezelfde onderneming of dezelfde groep van ondernemingen;

    2. de werknemer is gebonden door een arbeidsovereenkomst met zijn in een derde land gevestigde werkgever;

    3. leidinggevenden-ICT of specialisten-ICT zijn in het bezit van een door de werkgever ondertekende opdrachtbrief waarin de duur van de overplaatsing, de functiebeschrijving en de arbeids- en loonvoorwaarden tijdens de duur van de overplaatsing zijn vastgelegd;

    4. stagiair-werknemers-ICT zijn in het bezit van een stageovereenkomst waarin de duur van de overplaatsing, het opleidingsprogramma en de arbeids- en loonvoorwaarden tijdens de duur van de overplaatsing zijn vastgelegd."

  9. in het vijfde lid worden de woorden "en 33°" vervangen door de woorden ", 33° en 36°".

    Art. 4. - Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 2003, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :

    In afwijking van het eerste lid, 2°, en met uitzondering van de toelating tot arbeid met het oog op een overplaatsing binnen een onderneming voor stagiair-werknemers-ICT is de toelating tot arbeid voor de werknemers vermeld in artikel 9, 4°, 6°, 7°, 21° en 22°, geldig voor een periode van drie jaar, respectievelijk voor de in de arbeidsovereenkomst of in de opdrachtbrief bepaalde periode van tewerkstelling, wanneer die periode minder dan drie jaar bedraagt.

    Art. 5. - In hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 7 juni 2018, worden de artikelen 3.1 tot 3.3, ingevoegd luidende :

    Art. 3.1 - Er wordt een arbeidskaart B en een machtiging tot tewerkstelling afgegeven voor de tewerkstelling van derdelanders die aan één van de volgende voorwaarden voldoen :

    1° ze krijgen toelating om gedurende hoogstens negentig dagen te werken;

    2° ze krijgen toelating voor bepaalde duur werken, zonder dat ze hun hoofdverblijfplaats op het Belgische grondgebied hebben;

    3° ze krijgen toelating als au pair-jongere in de zin van hoofdstuk VI, afdeling 2.

    De bepalingen van hoofdstuk IV, afdeling 4, zijn van toepassing op de aanvragen voor toelating tot arbeid die onder de toepassing vallen van het eerste lid.

    Art. 3.2 - Overeenkomstig artikel 16 van het samenwerkingsakkoord zijn de toelating tot arbeid en de machtiging tot tewerkstelling vervat in de gecombineerde vergunning of in andere verblijfstitels met het oog op werk voor een periode van meer dan negentig dagen, als de hoofdverblijfplaats van de onderdaan van een derde land zich op het Belgische grondgebied bevindt.

    De bepalingen van hoofdstuk IV, afdeling 3, zijn van toepassing op de aanvragen voor toelating tot arbeid die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT