23 MAART 2017. - Koninklijk besluit tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Dit ontwerpbesluit heeft tot doel het koninklijk besluit van 7 juli 2002 tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (hierna het koninklijk besluit van 7 juli 2002) te vervangen en rekening te houden met de wijzigingen die door de wet van 22 april 2016 houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht (hierna de wet van 22 april 2016) werden aangebracht aan de regelgeving inzake hypothecair krediet zoals opgenomen in boek VII van het Wetboek van Economisch Recht (hierna WER). Er wordt van de gelegenheid ook gebruik gemaakt om waar nodig tekstverbeteringen aan te brengen en de bestaande regelen te herbekijken in functie van een optimalisering van de werking van de Centrale.

Het nieuwe besluit volgt quasi letterlijk de bestaande nummering van het koninklijk besluit van 7 juli 2002, wat de leesbaarheid van de veranderingen kan vergemakkelijken.

Bij wijze van verdere inleiding moet worden aangestipt dat de definities van de kredietsoorten die thans opgenomen zijn in het WER, zoals de lening op afbetaling en kredietopening ook gelden voor alle hypothecaire kredieten. Vandaar ook de inleidende zin bij artikel 1 : voor de toepassing van dit besluit gelden de definities opgenomen in de artikelen I.1 en I.9 van het Wetboek van Economisch Recht. Een verder onderscheid tussen het hypothecair krediet en het consumentenkrediet kan alleen maar verwarring scheppen ten aanzien van de noodzaak tot registratie volgens de kenmerken van deze kredietsoorten. De definitie van lening op afbetaling beantwoordt perfect aan de woonkredieten die onder de vorm van vaste termijnbedragen en betalingstermijnen worden toegestaan. Waar er een specifieke regeling is voor het consumentenkrediet of het hypothecair krediet wordt dit uitdrukkelijk vermeld in het ontwerpbesluit.

Het advies van de Raad van State werd quasi integraal gevolgd op een punt na dat zal worden toegelicht bij het desbetreffende artikel.

In artikel 1 werden de bestaande definities van het koninklijk besluit van 7 juli 2002 aangepast of vervangen door de definities opgenomen in boek I WER (kredietovereenkomst, Centrale, werkdagen, FOD Economie, enz.). In de Nederlandse tekst wordt het begrip reconstitutie telkens vervangen door wedersamenstelling. De bepaling onder het eerste lid, 2°, b) werd grondig herschreven. In de oorspronkelijke tekst stond er totale kosten van het krediet. Er wordt voorgesteld om de bewoordingen van de definitie opgenomen in artikel I.9, 41°, WER te hernemen die zowel geldt voor het consumentenkrediet als het hypothecair krediet. Hierin zijn de schattingskosten en de dossierkosten inzake hypothecair krediet inbegrepen maar ook de reserveringscommissies. Er kan bij regularisatie echter enkel worden uitgegaan van bedragen die moeten betaald worden aan de kredietgever of de hiermee gelijkgestelde personen. Dit is bijvoorbeeld niet altijd het geval voor schattingskosten. Premies voor brandverzekering of schuldsaldoverzekering dienen hier in principe uitgesloten te worden. De kredietgever kan immers onmogelijk weten of aan dergelijke kosten, die aan derde partijen verschuldigd zijn en dienen betaald te worden, werden voldaan. Verder zal er wel degelijk rekening moeten worden gehouden met de niet-betaling van schattingskosten die door de consument verschuldigd zijn aan de interne schatters die werkzaam zijn bij de kredietgever. Bij wedersamenstelling van kapitaal zal er registratie van een betalingsachterstand zijn op basis van niet betaling van de vervallen intresten.

In de bepaling onder het eerste lid, 2°, c), en in de overige bepalingen van dit ontwerp wordt het begrip "kredietnemer" telkens vervangen door het begrip "consument" zoals gedefinieerd in boek I van het WER. De verwijzing naar bepalingen van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet wordt vervangen door een verwijzing naar de bepalingen in het WER die zowel gelden voor het consumentenkrediet als het hypothecair krediet.

Er wordt omwille van legistieke redenen een nieuwe definitie van "kredietverzekeraar" voorzien onder het eerste lid, 3°. Initieel stond er in artikel 9 van het besluit van 7 juli 2002 de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. Deze wet werd met ingang van 23 maart 2016 opgeheven en vervangen door de wet van 13 maart 2016 (BS 23 maart 2016).

In het tweede lid van artikel 1 was er in de oorspronkelijke tekst enkel sprake van « consumentenkredietovereenkomsten ». Deze bepaling kan worden uitgebreid naar de hypothecaire kredietovereenkomsten. De kredietovereenkomst met wedersamenstelling van kapitaal evenals de overbruggingskredieten vallen in principe onder de toepassing van dit lid en worden gelijkgesteld met een lening op afbetaling. Dit zal ook het geval zijn voor de zogenaamde "verkoop op afbetaling van een onroerend goed". Bv. een immobiliënpromotor die zelf een vergunning als kredietgever bekomt en zijn eigen woningen verkoopt. Deze kredietvorm bestaat wel degelijk maar kan niet gelijk gesteld worden met een "verkoop op afbetaling" omdat die per definitie overeenkomstig het WER als roerend wordt beschouwd. Het voorstel is om ook deze kredietvorm gelijk te stellen met een lening op afbetaling.

In de bepaling onder artikel 2, § 1, 4° werd naast de overnemer de kredietverzekeraar toegevoegd. De kredietverzekeraar neemt de kredietovereenkomst niet noodzakelijk over (cessie/overdracht) maar wordt in de plaats gesteld (subrogatie). Zie in dat verband ook de artikelen VII.103 en VII.147/18 WER.

Wat het begrip "kredietsoort" onder artikel 2, § 1, 5°, betreft wordt verwezen naar de algemene inleiding supra. Tot op heden werd in het raam van het consumentenkrediet onder kredietsoort verstaan een verkoop op afbetaling, een lening op afbetaling een financieringshuur of een kredietopening. Deze "soorten" krediet kunnen met uitzondering van de financieringshuur eveneens gelden voor het hypothecair krediet. Het klassieke woonkrediet beantwoordt volkomen aan de definitie van "lening op afbetaling" zoals bedoeld in artikel I.9, 48°, WER : "elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij geld of een ander betaalmiddel ter beschikking wordt gesteld van een consument, die zich ertoe verbindt de lening terug te betalen door periodieke stortingen".

In dezelfde bepaling werd de registratie van de datum van het sluiten van de kredietovereenkomst toegevoegd. Dit kan onder andere toelaten om na te gaan of het krediet wel tijdig gemeld wordt (nu onmogelijk) en of de kredietgever binnen de wettelijke termijn voorafgaand aan het sluiten van de kredietovereenkomst nog een raadpleging heeft gedaan (nu eveneens onmogelijk). In het tweede lid van 5° worden bij de registratie van een hypothecair krediet een aantal nadere omschrijvingen gevraagd die belangrijk zijn om de aard van het hypothecair krediet verder te identificeren.

In de bepaling onder § 1, 6°, werd de terminologie aangepast aan de definitie van "totale door de consument te betalen bedrag" bedoeld in artikel I.9, 66° WER. Verder wordt met het consumentenkrediet ook het hypothecair krediet met een roerende bestemming gelijkgesteld zoals dit voor de inwerkingtreding van de wet van 22 april 2016 het geval was.

De Raad van State stelde in zijn advies dat "in artikel 2, § 1, 6°, van het ontwerp, de woorden "het totale door de consument te betalen bedrag", in de Nederlandse tekst, niet overeenstemmen met de woorden "le montant total à rembourser par le consommateur", in de Franse tekst. In de Nederlandse tekst lijkt te moeten worden melding gemaakt van het "terug te betalen bedrag"." Hieraan kan geen gevolg gegeven worden omdat de Nederlandse tekst (maar ook de Franse) niet enkel letterlijk overeenstemt met de definitie opgenomen in artikel I.9, 66° WER maar ook met de definitie opgenomen in artikel 3, h) van richtlijn 2008/48/EG van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad.

De bepaling onder § 1, 7°, geldt voor zowel het consumentenkrediet als het hypothecair krediet.

Bij de bepaling onder § 1, 8°, wordt rekening gehouden met het feit dat de wettelijke terminologie volledig is veranderd. Voor het hypothecair krediet spreekt men nu ook over een kredietbedrag, betalingstermijn, termijnbedrag, enz. Rekening houdend met deze terminologie stemt een aangepaste omschrijving quasi volledig overeen met de vermelding onder 6° van de lening op afbetaling maar dan onder de kwalificatie van een hypothecair krediet met een onroerende bestemming. Financieringshuur valt hier volledig buiten omdat deze kredietsoort enkel betrekking kan hebben op de financiering van de aankoop van lichamelijke roerende goederen. Dit is eigenlijk ook het geval bij de verkoop op afbetaling, ook hier gaat het om de financiering van de aankoop van lichamelijke roerende goederen of diensten. Deze diensten kunnen niet gelijkgesteld worden met hetgeen als een onroerende bestemming wordt omschreven onder het nieuwe artikel I.9, 53/1° WER.

De bepalingen onder artikel 2, § 2 werden aangepast in functie van de wet van 15 mei 2007 die de basiswet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, wijzigde. Op verzoek van onder meer de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke levenssfeer wordt verwezen naar het Rijksregister als authentieke bron voor het bepalen van het identificatienummer, de officiële voornaam en geboortedatum.

In artikel 3, § 1, tweede lid, werden een aantal fundamentele wijzigingen aangebracht. In de oorspronkelijke tekst stond het volgende :

  1. de datum van verlijden van de notariële akte;

  2. de datum van het sluiten van de onderhandse kredietovereenkomst bij een hypotheekbelofte of bij een hypothecair...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT