23 MEI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, in het bijzonder de artikelen 61, 4°, 147, 150 en 259;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende of uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende de erkenning van de opleidingen;

Gelet op advies 62.355/2 van de Raad van State gegeven op 22 november 2017 en advies 63.306/2 van de Raad van State gegeven op 7 mei 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 2 april 2003;

Op voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. wet: de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;

  2. opleidingsinstelling: de onderneming zoals bedoeld in artikel 10 van de wet, die een opleiding aanbiedt of organiseert met betrekking tot domeinen zoals bedoeld in artikel 3 van de wet, of die zich als dusdanig bekendmaakt;

  3. testcentrum: centrum zoals bedoeld in artikel 151 van de wet;

  4. test: examen afgenomen door een testcentrum;

  5. leidinggevend personeel: persoon die de werkelijke leiding heeft, zoals bedoeld in artikel 2, 25° van de wet, binnen een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst;

  6. strategisch leidinggevende: het leidinggevend personeel dat ofwel:

    1. de leiding heeft over het geheel van de bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst,

    2. gezag uitoefent over alle bewakings- of veiligheidsagenten van de bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst,

    3. gezag uitoefent over andere strategisch of operationeel leidinggevenden van de bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst;

  7. operationeel leidinggevende: leidinggevend personeelslid dat gezag uitoefent over meer dan 15 bewakingsagenten zonder dat dit verantwoordelijkheden inhoudt van een strategisch leidinggevende;

  8. meewerkend leidinggevende: personeelslid dat gezag uitoefent over maximum 15 bewakingsagenten zonder dat dit verantwoordelijkheden inhoudt van een strategisch leidinggevende;

  9. bewakingsagent: personeelslid zoals bedoeld in artikel 2, 5° van de wet;

  10. commercieel vertegenwoordiger: persoon zoals bedoeld in artikel 60, 4° van de wet met uitzondering van de persoon die deze functie binnen een opleidingsinstelling uitoefent;

  11. lesgever en cursuscoördinator van een opleidingsinstelling: de personen zoals bedoeld in artikel 60, 5° van de wet;

  12. alarmcentrale particuliere eCall" : de oproepcentrale van de particuliere ITS-dienstaanbieder die de particuliere eCall verwerkt en die, overeenkomstig artikel 16 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, hiervoor een vergunning heeft bekomen van de minister van Binnenlandse Zaken teneinde op basis van de minimumreeks van gegevens de situatie en de ernst van het incident die de particuliere eCall heeft veroorzaakt te evalueren op basis van de regels vastgelegd overeenkomstig de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;

  13. telebewaking: bewakingsactiviteit zoals bedoeld in artikel 3 van de wet die hoofdzakelijk bestaat uit het bekijken van beelden van bewakingscamera's en/of het bedienen van camerasystemen;

  14. nucleaire site: nucleaire installaties in de zin van artikel 1bis, eerste streepje van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en de nucleaire vervoerbedrijven in de zin van artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties met inbegrip van de tijdelijke opslagruimtes zoals bepaald in artikel 5 van hetzelfde besluit;

  15. havenfaciliteit: een locatie zoals bedoeld in artikel 5, 6° van de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging;

  16. werkdag: alle dagen behalve een zaterdag, een zondag en wettelijke feestdagen;

  17. SELOR: het selectiebureau van de Federale Overheid dat deel uitmaakt van de FOD Beleid en Ondersteuning;

  18. administratie: de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Directie Private Veiligheid bij de FOD Binnenlandse Zaken;

  19. Minister: de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken.

    HOOFDSTUK 2. - Vereisten inzake beroepsopleiding en vorming van het personeel

    Art. 2. Elke leidinggevende, bewakingsagent of commercieel vertegenwoordiger van een onderneming of interne dienst moet, al naargelang de functie, beschikken over de competenties bepaald in bijlage 1.

    Art. 3. Elk lid van het leidinggevend personeel moet voldoen aan volgende opleidingsvereisten:

  20. voor het uitoefenen van de functie van strategisch leidinggevende: houder zijn van een `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende';

  21. voor het uitoefenen van de functie van operationeel leidinggevende: houder zijn van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende' of het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende';

  22. voor het uitoefenen van de functie van meewerkend leidinggevende houder zijn van het bekwaamheidsattest vereist voor de bewakingsagenten waarover hij leiding heeft en ofwel:

    - houder zijn van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende';

    - houder zijn van het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende';

    - minstens twaalf maanden houder zijn van een identifcatiekaart voor de betrokken bewakingsactiviteit.

  23. de personen bedoeld onder 1° en 2° dienen houder te zijn van een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat; deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafging, een attest bekwamen, bedoeld in artikel 10, 11 of 12;

  24. de personen bedoeld onder 3° dienen houder te zijn van een `bijscholingsattest bewakingsagent' of een `bijscholingsattest leidinggevend personeel', afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat; deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat, een attest bekwamen, bedoeld, naargelang het geval in de artikelen 10, 11,12,14,15, 17 of 19.

    Art. 4. Elke commercieel vertegenwoordiger moet voldoen aan volgende opleidingsvereisten:

  25. houder zijn van het `bekwaamheidsattest - commercieel vertegenwoordiger' of het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende';

  26. houder zijn van een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat; deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat, een attest bekwamen bedoeld in artikel 10 of 11.

    Art. 5. Elke cursuscoördinator moet voldoen aan volgende opleidingsvereisten:

  27. houder zijn van het `bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende';

  28. houder zijn van een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat; deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafging, een attest bekwamen, bedoeld in artikel 10 of 11.

    Art. 6. Elke bewakingsagent moet voldoen aan volgende opleidingsvereisten:

  29. voor het uitoefenen van activiteiten bedoeld in artikel 3, 1°, 7°, 9° en 13° van de wet: houder zijn van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent';

    voor het uitoefenen van activiteiten bedoeld in artikel 3, 1°, 7° en 13° van de wet waarvoor enkel het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' vereist is, en voor zover deze activiteiten voor het eerst worden uitgeoefend en dit gedurende een periode van minder dan 6 maanden, geslaagd zijn voor de vakken bedoeld in artikel 14, 1°, 2° en 3° van de opleiding tot het behalen van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' en voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot de tijdelijke kaart in uitvoering van artikel 76, vierde lid van de wet;

  30. voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 2° van de wet: houder zijn van het `algemeen bekwaamheidsattest bewakingsagent' en het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- mobiele bewaking en interventie na alarm';

  31. voor het uitoefenen van de activiteiten bedoeld in artikel 3, 3° a), b) en d) van de wet: houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- beveiligd vervoer';

    Indien de activiteit bedoeld in artikel 3, b) van de wet uitgeoefend wordt volgens het bepaalde in Verordening EU nr. 1214/2011 van het Europees parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone: bijkomend houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - grensoverschrijdend transport';

  32. voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 3°, c) van de wet: houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent- geldtelcentrum' of het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - beveiligd vervoer';

  33. voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 4° van de wet: houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale' en indien hij binnen de alarmcentrale particuliere eCalls beheert, bijkomend houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - operator alarmcentrale particuliere eCall';

  34. voor het uitoefenen van de activiteit bedoeld in artikel 3, 4° van de wet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT